Verdrag tot herziening van het Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Republiek Turkije betreffende de sociale zekerheid, ondertekend te Brussel op 4 juli 1966., de 30 juin 1997

Artikel 1. In het verdrag van 4 juli 1966 wordt een nieuw artikel 1 ingevoegd, dat luidt als volgt :

" Artikel 1. ß 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst :

  1. Verstaat men onder "BelgiÎ" het Koninkrijk BelgiÎ; verstaat men onder "Turkije" de Republiek Turkije.

  2. Verstaat men onder "onderdaan" :

    voor BelgiÎ : een persoon van Belgische nationaliteit;

    voor Turkije : een persoon van Turkse nationaliteit.

  3. Verstaat men onder "wetgeving" : de wetten en verordeningen bedoeld in artikel 2, paragraaf 1.

  4. Verstaat men onder "bevoegde overheden" of "hoogste administratieve overheden" :

    voor BelgiÎ : de Ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de toepassing van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, 1.

    voor Turkije : de Minister van Arbeid en Sociale Zekerheid en andere bevoegde Ministeries.

  5. Verstaat men onder "instelling" : het orgaan, de organisatie of de autoriteit die ermede belast is de in artikel 2, paragraaf 1 bedoelde wetgeving geheel of gedeeltelijk toe te passen.

  6. Verstaat men onder "verzekeringstijdvak" : elke periode die als dusdanig wordt erkend door de wetgeving onder dewelke dat tijdvak werd vervuld, alsmede elke periode die door deze wetgeving wordt erkend als gelijkgesteld met een verzekeringstijdvak.

  7. Verstaat men onder "prestaties" : elk pensioen of elke prestatie in geld of in natura, die van toepassing is krachtens de wetgevingen van elk der verdragsluitende staten, inclusief alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de in artikel 2, paragraaf 1 bedoelde wetgevingen.

  8. Verstaat men onder "gezinsprestaties" : de periodieke uitkeringen in geld die uitsluitend worden toegekend op basis van het aantal en de leeftijd van de kinderen.

  9. Verstaat men onder "gezinslid" : iedere persoon die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid door de wetgeving krachtens welke de uitkeringen worden toegekend, of, in het geval bepaald bij artikel 10, krachtens de wetgeving van de verdragsluitende staat op het grondgebied waarvan hij verblijft.

  10. Verstaat men onder "nagelaten betrekking" : iedere persoon die als dusdanig wordt aangemerkt of erkend door de wetgeving krachtens welke de uitkeringen worden toegekend.

  11. Verstaat men onder "woonplaats" : de gewoonlijke verblijfplaats.

  12. Verstaat men onder "verblijf" : de tijdelijke verblijfplaats, zoals bepaald in de administratieve schikking.

  13. Verstaat men onder "staatloze" : iedere persoon die als staatloze wordt aangemerkt in artikel 1 van de Overeenkomst van 28 september 1954 betreffende de status van staatlozen.

  14. Verstaat men onder "vluchteling" : de persoon van wie het statuut van vluchteling erkend...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT