Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State, de 19 janvier 2014

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973

Art. 2. In artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 15 mei 2007 en gewijzigd bij de wet van 21 februari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in het eerste lid worden de woorden "De afdeling doet uitspraak" vervangen door de woorden "Indien het geschil niet door de wet aan een ander rechtscollege wordt toegekend, doet de afdeling uitspraak";

  2. in het eerste lid, 2°, worden de woorden "van de Hoge Raad voor de Justitie, met betrekking tot overheidsopdrachten en leden van hun personeel" vervangen door de woorden "van de Hoge Raad voor de Justitie, met betrekking tot overheidsopdrachten en leden van hun personeel, evenals de aanwerving, de aanwijzing, de benoeming in een openbaar ambt of de maatregelen die een tuchtkarakter vertonen";

  3. tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :

    "De in het eerste lid bedoelde onregelmatigheden geven slechts aanleiding tot een nietigverklaring als ze, in dit geval, een invloed konden uitoefenen op de draagwijdte van de genomen beslissing, de betrokkenen een waarborg hebben ontnomen of als gevolg hebben de bevoegdheid van de steller van de handeling te beïnvloeden.";

  4. in het tweede lid dat het derde lid wordt, worden de woorden "de in 2° bedoelde akten" vervangen door de woorden "de in het eerste lid, 2°, bedoelde akten".

    Art. 3. Artikel 14ter van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, wordt vervangen als volgt :

    "Art. 14ter. Op verzoek van een verwerende of tussenkomende partij, en als de afdeling bestuursrechtspraak het nodig oordeelt, wijst ze die gevolgen van de vernietigde individuele akten of, bij wege van algemene beschikking, die gevolgen van de vernietigde reglementen aan, die als definitief moeten worden beschouwd of voorlopig gehandhaafd worden voor de termijn die ze vaststelt.

    De in het eerste lid bedoelde maatregel kan enkel worden bevolen om uitzonderlijke redenen die een aantasting van het legaliteitsbeginsel rechtvaardigen, bij een met bijzondere redenen omklede beslissing en na een tegensprekelijk debat. Deze beslissing kan rekening houden met de belangen van derden.".

    Art. 4. In artikel 15 van dezelfde wetten wordt het woord "nietigverklaring" vervangen door het woord "cassatie".

    Art. 5. In artikel 16 van dezelfde wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 september 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  5. het enige lid, dat het eerste lid wordt, wordt aangevuld met een 8°, luidende :

    "8° elk ander beroep in volle rechtsmacht toegewezen aan de Raad van State.";

  6. het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :

    "Het arrest van de afdeling bestuursrechtspraak kan de beslissing genomen door de overheid of het administratief rechtscollege hervormen. In dat geval treedt het arrest in de plaats van die beslissing.".

    Art. 6. Artikel 17 van dezelfde wetten, vervangen bij de wet van 19 juli 1996 en gewijzigd bij de wetten van 4 augustus 1996 en 15 september 2006, wordt vervangen als volgt :

    "Art. 17. § 1. De afdeling bestuursrechtspraak is als enige bevoegd om, de partijen gehoord of behoorlijk opgeroepen, bij arrest de schorsing te bevelen van de tenuitvoerlegging van een akte of een reglement, vatbaar voor nietigverklaring krachtens artikel 14, §§ 1 en 3, en om alle maatregelen te bevelen die nodig zijn om de belangen veilig te stellen van de partijen of de personen die een belang hebben bij de beslechting van de zaak.

    Deze schorsing of deze voorlopige maatregelen kunnen op elk moment worden bevolen :

  7. indien de zaak te spoedeisend is voor een behandeling ervan in een beroep tot nietigverklaring;

  8. en indien minstens één ernstig middel wordt aangevoerd dat de nietigverklaring van de akte of het reglement prima facie kan verantwoorden.

    In afwijking van het eerste en tweede lid, kunnen de schorsing of de voorlopige maatregelen niet worden gevorderd na de neerlegging van het verslag bedoeld in artikel 24. In dat geval mag evenwel elke partij die hierbij enig belang heeft aan de voorzitter van de kamer waar het verzoek aanhangig werd gemaakt een met redenen omkleed verzoek richten om met spoed een terechtzitting te bepalen. De vordering tot schorsing of tot voorlopige maatregelen, ingediend tussen de neerlegging van het verslag en de kennisgeving ervan, wordt gelijkgesteld met het met redenen omkleed verzoek. De voorzitter spreekt zich over dit verzoek bij beschikking uit. Indien de spoedeisendheid gerechtvaardigd lijkt, stelt hij de zaak vast op korte termijn en ten laatste binnen de twee maanden na de ontvangst van het verzoek, en kan hij de termijnen voor de neerlegging van de laatste memories aanpassen.

    § 2. Het verzoekschrift tot schorsing of tot het bevelen van voorlopige maatregelen bevat een uiteenzetting van de feiten die, volgens de indiener ervan, de spoedeisendheid verantwoorden die ter ondersteuning van dit verzoekschrift wordt ingeroepen.

    Op verzoek van de verwerende of de tussenkomende partij houdt de afdeling bestuursrechtspraak rekening met de vermoedelijke gevolgen van de schorsing van de tenuitvoerlegging of van de voorlopige maatregelen voor alle belangen die kunnen worden geschonden, alsook met het openbaar belang, en kan ze besluiten de schorsing of voorlopige maatregelen niet te bevelen indien de nadelige gevolgen ervan op een kennelijk onevenredige wijze zwaarder wegen dan de voordelen.

    Wanneer de afdeling bestuursrechtspraak een vordering tot schorsing of voorlopige maatregelen verwerpt wegens het gebrek aan spoedeisendheid, kan een nieuwe vordering slechts worden ingediend indien die steunt op nieuwe elementen die de spoedeisendheid van deze vordering rechtvaardigen. De afdeling bestuursrechtspraak kan bovendien een termijn bepalen waarin geen enkele nieuwe vordering tot schorsing of voorlopige maatregelen kan worden ingediend indien het enige nieuw ingeroepen element bestaat uit het verloop van de tijd.

    § 3. Tegen de arresten inzake een vordering tot schorsing of tot het bevelen van voorlopige maatregelen kan geen verzet noch derdenverzet worden aangetekend, noch zijn ze vatbaar voor herziening.

    De arresten waarbij de schorsing of voorlopige maatregelen zijn bevolen, kunnen worden ingetrokken of gewijzigd op verzoek van de partijen.

    § 4. In geval van een uiterst dringende noodzakelijkheid die onverenigbaar is met de behandelingstermijn van de vordering tot schorsing of voorlopige maatregelen bedoeld in paragraaf 1, kunnen de schorsing of voorlopige maatregelen worden bevolen, zelfs voordat een beroep tot nietigverklaring werd ingediend, volgens een procedure die afwijkt van die welke geldt voor de schorsing en de voorlopige maatregelen als bedoeld in paragraaf 1.

    In voorkomend geval kunnen deze schorsing of voorlopige maatregelen zelfs worden bevolen zonder dat alle partijen zijn opgeroepen. In dat laatste geval worden in het arrest dat de voorlopige schorsing of de voorlopige maatregelen beveelt, de partijen opgeroepen om op korte termijn te verschijnen voor de kamer, die uitspraak doet over de bevestiging van de schorsing of de voorlopige maatregelen.

    De schorsing en de voorlopige maatregelen die zijn bevolen vóór het indienen van het verzoekschrift tot nietigverklaring van de akte of het reglement worden onmiddellijk opgeheven als blijkt dat binnen de in de procedureregeling vastgestelde termijn geen verzoekschrift tot nietigverklaring werd ingediend waarin middelen worden aangevoerd die ze gerechtvaardigd hadden.

    § 5. De voorzitter van de kamer of de staatsraad die hij aanwijst, doet binnen vijfenveertig dagen uitspraak over de vordering tot schorsing of tot het bevelen van voorlopige maatregelen. Indien de schorsing of voorlopige maatregelen werden bevolen, wordt binnen zes maanden na de uitspraak van het arrest uitspraak gedaan over het verzoekschrift tot nietigverklaring.

    § 6. De afdeling bestuursrechtspraak kan volgens een door de Koning bepaalde versnelde procedure de akte of het reglement vernietigen indien de verwerende partij of degene die een belang heeft bij de beslechting van de zaak geen vordering tot voortzetting van de procedure heeft ingediend binnen dertig dagen te rekenen van de kennisgeving van het arrest waarbij de schorsing of de voorlopige maatregelen worden bevolen of de voorlopige schorsing of de voorlopige maatregelen worden bevestigd.

    § 7. Ten aanzien van de verzoekende partij geldt een vermoeden van afstand van geding indien de verzoekende partij, nadat de vordering tot schorsing van een akte of een reglement of de vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen afgewezen is, geen verzoek tot voortzetting van de procedure indient binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de kennisgeving van het arrest.

    § 8. Het arrest dat de schorsing, de voorlopige schorsing van de tenuitvoerlegging van een akte of een reglement of voorlopige maatregelen beveelt, kan op vordering van de verzoekende partij een dwangsom opleggen aan de betrokken overheid. In dat geval is artikel 36, §§ 2 tot 5, van toepassing.

    § 9. Ingeval de schorsing van de tenuitvoerlegging of voorlopige maatregelen worden bevolen wegens machtsafwending, wordt de zaak verwezen naar de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak.

    Indien de algemene vergadering de akte of het reglement waartegen het beroep is gericht niet vernietigt, houden de schorsing of de voorlopige maatregelen onmiddellijk op gevolg te hebben. In dit geval wordt de zaak voor de behandeling van eventuele andere middelen verwezen naar de kamer waarbij ze oorspronkelijk is ingeleid.

    § 10. Indien de kamer bevoegd om uitspraak te doen over de grond van de zaak de akte of het reglement waartegen het beroep gericht is niet vernietigt, heft ze de bevolen schorsing alsook de voorlopige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT