6 JULI 2012. - Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wat het stelsel van kwaliteitszorg en accreditatie betreft

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

DECREET tot wijziging van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wat het stelsel van kwaliteitszorg en accreditatie betreft

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen

Art. 2. In artikel 3 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, gewijzigd bij de decreten van 30 april 2004, 16 juni 2006, 29 juni 2007, 30 april 2009 en 1 juli 2011, wordt het tweede streepje vervangen door wat volgt :

- accreditatie en instellingsreview :

a) opleidingsaccreditatie : de formele erkenning van een opleiding op grond van een beslissing van een onafhankelijk orgaan waarin vastgesteld wordt dat de opleiding voldoet aan vooraf vastgestelde minimale kwaliteits- en niveauvereisten;

b) eerste ronde opleidingsaccreditaties : de accreditaties die zijn verleend vanaf 1 februari 2005 tot en met het einde van het academiejaar 2012-2013;

c) tweede ronde opleidingsaccreditaties : de accreditaties die zijn verleend vanaf het begin van het academiejaar 2013-2014 tot en met het einde van het academiejaar 2020-2021;

d) derde ronde opleidingsaccreditaties : de accreditaties die zijn verleend vanaf het begin van het academiejaar 2021-2022 tot en met het einde van het academiejaar 2028-2029;

e) instellingsreview : periodieke beoordeling door een externe commissie van de beleidsprocessen die een instelling hoger onderwijs opzet om te garanderen dat ze haar taken op het terrein van het onderwijs op een kwaliteitsvolle manier uitvoert;

f) positief besluit instellingsreview : het besluit van de accreditatieorganisatie dat een instellingsreview afrondt en waarin de accreditatieorganisatie bevestigt dat de instelling voldoet aan alle onderwerpen van het beoordelingskader instellingsreview;

g) eerste ronde instellingsreviews : de instellingsreviews die worden uitgevoerd vanaf het begin van het academiejaar 2015-2016 tot en met het einde van het academiejaar 2016-2017;

h) tweede ronde instellingsreviews : de instellingsreviews die worden uitgevoerd vanaf het begin van het academiejaar 2019-2020 tot en met het einde van het academiejaar 2020-2021;

i) derde ronde instellingsreviews : de instellingsreviews die worden uitgevoerd vanaf het begin van het academiejaar 2025-2026 tot en met het einde van het academiejaar 2026-2027;

j) opleidingsdossier : het dossier dat het instellingsbestuur indient met het oog op het verkrijgen van de opleidingsaccreditatie;

k) visitatierapport : de gepubliceerde externe beoordeling uitgevoerd door een visitatiecommissie georganiseerd door een evaluatieorgaan.

.

Art. 3. Artikel 9ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 maart 2004, wordt opgeheven.

Art. 4. In artikel 9sexies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 maart 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen de woorden « Vlaamse Gemeenschap » en de woorden « de accreditatie » de zinsnede « de instellingsreview wordt uitgevoerd, de besluiten die de instellingsreview afronden, worden genomen, » ingevoegd;

  2. in paragraaf 1, tweede lid, eerste volzin, worden tussen de woorden « De accreditatiebesluiten » en de woorden « worden bij uittreksel » de woorden « en de besluiten die de instellingsreview afronden » ingevoegd;

  3. in paragraaf 1, tweede lid, derde volzin, worden tussen het woord « De » en het woord « accreditatiebesluiten » de zinsnede « besluiten en de rapporten die de instellingsreview afronden, en de » ingevoegd;

  4. paragraaf 2 wordt opgeheven.

    Art. 5. Aan artikel 9septies, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 maart 2004, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt :

    3° de besluiten die de instellingsreview afronden, de rapporten van de instellingsreviews en de stukken op grond waarvan ze zijn opgemaakt.

    .

    Art. 6. Aan artikel 9nonies, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 maart 2004 worden een punt k), l), m) en n) toegevoegd, die luiden als volgt :

    k) de Antwerp Management School;

    l) de Evangelische Theologische Faculteit in Heverlee;

    m) de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid in Brussel;

    n) de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad;

    .

    Art. 7. In artikel 56 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 maart 2004 en gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  5. in paragraaf 1 wordt punt 1° vervangen door wat volgt :

    1° ofwel overeenkomstig onderafdeling 2 geaccrediteerd is voor de in het accreditatiebesluit bepaalde duur;

    ;

  6. in paragraaf 1 wordt punt 3° vervangen door wat volgt :

    3° ofwel een verlenging geniet van de geldigheidsduur van de accreditatie overeenkomstig artikel 58bis, § 5, en artikel 59ter, ofwel nog een tijdelijke erkenning geniet.

    ;

  7. in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :

    Een opleiding die niet meer voldoet aan de voorwaarden vermeld in paragraaf 1 wordt geschrapt uit het Hoger Onderwijsregister, vermeld in artikel 64, vanaf het academiejaar dat volgt op het academiejaar waarin de geldigheid van de lopende accreditatie, de erkenning als nieuwe opleiding of de verlenging van de accreditatie vervalt.

    .

    Art. 8. In titel I, hoofdstuk III, afdeling 2, onderafdeling 2, sectie 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 maart 2004, 16 juni 2006 en 8 mei 2009, wordt een subsectie 1 ingevoegd, die luidt als volgt :

    Subsectie 1. Algemeen

    .

    Art. 9. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt in subsectie 1, ingevoegd bij artikel 8, een artikel 56bis ingevoegd, dat luidt als volgt :

    Art. 56bis. § 1. De accreditatie van een opleiding wordt verleend op aanvraag van het instellingsbestuur. De accreditatie van gezamenlijk georganiseerde opleidingen die voltooid worden met een gezamenlijk diploma, wordt verleend op gezamenlijke aanvraag van de betrokken Vlaamse instellingsbesturen.

    § 2. De aanvraag voor accreditatie van een opleiding ingediend door het bestuur van een geregistreerde instelling omvat in alle gevallen een visitatierapport georganiseerd door een evaluatieorgaan.

    .

    Art. 10. In titel I, hoofdstuk III, afdeling 2, onderafdeling 2, sectie 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 maart 2004, 16 juni 2006 en 8 mei 2009, wordt na artikel 56bis, ingevoegd bij artikel 9, een subsectie 2 ingevoegd, die luidt als volgt :

    Subsectie 2. Aanvragen accreditatie op basis van een visitatierapport

    .

    Art. 11. Artikel 57 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 maart 2004 en gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2006 en 8 mei 2009, wordt vervangen door wat volgt :

    Art. 57. De accreditatieaanvraag moet uiterlijk vier maanden vóór het verstrijken van de geldigheid van de lopende accreditatie of van de erkenning als nieuwe opleiding of van de tijdelijke erkenning worden ingediend. De termijnen worden berekend van maand tot maand en van dag tot dag. In de termijnen is de dag waarop de termijn verstrijkt inbegrepen.

    Het instellingsbestuur vraagt een accreditatie aan binnen een periode van twee maanden na de publicatie van het visitatierapport.

    .

    Art. 12. In artikel 57bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 maart 2004 en gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2006 en 8 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  8. in paragraaf 2, derde lid, punt 1°, wordt de tweede zin vervangen door wat volgt :

    Van de visitatiecommissie maakt ten minste één student deel uit. De leden van de visitatiecommissie moeten onafhankelijk staan ten opzichte van de instelling die gevisiteerd wordt;

    ;

  9. in paragraaf 2, derde lid, wordt punt 2° vervangen door wat volgt :

    2° de visitatiecommissie hanteert een visitatieprotocol opgesteld door een evaluatieorgaan. Dat protocol voorziet ten minste in de elementen, vermeld in artikel 93;

    ;

  10. in paragraaf 2, derde lid, wordt punt 3° vervangen door wat volgt :

    3° de werking van de visitatiecommissie wordt gecoördineerd door een evaluatieorgaan. Elk evaluatieorgaan dat optreedt ten aanzien van visitaties in geregistreerde instellingen moet ofwel European Quality Assurance Register for Higher Education (EQAR) geregistreerd zijn ofwel erkend zijn door de accreditatieorganisatie, die daarvoor een reglement opstelt. De leden van het evaluatieorgaan moeten onafhankelijk staan ten opzichte van de instellingen waaromtrent zij beslissingen nemen in het kader van de coördinatie van visitaties;

    ;

  11. in paragraaf 2, derde lid, wordt punt 4° vervangen door wat volgt :

    4° de visitatiecommissie publiceert de uitkomst van de visitatie als een openbaar visitatierapport.

    ;

  12. paragraaf 2ter en paragraaf 3 worden opgeheven.

    Art. 13. In titel I, hoofdstuk III, afdeling 2, onderafdeling 2, sectie 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 maart 2004, 16 juni 2006 en 8 mei 2009, wordt na artikel 57ter een subsectie 3 ingevoegd, die luidt als volgt :

    Subsectie 3. Aanvragen om accreditatie op basis van een opleidingsdossier

    .

    Art. 14. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt in subsectie 3, ingevoegd bij artikel 13, een artikel 57quater ingevoegd, dat luidt als volgt :

    Art. 57quater. § 1. Als vanaf de tweede ronde instellingsreviews het instellingsbestuur beschikt over een positief besluit instellingsreview, bestaat de accreditatieaanvraag uit een opleidingsdossier.

    Het opleidingsdossier moet de accreditatieorganisatie in staat stellen te verifiëren of de instelling op een gegronde wijze tot de conclusie is gekomen dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. Het dossier omvat de volgende stukken :

    1° een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT