Protocol nr. 11 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, betreffende herstructurering van het bij dat Verdrag ingestelde controlemechanisme, met bijlage. Straatsburg, 11 mei 1994., de 11 mai 1994

Artikel 1. De tekst van de Titels II tot en met IV van het Verdrag (artikelen 19 tot en met 56) en het Tweede Protocol, waarbij aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de bevoegdheid wordt verleend advies uit te brengen, worden vervangen door de volgende Titel II van het Verdrag (artikelen 19 tot en met 51) :

" TITEL II. - Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

" Artikel 19. Instelling van het Hof.

Teneinde de nakoming te verzekeren van de verplichtingen die de Hoge Verdragsluitende Partijen in het Verdrag en de Protocollen daarbij op zich hebben genomen, wordt een Europees Hof voor de Rechten van de Mens ingesteld, hierna te noemen "het Hof". Het functioneert op een permanente basis.

" Artikel 20. Aantal rechters.

Het Hof bestaat uit een aantal rechters dat gelijk is aan het aantal Hoge Verdragsluitende Partijen.

" Artikel 21. Voorwaarden voor uitoefening van de functie 1. De rechters moeten het hoogst mogelijk zedelijk aanzien genieten en in zich verenigen de voorwaarden die worden vereist voor het uitoefenen van een hoge functie bij de rechterlijke macht, ofwel rechtsgeleerden zijn van erkende bekwaamheid.

  1. De rechters hebben zitting in het Hof op persoonlijke titel.

  2. Gedurende hun ambtstermijn mogen de rechters geen activiteiten verrichten die onverenigbaar zijn met hun onafhankelijkheid, onpartijdigheid of met de eisen van een volledige dagtaak; het Hof beslist over alle vragen met betrekking tot de toepassing van dit lid.

    " Artikel 22. Verkiezing van rechters.

  3. Voor elke Hoge Verdragsluitende Partij worden de rechters gekozen door de Parlementaire Vergadering, met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, uit een lijst van drie kandidaten, voorgedragen door de Hoge Verdragsluitende Partij.

  4. Dezelfde procedure wordt gevolgd om het Hof aan te vullen in geval van toetreding van nieuwe Hoge Verdragsluitende Partijen en om tussentijdse vacatures te vervullen.

    " Artikel 23. Ambtstermijn.

  5. De rechters worden gekozen voor een periode van zes jaar. Zij zijn herkiesbaar. De ambtstermijn van de helft van de rechters die bij de eerste verkiezing zijn gekozen, eindigt evenwel na drie jaar.

  6. De rechters van wie de ambtstermijn zal eindigen na de eerste periode van drie jaar, worden bij loting aangewezen door de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa, onmiddellijk na hun verkiezing.

  7. Teneinde zo veel mogelijk te bewerkstelligen dat elke drie jaar de ambtstermijn van de helft van de rechters wordt verlengd, kan de Parlementaire Vergadering, alvorens tot een volgende verkiezing over te gaan, besluiten dat de ambtstermijn van ÈÈn of meer te verkiezen rechters een andere duur heeft dan zes jaar, doch ten hoogste negen en ten minste drie Jaar.

  8. Ingeval het meer dan ÈÈn ambtstermijn betreft en de Parlementaire Vergadering het voorgaande lid toepast, geschiedt de toedeling van de ambtstermijnen door middel van loting door de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa onmiddellijk na de verkiezing.

  9. Een rechter die is verkozen ter vervanging van een rechter van wie de ambtstermijn niet is geÎindigd, maakt de ambtstermijn van zijn voorganger af.

  10. De ambtstermijn van rechters eindigt wanneer zij de leeftijd van 70 jaar bereiken.

  11. De rechters blijven in functie tot hun vervanging. Zij handelen evenwel de zaken af die zij reeds in behandeling hebben.

    " Artikel 24. Ontheffing uit het ambt.

    Een rechter kan slechts van zijn functie worden ontheven indien de overige rechters bij een meerderheid van tweederde besluiten dat hij niet meer aan de vereiste voorwaarden voldoet.

    " Artikel 25. Griffie en referendarissen.

    Het Hof beschikt over een griffie, waarvan de taken en de organisatie worden vastgesteld in het reglement van het Hof. Het Hof wordt bijgestaan door referendarissen.

    " Artikel 26. Hof in voltallige vergadering bijeen.

    Het Hof in voltallige vergadering bijeen :

    a. kiest zijn president en ÈÈn of twee Vice-Presidenten voor een periode van drie jaar; zij zijn herkiesbaar;

    b. stelt Kamers in voor bepaalde tijd;

    c. kiest de Voorzitters van de Kamers van het Hof; zij zijn herkiesbaar;

    d. neemt het reglement van het Hof aan; en

    e. kiest de Griffier en ÈÈn of twee Plaatsvervangend Griffiers.

    " Artikel 27. ComitÈs, Kamers en Grote Kamer.

  12. Ter behandeling van bij het Hof aanhangig gemaakte zaken, houdt het Hof zitting in comitÈs van drie rechters, in Kamers van zeven rechters en in een Grote Kamer van zeventien rechters. De Kamers van het Hof stellen comitÈs in voor bepaalde tijd.

  13. De rechter die is gekozen voor de betrokken Staat maakt van rechtswege deel uit van de Kamer en van de Grote Kamer; in geval van zijn ontstentenis of belet wijst die Staat een persoon aan om daarin als rechter zitting te hebben.

  14. De Grote Kamer bestaat mede uit de President van het Hof, de Vice-Presidenten, de Voorzitters van de Kamers en andere rechters, aangewezen overeenkomstig het reglement van het Hof. Wanneer een zaak op grond van artikel 43 naar de Grote Kamer wordt verwezen, mag een rechter van de Kamer die uitspraak heeft gedaan, geen zitting nemen in de Grote Kamer, met uitzondering van de voorzitter van de Kamer en de rechter die daarin zitting had voor de betrokken Staat.

    " Artikel 28. Verklaringen van niet-ontvankelijkheid van comitÈs.

    Een comitÈ kan, met eenparigheid van stemmen, een individueel verzoekschrift, ingediend op grond van artikel 34, niet-ontvankelijk verklaren of van de rol schrappen, wanneer deze beslissing zonder nader onderzoek kan worden genomen. De beslissing geldt als einduitspraak.

    " Artikel 29. Beslissingen van Kamers inzake ontvankelijkheid en gegrondheid.

  15. Indien geen beslissing ingevolge artikel 28 is genomen, doet een Kamer uitspraak over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van individuele verzoekschriften, ingediend op grond van artikel 34.

  16. Een Kamer doet uitspraak over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van interstatelijke verzoekschriften, ingediend op grond van artikel 33.

  17. De beslissing inzake ontvankelijkheid wordt afzonderlijk genomen, tenzij het Hof, in uitzonderlijke gevallen, anders beslist.

    " Artikel 30. Afstand van rechtsmacht ten gunste van de Grote Kamer.

    Indien de bij een Kamer aanhangige zaak aanleiding geeft tot een ernstige vraag betreffende de interpretatie van het Verdrag of de Protocollen daarbij of wanneer de oplossing van een vraag aanhangig voor een Kamer een resultaat kan hebben dat strijdig is met een eerdere uitspraak van het Hof, kan de Kamer, te allen tijde voordat zij uitspraak doet, afstand doen van rechtsmacht ten gunste van de Grote Kamer, tenzij ÈÈn van de betrokken partijen daartegen bezwaar maakt.

    " Artikel 31. Bevoegdheden van de Grote Kamer.

    De Grote Kamer,

    a. doet uitspraak over op grond van artikel 33 of artikel 34 ingediende verzoekschriften wanneer een Kamer ingevolge artikel 30 afstand van rechtsmacht heeft gedaan of wanneer de zaak ingevolge artikel 43 naar de Grote Kamer...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT