1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven

en der groeven van uit te houwen kalksteen

in de provincie Henegouwen

Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003

Vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (Overeenkomst geregistreerd op 28 november 2003 onder het nummer 68703/CO/102.01)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de hardsteengroeven en van de groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.

Onder "werknemers" worden de werklieden en de werksters verstaan.

Zij heeft tot doel de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten te coördineren en aan te passen en zij mag geen afbreuk doen aan de gunstiger ondernemingsovereenkomsten die reeds werden gesloten, noch aan de voordeliger loonregelingen die werkelijk worden toegepast.

Art. 2. Classificatie :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Brigadier : effectief betaald loon voor de uitgeoefende functie, bijgevuld met een minimum bedrag van 0,5231 EUR in een arbeidstijdregeling van 39 uur/week, geïndexeerd en inbegrepen in het loon van de uitgeoefende functie van brigadier.

Art. 3. Uurlonen in de verschillende arbeidstijdregelingen.

Rekening houdend met een anticipatie van de index :

de uurlonen worden met 0,4958 EUR in 39 uren/week verhoogd op 1 januari 2003.

Wanneer deze vier anticipaties worden overschreden, zal het indexeringssysteem echter opnieuw normaal worden toegepast, namelijk als de index 113,89 zal bereikt of overschreden worden.

De nieuwe lonen op 1 januari 2003, gekoppeld aan het indexcijfer 109,44 zijn vastgesteld als volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

N.B. : bij de bovenvermelde lonen is het gebruik van de werktuigen inbegrepen (steenklovers in de laag, kanthouwers van blokken, loshouwers).

Art. 4. Op 1 januari 2003 is de loonschaal voor de steenklovers in de laag in opleiding de volgende :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

In de "Carrières du Hainaut" moeten de vier trimestriële verhogingen worden aangepast met 0,02479 EUR.

Art. 5. Op 1 januari 2003 worden de hieronder vermelde categorieën tegen de volgende minimumuurlonen betaald :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6. De steenopvullers hebben geen vast loon; zij ontvangen een bijslag bij hun loon als steenhouwer op het ogenblik waarop zij steenopvullers worden, hetzij :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7. Op 1 januari 2003 zijn de lonen van de werknemers van het onderhoudsatelier en van het atelier voor het mechanisch kappen de volgende :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 8. Op 1 januari 2003 ontvangen de non-stop-diamantzagers :

  1. hetzij een bijslag per uur van :

    - 0,0538 EUR in de regeling van 40 uren/week;

    - 0,0550 EUR in de regeling van 39 uren/week;

    - 0,0563 EUR in de regeling van 38 uren/week.

  2. hetzij een premie waarvan het bedrag in elke onderneming wordt bepaald.

    Art. 9. Op 1 januari 2003 ontvangen de werknemers die het brevet van mijnwerker hebben bekomen een loon van :

    - 11,0764 EUR in de regeling van de 40 uren/week;

    - 11,3295 EUR in de regeling van de 39 uren/week;

    - 11,6269 EUR in de regeling van de 38 uren/week.

    HOOFDSTUK II. - Ploegenpremies - verplaatste arbeidstijdregelingen

    Art. 10. Onverminderd de wettelijke bepalingen terzake, worden de ploegenpremies vastgesteld als volgt op 1 januari 2003, op index 109,44 en zij worden niet bevroren.

  3. in de regeling van 40 uren/week :

    - 0,4779 EUR voor de arbeidsprestaties die worden verricht tussen 6 en 14 uren en voor die welke begrepen zijn tussen 14 en 22 uur;

    - 1,7611 EUR voor de arbeidsprestaties die begrepen zijn tussen 22 en 6 uur.

  4. in de regeling van 39 uren/week :

    - 0,4906 EUR voor de arbeidsprestaties die worden verricht tussen 6 en 14 uur en voor die welke worden verricht tussen 14 en 22 uur;

    - 1,8072 EUR voor de arbeidsprestaties die worden verricht tussen 22 en 6 uur.

  5. in de regeling van 38 uren/week :

    - 0,5095 EUR voor de arbeidsprestaties die begrepen zijn tussen 6 en 14 uur en voor die welke begrepen zijn tussen 14 en 22 uur;

    - 1,8532 EUR voor de arbeidsprestaties die begrepen zijn tussen 22 en 6 uur.

    Deze bijslagen worden toegekend aan de werknemers die volgens een verplaatste arbeidstijdregeling werken, voor zover het tijdverschil overeenstemt met een van de ploegen die in de onderneming bestaan.

    Ingeval de regeling van de ploegenarbeid tijdelijk wordt afgeschaft, zullen de werkgevers pogen de betrokken werknemers tewerk te stellen in een categorie die overeenstemt met het vroegere loon, met inbegrip van de bijslag voor ploegenarbeid.

    Voor de toepassing van dit artikel in sommige ondernemingen worden de vermeldingen 6 uur, 14 uur en 22 uur respectievelijk vervangen door 5 uur, 13 uur en 21 uur.

    HOOFDSTUK III. - Werknemers die minder dan 20 jaar oud zijn

    Art. 11. De minimumuurlonen van de werknemers die minder dan 20 jaar oud zijn worden vastgesteld volgens de volgende percentages, die toepasselijk zijn op de lonen van de werknemers die ten minste 20 jaar oud zijn van de categorie waartoe zij behoren :

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    Art. 12. De werknemers die minder dan 20 jaar oud zijn die de vereiste vakbekwaamheid en het vereiste rendement hebben en die hetzelfde niveau bereiken als de werknemers van ten minste 20 jaar oud, van dezelfde beroepencategorie ontvangen het loon van de werknemer die ten minste 20 jaar oud is.

    Art. 13. De werknemers van minder dan 20 jaar oud die de beroepsvervolmakingscursussen in de mechanica, de elektriciteit of het steenzagen of andere cursussen volgen die betrekking hebben op hun beroepsactiviteit, ontvangen gedurende de maximum periode van deze cursussen van vier jaar een bijslag per uur van :

    - 0,0248 EUR in de regeling van 40 uren/week;

    - 0,0256 EUR in de regeling van 39 uren/week;

    - 0,0260 EUR in de regeling van 38 uren/week.

    Deze bijslag per uur wordt per maand betaald, voor zover de werknemers blijk geven van een regelmatige aanwezigheid van 80 pct. van het aantal uren van de cursussen.

    Bovendien wordt deze bijslag per uur de eerste maal dat een schooljaar wordt overgedaan verminderd :

    - van 0,0248 tot 0,0218 EUR in de regeling van 40 uren/week;

    - van 0,0256 tot 0,0223 EUR in de regeling van 39 uren/week;

    - van 0,0260 tot 0,0231 EUR in de regeling van 38 uren/week.

    De betrokkenen ontvangen deze bijslag niet voor elk nieuw jaar dat wordt overgedaan.

    De premies waarop artikel 13 betrekking heeft worden niet geïndexeerd.

    HOOFDSTUK IV. - Premies voor moeilijke werken

    Art. 14.

  6. Werken in een kast of opgehangen boven de afgrond om een muur te schilderen : uurpremie gelijk aan 20 pct. van het basisloon.

  7. Herstelling van de brug boven de groeve : beperkt tot de herstelling van de trolleydraden :

    - uurpremie van 0,1528 EUR in een regeling van 40 uren/week;

    - uurpremie van 0,1566 EUR in een regeling van 39 uren/week;

    - uurpremie van 0,1605 EUR in een regeling van 38 uren/week.

  8. Aanbrengen van een katrol of plaatsen van een koord in de groef van een katrol die aan de muur van de groeve is bevestigd in een kast boven de groeve :

    - uurpremie van 0,3968 EUR in een regeling van 40 uren/week;

    - uurpremie van 0,4071 EUR in een regeling van 39 uren/week;

    - uurpremie van 0,4168 EUR in een regeling van 38 uren/week.

  9. Werken op een mast tijdens de winter, beperkt tot het werk dat wordt verricht wanneer de arbeid in de groeve wordt stopgezet wegens slecht weer : premie van 0,07 EUR per uur.

    De premies die reeds werden toegekend en die gunstiger zijn dan die waarin hierboven is voorzien zullen verworven blijven.

    HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

    Art. 15. De minimumuurlonen, de werkelijk...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT