25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van 1 april 2014 van de Nationale Bank van België betreffende de handelsactiviteiten voor eigen rekening

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de artikelen 119 tem 133;

Gelet op de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België;

Op de voordracht van de Minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het reglement van 1 april 2014 van de Nationale Bank van België betreffende de handelsactiviteiten voor eigen rekening, dat bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2014.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Financiën,

K. GEENS

Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van 1 april 2014 van de Nationale Bank van België betreffende de handelsactiviteiten voor eigen rekening

Reglement van 1 april 2014 van de Nationale Bank van België betreffende de handelsactiviteiten voor eigen rekening

De Nationale Bank van België,

Gelet op artikel 12bis van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België;

Aangezien dat artikel 119 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen verbiedt dat kredietinstellingen rechtstreeks of via Belgische of buitenlandse dochterondernemingen handelsactiviteiten voor eigen rekening uitoefenen;

Aangezien dat volgens artikel 121 van de wet van 25 april 2014 en onder voorbehoud van wat volgt, de verrichtingen op financiële instrumenten die deel uitmaken van de volgende categorieën van activiteiten niet als verboden handelsactiviteiten voor eigen rekening worden beschouwd:

  1. het verlenen aan cliënten van beleggingsdiensten en nevendiensten, zoals bepaald in artikel 46, 1°, 1., 2. en 4. tot 8., en 2° van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, die erop gericht zijn om te voldoen aan de financierings-, afdekkings- of beleggingsbehoeften van de cliënten;

  2. de activiteiten van marketmaking die bestaan in de regelmatige en doorlopende aanwezigheid, op een gereglementeerde markt of in een multilaterale handelsfaciliteit waarvan hij lid is, van een marktdeelnemer die vaste bied- en laatkoersen aanbiedt voor financiële instrumenten, met een verbintenis van zijn kant om tegen deze prijzen als wederpartij op te treden voor minimumhoeveelheden, teneinde liquiditeit te scheppen in de betrokken markt, voor zover deze marktdeelnemer door de marktonderneming of de beleggingsonderneming die de betrokken markt of de multilaterale handelsfaciliteit exploiteert, wordt geattesteerd als marketmaker;

  3. de activiteiten tot afdekking van de eigen risico's van de kredietinstelling of van haar dochterondernemingen, met inbegrip van de risico's verbonden aan de activiteiten bedoeld in 1°, 2°, 4° en 5° ;

  4. het gezond en voorzichtig beheer van de liquiditeiten van de kredietinstelling en haar dochterondernemingen;

  5. de aan- en verkoop van financiële instrumenten verworven met het oogmerk om op duurzame wijze te worden aangehouden.

    Overwegende dat, om niet als verboden handelsactiviteiten voor eigen rekening te worden beschouwd, de verrichtingen die deel uitmaken van een van de vijf bovenvermelde categorieën van activiteiten aan de volgende voorwaarden moeten voldoen:

  6. zij moeten worden verricht binnen de risicolimieten en met inachtneming van de omkaderingsmaatregelen die in dit reglement zijn bepaald;

  7. wat de verrichtingen in het kader van de activiteiten bedoeld in paragraaf 1, 1° tot 3° betreft, moet de instelling aantonen dat zij voor haar noodzakelijk zijn om haar intermediërende rol voor haar cliënten te kunnen vervullen;

  8. wat de verrichtingen in het kader van de activiteiten bedoeld in paragraaf 1, 4° en 5° betreft, moet de instelling aantonen dat zij noodzakelijk zijn met het oog op een gezond en voorzichtig beheer van de liquiditeiten of investeringen;

    Gelet op de raadpleging van de kredietinstellingen via hun beroepsvereniging,

    Besluit :

    Afdeling 1. - Definities

    Artikel 1. § 1. Tenzij anders is aangegeven, gelden voor de termen die in dit reglement worden gebruikt, de definities van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012.

    § 2. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

    1) Wet: de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.

    2) Verordening 575/2013 : Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012.

    3) Handelsactiviteiten: alle posities in financiële instrumenten die worden ingenomen met de intentie om te handelen of ter afdekking van posities die worden ingenomen met de intentie om te handelen. Deze activiteiten omvatten:

    * de aan- en verkoop van schuldinstrumenten, aandelen of andere schuldvorderingen, die al dan niet zijn uitgegeven door de instelling,

    * de aan- en verkoop van vreemde valuta's en basisproducten,

    * het sluiten van derivatencontracten,

    * het vast overnemen van financiële instrumenten en het plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie.

    4) Significante handelsactiviteiten: een wederpartij wordt geacht significante handelsactiviteiten uit te oefenen wanneer:

    i. De waarde van de handelsactiviteiten op basis van het gemiddelde van de laatste drie gepubliceerde jaarrekeningen meer dan 50 miljard euro bedraagt. Deze waarde wordt berekend door de som van de handelsactiva en -passiva te delen door twee. Indien de wederpartij geconsolideerde jaarrekeningen publiceert, wordt deze som berekend op basis van de geconsolideerde positie;

    ii. De wederpartij een marketmaker is die bied- en laatkoersen aanbiedt voor financiële instrumenten en tegen deze prijzen als wederpartij optreedt voor minimumhoeveelheden, teneinde liquiditeit te scheppen voor de betrokken instrumenten. In dit geval worden enkel de handelsactiviteiten die betrekking hebben op deze financiële instrumenten als significante handelsactiviteiten beschouwd.

    5) Handelsafdeling: trading desk van een instelling die belast is met een of meer handelsactiviteiten.

    6) Derivaten: derivatencontracten als bedoeld in de punten 4 tot 10 van deel C van bijlage I van de Europese richtlijn 2004/39/EG.

    7) Handelsactiva: som van de netto handelsactiva en 80 % van de derivaten aangehouden met de intentie om te handelen, zoals gedefinieerd in de boekhoudnormen die de instelling hanteert voor de controle op de naleving van de solvabiliteitsnormen die vastgelegd zijn in Verordening 575/2013, waarbij

    * de netto handelsactiva gedefinieerd worden als de som van, enerzijds, de activa aangehouden voor transactiedoeleinden min de derivaten aangehouden voor transactiedoeleinden aan de actiefzijde en, anderzijds, de baisseposities van de handelsportefeuille in effecten en verhandelbaar papier;

    * de derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden worden gedefinieerd als het aritmetisch gemiddelde van de derivaten aangehouden voor transactiedoeleinden aan de actiefzijde en de derivaten aangehouden voor transactiedoeleinden aan de passiefzijde.

    8) Eigenvermogensvereisten voor marktrisico: de eigenvermogensvereisten voor de handelsportefeuille, berekend overeenkomstig titel IV van Verordening 575/2013, zonder rekening te houden met het vereiste voor het wisselkoersrisico.

    Balansbeheer: beheer van de structurele markt- en kredietrisico's die verbonden zijn aan de commerciële activiteiten van kredietverlening en depositowerving.

    Art. 2. § 1. Conform artikel 119 van de wet en onverminderd artikel 121 van de wet, zijn handelsactiviteiten voor eigen rekening verboden.

    § 2. Tenzij de instelling aantoont dat ze worden uitgevoerd conform de in dit reglement bepaalde omkaderingsmaatregelen en limieten, worden transacties beschouwd als met de intentie om te handelen voor eigen rekening verrichte transacties wanneer ze worden verricht met de bedoeling om op korte termijn weer te worden afgestoten en/of met de bedoeling om op korte termijn een voordeel te behalen uit bestaande of verwachte verschillen tussen de aankoop- en verkoopprijzen of uit andere schommelingen van de marktprijzen. Dit is met name het geval wanneer:

    i. De instelling niet van plan is de positie of het financieel instrument langer dan zes maanden te behouden; of

    ii. Wanneer de positie of het financieel instrument opgenomen is in de handelsactiva en -passiva op basis van de toepasselijke boekhoudregels, tenzij de instelling kan aantonen dat deze transacties gebruikt worden ter afdekking van risico's die voortvloeien uit transacties buiten de handelsportefeuille; of

    iii. Wanneer deze transacties resulteren in een of meer korte posities (die niet gecompenseerd wordt of worden door een lange positie) in een schuldinstrument, een aandeel of andere financiële instrumenten waarvan de onderliggende instrumenten schuldinstrumenten of aandelen zijn.

    Art. 3. § 1. Conform artikel 121, § 1, 5° van de wet, vallen transacties op financiële instrumenten die in het kader van de beleggingsportefeuille worden verricht, of meer algemeen in het kader van het balansbeheer, niet onder het verbod van artikel 119 van de wet, onder voorbehoud van het feit dat de instelling het vaste voornemen moet hebben om de effecten en andere financiële instrumenten van de beleggingsportefeuille duurzaam aan te houden, in principe tot op de vervaldatum ervan.

    § 2. De instelling moet ook aantonen:

    i. Met name wat de beleggingsportefeuille betreft, dat zij over het nodige financieringsvermogen beschikt om de effecten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT