29 MAART 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van de quota voor groenstroomcertificaten voor het jaar 2008 en de volgende genomen in toepassing van artikel 28 § 2, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 28 § 2, derde lid;

Gelet op het advies DR-20061122-50 van de Dienst Regelgeving van het BIM van 22 november 2006;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 3 mei 2007;

Op voorstel van de Minister belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Renovatiepremies en Groenvoorzieningen;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De quota zijn :

2,5 % voor het jaar 2008

2,5 % voor het jaar 2009

2,75 % voor het jaar 2010

3 % voor het jaar 2011

3,25 % voor het jaar 2012

Art. 2. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd is voor Energie, is belast met de tenuitvoerlegging van dit besluit.

Brussel, 29 maart 2007.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Ch. PICQUE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Renovatiepremies en Groenvoorzieningen,

E. HUYTEBROECK

22 NOVEMBER 2006. - Advies SR-20061122-50 van het dienstregulering betreffende de quota voor groenestroomcertificaten voor het jaar 2007 en volgende ter bevordering van groene elektriciteit en kwaliteitswarmtekrachtkoppeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven bij toepassing van artikel 28, § 2, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

  1. RECHTSGROND

    1. Artikel 28 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna « elektriciteitsordonnantie » genoemd) luidt als volgt :

      Art. 28. § 1er. Om de productie van groene energie alsook kwalitatieve warmtekrachtkoppeling op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te bevorderen, wordt een systeem van groenestroomcertificaten ingevoerd.

      Na advies van de Dienst, bepaalt de Regering de criteria, de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van groenestroomcertificaten alsook de procedure voor de certificering van de installaties van groene elektriciteit en warmtekrachtkoppeling.

      De Dienst kent de groenestroomcertificaten toe op basis van objectieve en nietdiscriminerende criteria (...).

      § 2. Iedere leverancier, met uitzondering van de distributienetbeheerder, levert aan de Dienst een aantal groenestroomcertificaten af dat overeenstemt met de in deze paragraaf opgelegde jaarlijkse quota, vermenigvuldigd met het geheel van leveringen, uitgedrukt in Mwu, in de loop van het jaar aan in aanmerking komende afnemers gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en gedeeld door 1 MWu.

      De quota zijn :

      1. 2 % voor het jaar 2004;

      2. 2,25 % voor het jaar 2005;

      3. 2,5 % voor het jaar 2006.

      De Regering bepaalt, na advies van de Dienst, de quota voor de volgende jaren op basis van de evolutie van de groene-elektriciteitsmarkt en van de werking van de vrijgemaakte markt.

      Na advies van de dienst, bepaalt de Regering de voorwaarden waaronder de leveranciers door andere overheden uitgegeven groenestroomcertificaten aan de Dienst kunnen afleveren, alsook de praktische uitvoeringsregels van deze paragraaf.

      § 3. In geval van, gehele of gedeeltelijke, niet-uitvoering van de verplichting bepaald in § 2, legt de Dienst een boete op aan de betrokken leverancier overeenkomstig artikel 32, § 2bis.

    2. Het steunmechanisme voor groene elektriciteit van het Brussels HoofdstedelijkGewest past in het kader van twee Europese richtlijnen terzake : de richtlijn 2001/77/EG betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen, en de richtlijn 2004/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling.

      De richtlijn 2001/77/EG maakt melding van de nationale streefdoelen van de lidstaten voor wat betreft het aandeel groene elektriciteit in het bruto stroomverbruik in 2010.

      Ieder gewest legt zelf doelstellingen vast in functie van de lokale mogelijkheden voor het ontwikkelen van nieuwe installaties voor groene stroom. De vooropgestelde doelstelling van België bedraagt 6 % groene elektriciteit tegen 2010. De Europese doelstelling bedraagt 22 % groene elektriciteit in 2010.

  2. VOORAFGAANDE UITEENZETTING EN ANTECEDENTEN DE TOESTAND OP DE MARKT VAN GROENESTROOMCERTIFICATEN

    De markt van groenestroomcertificaten bestaat sinds mei 2004 (1). Gelet op toestand op de markt van groenestroomcertificaten in 2004, heeft de Dienst Regulering de administratieve boete voor het niet-nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 28, § 2 van de ordonnantie, niet geïnd. Voor het jaar 2005 werden er wel boetes geïnd, omdat er vanaf dat jaar ook Waalse groenestroomcertificaten in rekening mochten worden gebracht bij de Dienst voor het naleven van het Brusselse quotum.

    Onderstaande tabel toont de evolutie inzake de productie van groenestroomcertificaten in Brussel sinds de invoering van het systeem.

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    Er werden tot op heden 21.967,2 groenestroomcertificaten toegekend over een periode van 21 maanden.

    Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt momenteel 25 installaties voor de productie van groene...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT