[Wet tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten].

HOOFDSTUK I. - De inobservatiestelling van de verdachten.

Art. 1. Wanneer er gronden zijn om aan te nemen dat de verdachte verkeert, hetzij in staat van krankzinnigheid, hetzij in een ernstige staat van geestesstoornis of van zwakzinnigheid die hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden, kunnen de onderzoeksgerechten, in de gevallen waarin de wet voorlopige hechtenis toelaat, een aanhoudingsbevel verlenen om hem in observatie te stellen.

Wanneer de verdachte reeds onder aanhoudingsbevel staat, kunnen de onderzoeksgerechten hem eveneens in observatie stellen. In dat geval is de beslissing tot inobservatiestelling, (...), op haar dagtekening een nieuwe beslissing over de handhaving van de hechtenis.

De inobservatiestelling geschiedt in de psychiatrische afdeling van een strafinrichting.

De onderzoeksrechter die een bevel tot aanhouding heeft verleend, kan bij uitzondering, bij met redenen omklede beschikking, gelasten dat dit aanhoudingsbevel ten uitvoer zal worden gelegd in de psychiatrische afdeling van een strafinrichting.

Deze beschikking zal slechts gehandhaafd worden voor zover zij binnen vijf dagen wordt bevestigd door de raadkamer (in de vorm bepaald in artikel 21 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis). Deze bevestiging is, op de datum van voormelde beschikking, een beslissing over de handhaving van de hechtenis.

De inobservatiestelling kan eveneens worden gelast door de vonnisgerechten in de gevallen waarin de wet voorlopige hechtenis toelaat.

Art. 2. De inobservatiestelling kan worden gelast in elke stand van het geding, tot de eindbeslissing, de verdachte en zijn advocaat gehoord, hetzij ambtshalve hetzij op vordering van het openbaar ministerie, hetzij op verzoek van de verdachte of van zijn advocaat.

De vordering en het verzoek moeten schriftelijk opgemaakt en met redenen omkleed zijn.

Zij worden gericht aan de raadkamer tot wanneer de beschikking van verwijzing is verleend; aan de correctionele rechtbank, vanaf de beschikking van verwijzing tot het vonnis; aan de kamer van beroep in correctionele zaken, vanaf het hoger beroep tot het arrest; aan de kamer van inbeschuldigingstelling vanaf de beschikking van verwijzing tot de kennisgeving van het arrest; aan dezelfde kamer gedurende de regeling van rechtsgebied; aan het Hof van assisen of, buiten de zittijden van dit hof, aan de kamer van inbeschuldigingstelling, vanaf de kennisgeving van het arrest van verwijzing.

Het gerecht waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, beslist binnen vijftien dagen.

Behoudens het geval waarin de verdachte en zijn advocaat daarvan uitdrukkelijk afzien, doet de voorzitter van dit gerecht drie dagen vooraf, op een ter griffie gehouden bijzonder register, plaats, dag en uur van verschijning vermelden. De griffier geeft bij aangetekende brief daarvan kennis aan de verdachte en zijn advocaat en stelt het dossier gedurende achtenveertig uren ter beschikking van de laatstgenoemde.

Art. 3. De verdachte mag steeds het bezoek ontvangen van door hem gekozen geneesheren en hun advies nopens de wenselijkheid van de inobservatiestelling overleggen.

Art. 4. Het openbaar ministerie en de verdachte of zijn advocaat kunnen hoger beroep instellen tegen de beslissingen van de raadkamer en van de correctionele rechtbank, waarbij de inobservatiestelling wordt gelast of geweigerd.

Het hoger beroep wordt ingesteld en uitgewezen overeenkomstig de artikelen 19 en 20 van de wet van 20 april 1874.

Art. 5. In de gevallen van de voorgaande artikelen wordt uitspraak gedaan in raadkamer.

Indien de verdachte het verzoekt wordt de openbaarheid van de behandeling bevolen, behoudens toepassing van artikel 96 van de Grondwet.

Art. 6. De inobservatiestelling duurt ten hoogste een maand.

Blijkt de observatie na het verstrijken van die termijn nog onvoldoende, dan kan het gerecht dat de inobservatiestelling heeft gelast of de beschikking van de onderzoeksrechter heeft bevestigd gelasten dat zij ten hoogste één maand zal worden verlengd. Indien het Hof van assisen geen zitting heeft zal de kamer van inbeschuldigingstelling oordelen.

Deze verlenging kan worden hernieuwd; de inobservatiestelling mag in geen geval langer dan zes maanden duren.

De rechtspleging bij de artikelen 2, 3, 4 en 5 bepaald voor inobservatiestelling, vindt ook toepassing op de verzoeken tot verlenging.

Tijdens de observatie mag de verdachte de deskundigen, bij ter post aangetekende brief, de adviezen van de door hem gekozen geneesheren overleggen; de deskundigen moeten zich, alvorens te besluiten, in hun verslag over die adviezen uitspreken, voor zover zij ingediend zijn binnen vijftien dagen na de inobservatiestelling of iedere hernieuwing ervan.

De inobservatiestelling neemt een einde hetzij door het verstrijken van de termijn van een maand indien deze niet is hernieuwd, hetzij door het verstrijken van de termijn van zes maanden bepaald in het derde lid van dit artikel, hetzij door de beschikking van het gerecht dat gelast er een eind aan te maken.

Heeft de inobservatiestelling een einde genomen, dan blijft de verdachte onder aanhoudingsbevel en wordt hij in een (arresthuis) geplaatst, tenzij zijn internering wordt gelast overeenkomstig artikel 7.

HOOFSTUK II. - De beschikkingen tot internering van de verdachten in staat van krankzinnigheid, zwakzinnigheid of geestesstoornis.

Art. 7. De onderzoeksgerechten, tenzij het een politieke misdaad, een politiek wanbedrijf of een persdelict betreft, en de vonnisgerechten kunnen de internering gelasten van de verdachte die een feit, misdaad of wanbedrijf genoemd, heeft gepleegd en zich in een van de in artikel 1 bepaalde staten bevindt.

In afwijking van het enige artikel, nr. XV, van de wet van 25 oktober 1919, doet de rechter, wanneer de vordering tot internering bij de raadkamer aanhangig is gemaakt, ten minste vier dagen vooraf, op een ter griffie gehouden bijzonder register, plaats, dag en uur van verschijning vermelden. De griffier geeft bij aangetekende brief daarvan kennis aan de verdachte en zijn advocaat, indien er een aangewezen is in het geding. Het dossier wordt ten minste vier dagen vóór die verschijning op de griffie ter beschikking gesteld van partijen.

Art. 8. Het openbaar ministerie en de verdachte of zijn advocaat kunnen voor de kamer van inbeschuldigingstelling hoger beroep instellen tegen de beschikkingen van de raadkamer, waarbij de internering wordt gelast of geweigerd.

De in het eerste lid bedoelde personen kunnen ook hoger beroep instellen tegen de beschikkingen van het vonnisgerecht waarbij de internering gelast of geweigerd wordt.

Het hoger beroep wordt ingesteld in de vormen en binnen de termijnen gesteld in de artikelen 203 en 203bis van het Wetboek van strafvordering en in artikel 8 van de wet van 1 mei 1849; het geschiedt bij een verklaring ter griffie van de correctionele rechtbank, behoudens in de gevallen bepaald bij artikel 8 van de wet van 1 mei 1849 en bij de wet van 25 juli 1893, gewijzigd bij artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 januari 1936.

Art. 9. De onderzoeksgerechten kunnen, evenals de vonnisgerechten die mochten te beschikken hebben over een vordering of een verzoek tot internering, hetzij ambtshalve, hetzij op de vordering van het openbaar ministerie, of hetzij op verzoek van de verdachte en van zijn advocaat, gelasten dat getuigen en deskundigen zullen worden verhoord.

Behalve in de gevallen waarin de openbaarheid gevaarlijk wordt geacht voor de orde en de goede zeden, is de zitting van de onderzoeksgerechten openbaar indien de verdachte het verzoekt. Voor de vonnisgerechten waar de openbaarheid regel is, kan het vonnisgerecht de sluiting der deuren gelasten indien de verdachte het verzoekt en het openbaar ministerie zich er niet tegen verzet.

Art. 10. Blijkt uit de behandeling voor het Hof van assisen dat de beschuldigde zich in een van de in artikel 1 bepaalde staten schijnt te bevinden, of stelt de beschuldigde of zijn advocaat het voor, dan worden aan de jury als volgt luidende bijkomende vragen gesteld : " Staat het vast dat beschuldigde dusdanig feit, misdaad of wanbedrijf genoemd, heeft gepleegd? Staat het vast dat beschuldigde verkeert hetzij in staat van krankzinnigheid, hetzij in een ernstige staat van geestesstoornis of van zwakzinnigheid die hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden? "!" Luidt het antwoord bevestigend, dan wordt door het Hof over de internering beslist overeenkomstig atikel 7 van deze wet en artikel 364 van het Wetboek van strafvordering, gewijzigd bij de wet van 23 augustus 1919.

Wanneer het een politieke misdaad, een politiek wanbedrijf of een persdelict betreft, kan de internering niet dan met eenparigheid van stemmen van het Hof en van de gezworenen worden gelast.

Art. 11. Ingeval de internering wordt bevolen, wordt de verdachte of de beschuldigde veroordeeld in de kosten en, indien daartoe aanleiding bestaat, tot teruggave. De bijzondere verbeurdverklaring wordt uitgesproken.

In hetzelfde geval beslissen het onderzoeksgerecht en het vonnisgerecht waarbij de burgerlijke rechtsvordering aanhangig is gemaakt overeenkomstig artikel 1386bis van het Burgerlijk Wetboek, over deze vordering en tegelijk over de publieke vordering. Zij beslissen ook over de kosten.

HOOFDSTUK III. - De samenstelling van de commissies en van de hoge commissie tot bescherming van de maatschappij.

Art. 12. Bij elke psychiatrische afdeling wordt een commissie tot bescherming van de maatschappij ingesteld.

De commissies tot bescherming van de maatschappij bestaan uit drie leden : een werkend of een eremagistraat, die voorzitter is, een advocaat en een geneesheer.

De leden van de commissies worden benoemd voor drie jaren; zij hebben elk een of meer plaatsvervangers.

De voorzitter en zijn plaatsvervangers worden aangewezen door de eerste-voorzitter van het Hof van beroep. De advocaat en zijn plaatsvervangers worden door de Minister van Justitie gekozen uit twee lijsten van drie namen, voorgedragen, de een door de procureur des...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT