3 MEI 2002. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het gestandaardiseerde rooster toepasselijk op de andere schuldenaars van de evenredige vergoeding bedoeld in artikel 60 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (1)

De Minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 59 tot 61 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Gelet op de artikelen 12 en 13 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 mei 1998 houdende goedkeuring van het gestandaardiseerde rooster toepasselijk op de andere vergoedingsplichtigen van de evenredige vergoeding bedoeld in artikel 60 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (2);

Overwegende dat in artikel 60 van voornoemde wet d.d. 30 juni 1994 is bepaald dat de natuurlijke personen of de rechtspersonen die kopieën van werken vervaardigen, een vergoeding moeten betalen die evenredig is aan het aantal vervaardigde kopieën of, desgevallend, met décharge van eerstgenoemden, zij die onder bezwarende titel of gratis een reproductieapparaat ter beschikking stellen van anderen;

Overwegende dat in artikel 1, 19°, van voornoemd koninklijk besluit van 30 oktober 1997 de andere vergoedingsplichtigen worden omschreven als vergoedingsplichtigen die noch een overheid zijn, noch een onderwijsinstelling of een instelling voor openbare uitlening hebben ingericht;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 9 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 de vergoedingsplichtige die heeft meegewerkt aan de inning van de evenredige vergoeding, een verminderd tarief geniet;

Overwegende dat het koninklijk besluit voor sommige categorieën van vergoedingsplichtigen voorziet in een gestandaardiseerde samenwerking die erin bestaat de factoren vast te stellen die het aantal kopieën van beschermde werken bepalen en op grond van die criteria een raming te maken van het aantal kopieën van beschermde werken; dat die maatregel bedoeld is om aan een groot aantal vergoedingsplichtigen een vereenvoudigde inningsprocedure voor te stellen, alsook de inningskosten te beperken voor die vergoedingsplichtigen welke over het algemeen slechts kleine bedragen betalen;

Overwegende dat de andere vergoedingsplichtigen bedoeld in artikel 12, § 3, van voornoemd koninklijk besluit van 30 oktober 1997 die de gestandaardiseerde samenwerking aanvaarden, een bedrag moeten storten dat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT