18 JULI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de artikelen 4, 5, 6 en 38 van de Ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap;

Gelet op de adviezen 53.341/4 en 53.342/4 van de Raad van State van 5 juni 2013, gegeven met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Gelet op het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan, goedgekeurd door de Regering op 18 juli 2013 volgens de modaliteiten voorzien in de Ordonnantie van 22 januari 2009;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013 houdende het reglementair luik van het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan;

Gelet op de mogelijkheid voor de Regering om andere gereglementeerde zones te creëren, waarvoor zij de maximale toegelaten duurtijd en de gebruiksvoorwaarden vastlegt;

Gelet op de mogelijkheid voor de Regering om de gebruiksvoorwaarden van een parkeerplaats in een gereglementeerde zone te vast te leggen;

Gelet op de mogelijkheid voor de Regering om de regels voor de uitreiking en het gebruik van vrijstellingskaarten te preciseren en om bijkomende categorieën van begunstigden te bepalen;

Gelet op de mogelijkheid voor de Regering om het bedrag van de parkeerretributie te bepalen en om gratis parkeren toe te laten voor een kwartier;

Overwegende dat het gewestelijk parkeerbeleid de harmonisering van de gemeentelijke reglementen beoogt teneinde samenhang en duidelijkheid te brengen in het parkeerbeleid op gewestelijk niveau;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Definities

Artikel 1. In het kader van dit besluit verstaat men onder :

  1. Ordonnantie : de Ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap.

  2. Parkeeragentschap : het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals omschreven in Hoofdstuk VI van de Ordonnantie.

  3. Gebruiker : de bestuurder van een motorvoertuig die een parkeerplaats inneemt of, bij gebrek aan kennis van de identiteit van de bestuurder, de persoon op wiens naam het motorvoertuig is ingeschreven.

  4. Parkeerperiode : periode van 4 uur en 30 minuten die begint te lopen vanaf het parkeren van het voertuig of vanaf het begin van de uurperiode van de gereglementeerde zone of vanaf de aflevering van de uitnodiging tot betaling van een forfaitaire retributie. Deze duur wordt behouden zelfs in het geval van een uitbreiding of beperking van de betalende periode.

  5. Parkeersector : de geografische zone rond de verblijfplaats of de maatschappelijke- of exploitatiezetel, die de grenzen afbakent waarbinnen de vrijstellingskaarten geldig zijn. Het Parkeeragentschap deelt, en dit in gemeen overleg en op basis van de voorstellen van de gemeenteraden, het hele gewest in residentiële sectoren in; bij voorkeur op basis van de indeling in wijken; die opsplitsing kan de gemeentegrenzen overschrijden.

  6. Gereglementeerde zones : de zones zoals gedefinieerd in de artikelen 2, 3° van de Ordonnantie en 3 van het huidige besluit.

  7. Rode zone : de gereglementeerde zone zoals beschreven in de artikelen 4 en 38, § 1 van de Ordonnantie.

  8. Groene zone : de gereglementeerde zone zoals beschreven in de artikelen 4 en 38, § 2 van de Ordonnantie.

  9. Blauwe zone : de gereglementeerde zone zoals beschreven in de artikelen 4 en 38, § 3 van de Ordonnantie en in artikel 27 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

  10. Vrijstellingskaarten : de vrijstellingskaarten zoals voorzien in artikel 6 van de Ordonnantie en uitgereikt krachtens deze Ordonnantie.

  11. Vrijstellingskaart « buurtbewoner » : de « bewonerskaart », zoals gedefinieerd in artikel 2.52 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en bedoeld in artikel 6, 1° van de Ordonnantie.

  12. Parkeerschijf : de parkeerschijf zoals voorzien in artikel 27.1.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en zoals omschreven in artikel 1 van het ministerieel besluit van 14 mei 2002 tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 december 1975 tot vaststelling van de kenmerken van bepaalde schijven, bebakeningen en platen die voorgeschreven zijn door het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

  13. Autodelen : het gebruikssysteem van een voertuig zoals omschreven in artikel 2.50 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

  14. Gezin : het gezin wordt gevormd door hetzij een gewoonlijk alleen levend persoon, hetzij uit twee of meerdere personen die, al dan niet verbonden door verwantschap, dezelfde hoofdverblijfplaats delen. De gezinssamenstelling wordt aangetoond door een attest samenstelling gezin.

  15. Bevoegde Minister : de Minister die bevoegd is voor Vervoer.

  16. Plan gelijkgesteld aan een bedrijfsvervoersplan : het mobiliteitsplan uitgewerkt door of voor een rechtspersoon of een zelfstandige, die de parkeerbehoeften analyseert en beschrijft.

  17. Plan gelijkgesteld aan een school vervoersplan : mobiliteitsplan ontwikkeld door of voor een rechtspersoon of onderwijsinstelling, die zijn mobiliteitsbehoeftes analyseert en beschrijft.

    Afdeling 2. - Procedures

    Art. 2. In het geval advies moet worden gevraagd aan het Parkeeragentschap, geeft het zijn advies binnen de 60 dagen na de ontvangst, per aangetekende brief, van de gemotiveerde beslissing van de gemeenteraad. Bij ontstentenis van een advies binnen de voorgeschreven termijn, wordt het advies van het Parkeeragentschap geacht gunstig te zijn.

    HOOFDSTUK II. - De oranje zone, de grijze zone, de evenementenzone, de zone `voorbehouden parkeerplaatsen', de zone `kiss & ride' en de leveringszone

    Art. 3. Onverminderd artikel 4 van de Ordonnantie, worden er zes nieuwe gereglementeerde zones ingesteld waarvan de maximumduur en de gebruiksvoorwaarden hierna worden vastgesteld.

  18. De oranje zone, waarin, behoudens afwijking, elk gebruik van een parkeerplaats is onderworpen aan de betaling van een parkeerretributie zoals bedoeld in artikelen 16 en 17 van het huidige besluit.

  19. De grijze zone, waarin, behoudens afwijking, elk gebruik van een parkeerplaats is onderworpen aan de betaling van een parkeerretributie zoals bedoeld in artikelen 20 en 21 van het huidige besluit.

  20. De evenementenzone, waarin, behoudens afwijking, elk gebruik van een parkeerplaats is onderworpen aan de betaling van een parkeerretributie zoals bedoeld in artikelen 31 en 32 van het huidige besluit.

  21. De zone `voorbehouden parkeerplaatsen', waarin, behoudens afwijking, elk gebruik van een parkeerplaats is onderworpen aan de betaling van een forfaitaire parkeerretributie zoals bedoeld in artikel 40 van het huidige besluit.

  22. De zone `kiss & ride', waarin, behoudens afwijking, elk gebruik van een parkeerplaats is onderworpen aan de betaling van een forfaitaire parkeerretributie zoals bedoeld in artikel 41 van het huidige besluit.

  23. De leveringszone, waarin, behoudens afwijking, elk gebruik van een parkeerplaats is onderworpen aan de betaling van een forfaitaire parkeerretributie zoals bedoeld in artikel 34 van het huidige besluit.

    HOOFDSTUK III. - De gebruiksvoorwaarden van een parkeerplaats

    Art. 4. Onverminderd artikel 5 van de Ordonnantie, is het gebruik van een parkeerplaats die zich bevindt in één van de gereglementeerde zones zoals bedoeld in artikel 3 van het huidige besluit onderworpen aan de volgende gebruiksvoorwaarden.

    De uurregeling zoals gedefinieerd in artikel 5 van de Ordonnantie is ook van toepassing op de oranje en grijze zones.

    Het gebruik van een parkeerplaats die zich bevindt in een evenementenzone is niet beperkt in de tijd maar is beperkt tot een periode van 4 uur en 30 minuten.

    Het gebruik van een parkeerplaats die zich bevindt in een leveringszone is niet beperkt in de tijd.

    Het gebruik van een parkeerplaats die zich bevindt in een zone `kiss & ride' is beperkt tot de tijd aangegeven op de daarvoor bestemde wegsignalisatie.

    Het gebruik van een parkeerplaats die zich bevindt in een zone `voorbehouden parkeerplaatsen' is niet beperkt in de tijd.

    HOOFDSTUK IV. - Punctuele afwijkingen

    Art. 5. De gemeenteraden kunnen in hun gemeentelijk parkeeractieplan voorzien in lokale uitbreidingen of verminderingen van de uurperiode van 9 uur - 18 uur, wanneer het specifieke karakter van de rijweg of de wijk dat rechtvaardigt.

    Die verminderingen worden onderworpen aan het voorafgaand advies van het Parkeeragentschap.

    De gemeenteraden mogen ook, indien noodzakelijk, een specifiek parkeerbeleid invoeren tijdens punctuele, al dan niet periodieke gebeurtenissen. In die gevallen kunnen de gemeenteraden die het advies van het Parkeeragentschap hebben ingewonnen, gereglementeerde zones instellen.

    De controle op het terrein moet effectief en zonder onderbreking worden uitgevoerd gedurende de volledige duur van de betalende periode. De gemeentelijke parkeeractieplannen voorzien in modaliteiten voor elke uitbreiding en vermindering van de lokale uurregeling, na overleg met het Parkeeragentschap.

    HOOFDSTUK V. - Parkeerretributies

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen

    Art. 6. Onverminderd artikel 37 van de Ordonnantie, wordt tevens een retributie geheven voor het gebruik van een parkeerplaats die gesitueerd is in de oranje zone, grijze zone, evenementenzone, zone `voorbehouden parkeerplaatsen', zone `kiss & ride' en leveringszone conform de hierna vastgelegde modaliteiten.

    Art. 7. De invordering van forfaitaire retributies zoals voorzien in het huidige besluit gebeurt in overeenstemming met artikel 38, § 4 van de Ordonnantie.

    De forfaitaire retributie is verschuldigd per parkeerperiode...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT