13 JANUARI 1964. - Koninklijk besluit betreffende de stage en het examen van kandidaat-gerechtsdeurwaarder. (NOTA : deze tekst zal vanaf 01-01-2001 opgeheven worden; KB 1993-06-30/30, art. 19>, de 13 janvier 1964

HOOFDSTUK I. - Stage als kandidaat-gerechtsdeurwaarder.

Artikel 1. De lijst van de stagiairs wordt jaarlijks door de syndicus-voorzitter van de raad van de arrondissementskamer opgemaakt.

De lijst geeft buiten de naam, voornaam, geboorteplaats en -datum en woonplaats van de stagiair, de gerechtsdeurwaarder op bij wie hij zijn stage doet.

Tijdens de jaarlijkse algemene vergadering doet de syndicus voorlezing van de lijst der stagiairs.

De leden van de arrondissementskamer kunnen te allen tijde van deze lijst kennis nemen.

Art. 2. Bij zijn inschrijving ontvangt de stagiair van de syndicus-voorzitter van de arrondissementskamer een stageboekje dat de gerechtsdeurwaarder bij wie de stage zal worden gedaan en de aanvangs- en einddatum van de stage aanduidt.

Art. 3. Op het einde van elke maand vermeldt de gerechtsdeurwaarder bij wie de stage wordt gedaan in het boekje de werkelijke aanwezigheid of de afwezigheden van de stagiair gedurende de afgelopen maand.

Art. 4. Zo aan de stagevereisten niet is voldaan, kan de raad, na de gerechtsdeurwaarder bij wie de stage wordt gedaan en zijn stagiair te hebben gehoord, de stage verlengen. Hiervan wordt melding gemaakt in het stageboekje en in het register der beraadslagingen van de raad.

HOOFDSTUK II. - Examen van kandidaat-gerechtsdeurwaarder.

Art. 5. De examencommissie belast met de afgifte van de getuigschriften van kandidaat-gerechtsdeurwaarder omvat twee secties, waarvan een nederlandstalige en een franstalige.

Elke sectie bestaat uit een raadsheer in het Hof van cassatie of in een Hof van beroep die het voorzitterschap waarneemt, een lid van het parket-generaal bij het Hof van cassatie of bij een Hof van beroep, een professor die het recht onderwijst aan een Belgische universiteit, een ambtenaar van het Ministerie van Justitie, de voorzitter of een lid van de vaste raad van de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders, en twee gerechtsdeurwaarders.

Art. 6. De leden van de examencommissie worden door de Koning benoemd.

Ieder lid van de examencommissie heeft een plaatsvervanger die eveneens door de Koning wordt aangewezen in dezelfde categorie van personen als de titularis.

Art. 7. De voorzitter wijst het lid aan dat de taak van de secretaris vervult.

Art. 8. De voorzitter handhaaft de orde ter zitting.

Art. 9. De secretaris maakt de processen-verbaal op en boekt ze in een register der zittingen.

Art. 10. (De jaarlijkse zitting wordt geopend in de tweede helft van november.)

De examencommissie houdt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT