13 MAART 2006. - Koninklijk besluit houdende toekenning van de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie aan bepaalde personeelsleden van de Directie Vervoersinfrastructuur

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoˆrdineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 62, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op het protocol gesloten tussen de Minister van Justitie en de Minister van Mobiliteit, houdende precisering van de verdeling en de organisatie van de ministeriÎle bevoegdheden en toekenning van het voogdijschap over de Directie Vervoerinfrastructuur aan de Minister van Justitie;

Gelet op het algemeen reglement op de politie over het wegverkeer, inzonderheid op artikel 3;

Overwegende dat Mevr. ValÈrie Vanderkelen en de heren Henri Van Mol en Hubert De Smedt-Jans, aangesteld bij de Directie Vervoerinfrastructuur van het D.G.M.V.V., belast zijn, in het kader van de werven uitgevoerd door de Directie Vervoerinfrastructuur, met het toezicht op de uitvoering van het algemeen reglement op de politie over het wegverkeer;

Overwegende dat de bevoegdheid om overtredingen van dit reglement vast te stellen hen enkel ter fine van het bovenbedoelde toezicht kunnen worden toevertrouwd;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. De hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT