Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-05-2002 en tekstbijwerking tot 15-02-2007)., de 8 mai 2002

TITEL I. - Ondernemingen gevestigd in België. Toegang tot het beroep en uitoefening van het beroep.

HOOFDSTUK I. - Vakbekwaamheid.

Afdeling 1. - Cursussen van vakbekwaamheid.

Artikel 1. De inschrijving voor de cursussen over de in bijlage 2 van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg, hierna genoemd " het koninklijk besluit ", bedoelde onderwerpen, met inbegrip van de handboeken, geschiedt tegen betaling van een som van ten hoogste 732 euro, de belasting op de toegevoegde waarde niet inbegrepen.

Het in dit artikel bepaalde bedrag moet worden overgeschreven aan het in artikel 11, § 1, 1° van de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg betrokken erkende organisme, hierna genoemd " het erkende organisme "; deze overschrijving moet bij de ontvangst van de door dit organisme toegezonden factuur gebeuren en is slechts terugbetaalbaar in geval van overmacht, tot een beloop van 620 euro.

Afdeling 2. - Examen van vakbekwaamheid.

Onderafdeling 1. - Examencommissie.

Art. 2. De examencommissie bestaat uit een voorzitter en een ondervoorzitter, beiden magistraat of professor van het hoger onderwijs of ambtenaar van ten minste rang 15, alsmede uit ten minste vier assessoren, die aangewezen worden wegens hun bijzondere bekwaamheid.

De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij verhindering van deze laatste.

De voorzitter, de ondervoorzitter en de assessoren worden door de Minister benoemd voor een maximumduur van drie jaar. De mandaten kunnen worden vernieuwd.

Een ambtenaar van het Bestuur van het Vervoer te Land wordt tot secretaris van de examencommissie aangesteld door de directeur-generaal van dit bestuur. De secretaris heeft raadgevende stem.

Van de examencommissie kunnen geen lid zijn:

  1. de personen die het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de weg of van tussenpersoon in het goederenvervoer uitoefenen, de personen die tewerkgesteld zijn in een onderneming die een van deze werkzaamheden verricht en zij die er een mandaat uitoefenen;

  2. de leden van het personeel van de beroepsorganisaties van de in 1° bedoelde sectoren.

    Art. 3. § 1. Rekening houdend met de bepalingen van artikel 10, § 2 van het koninklijk besluit, bepaalt de voorzitter van de examencommissie, voor elk onderwerp of elke groep van onderwerpen, de duur van de schriftelijke proef van het examen.

    § 2. De leden van de examencommissie die in plenaire zitting samenkomen, beraadslagen op geldige wijze indien ten minste de helft van de leden aanwezig is.

    De vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter of de ondervoorzitter van de examencommissie of, bij hun afwezigheid, door een assessor aangesteld door de aanwezige leden.

    De beslissingen van de examencommissie worden genomen bij meerderheid van stemmen; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de vergadering doorslaggevend.

    Onderafdeling 2. - Inhoud en frequentie van de examens. Weging van de punten.

    Art. 4. De schriftelijke proef van het examen slaat op de onderwerpen bedoeld onder de rubrieken 3° en 5°, a) tot g) van bijlage 2 van het koninklijk besluit.

    De mondelinge proef van het examen slaat op vier onderwerpen of groepen van onderwerpen, die worden bepaald bij loting uit die, die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van de in lid 1 bedoelde schriftelijke proef.

    Art. 5. De weging van de punten tussen de verschillende gedeelten van het examen wordt als volgt vastgesteld:

  3. voor het gedeelte van de schriftelijke proef dat uit vragen over de theorie bestaat: 30% van het totaal van de toe te kennen punten;

  4. voor het gedeelte van de schriftelijke proef dat uit oefeningen betreffende case-studies bestaat: 30% van het totaal van de toe te kennen punten;

  5. voor de mondelinge proef : 40% van het totaal van de toe te kennen punten.

    Art. 6. De examenzittingen hebben plaats volgens de noodwendigheden en ten minste eenmaal per jaar.

    Onderafdeling 3. - Voorbereiding van de examens.

    Art. 7. De examenzittingen worden minstens één maand vóór de datum aangekondigd in het Belgisch Staatsblad.

    Art. 8. De kandidaten zenden aan het erkende organisme, binnen de in de examenaankondiging gestelde termijn, een aanvraag tot inschrijving die verplicht moet worden gesteld op een door de secretaris van de examencommissie afgegeven formulier.

    De inschrijving voor het examen gebeurt tegen betaling van een som van 87 euro, de belasting op de toegevoegde waarde niet inbegrepen. Dit bedrag moet worden overgemaakt aan het erkende organisme bij ontvangst van de door dit organisme toegezonden factuur en is slechts terugbetaalbaar in geval van overmacht, tot een beloop van 50 euro.

    De examens worden afgenomen in het Nederlands, in het Frans of in het Duits, volgens de taal die de kandidaat in zijn aanvraag heeft vermeld.

    De kandidaat die geslaagd is voor de schriftelijke proef van een examenzitting en die zich niet aanmeldt voor de mondelinge proef van dezelfde zitting of die voor deze mondelinge proef zakt, wordt enkel voor de volgende twee zittingen vrijgesteld van de schriftelijke proef.

    Art. 9. Bij het verstrijken van de termijn bepaald voor het indienen van de aanvragen om inschrijving, sluit de secretaris van de examencommissie de lijst van de kandidaten af en roept ze op voor het examen.

    Art. 10. Na bij de leden van de examencommissie elk nuttig advies te hebben ingewonnen, stelt de voorzitter van de commissie de vragen vast van de schriftelijke proef en bepaalt, rekening houdend met de bepalingen van artikel 5, het respectief belang van zowel de schriftelijke als de mondelinge onderwerpen of groepen van onderwerpen.

    Art. 11. Zo laat mogelijk vóór de schriftelijke proef wordt de vragenlijst, door toedoen van de secretaris van de examencommissie, afgedrukt op het aantal nodig geachte exemplaren. De exemplaren worden onder verzegelde omslag geplaatst en veilig weggeborgen.

    Onderafdeling 4. - Tucht tijdens de examenzittingen.

    Art. 12. Het toezicht tijdens de examenzittingen wordt uitgeoefend door de voorzitter van de examencommissie of door personen die hij hiertoe aanduidt.

    Art. 13. Voor de schriftelijke proef gelden de volgende regels :

  6. de kandidaten die zich aanmelden voor de schriftelijke proef moeten de genummerde plaats innemen die hen in de oproepingsbrief wordt aangewezen.

    Een surveillant vergelijkt de oproepingsbrief met de identiteitskaart van de kandidaat.

    Iedere kandidaat ontvangt examencahiers waarop het nummer staat dat hem werd toegekend in de oproepingsbrief;

  7. de omslag met de exemplaren van de vragenlijst wordt geopend door de secretaris van de examencommissie of door een surveillant die hij hiertoe aanduidt, in het bijzijn van twee getuigen die niet tot de examencommissie behoren;

  8. de surveillanten staan in voor de orde in de examenzaal. Zij mogen geen uitleg aan de kandidaten geven. Wanneer hierom wordt gevraagd, verwittigen zij de secretaris van de examencommissie of zijn vertegenwoordiger;

  9. de kandidaten die de orde verstoren, bedrog plegen of pogen te plegen, worden door de secretaris van de examencommissie of zijn vertegenwoordiger uitgesloten.

    Zij mogen, op straffe van onmiddellijke uitsluiting, noch ander dan het hun gegeven papier gebruiken, noch met elkaar of met de buitenwereld communiceren, noch nota's, boeken of elektronische gegevensdragers raadplegen buiten de eventueel toegelaten documentatie.

    Wie nota's, boeken, informatica- of telecommunicatieapparatuur bij zich heeft, moet die overhandigen aan de secretaris van de examencommissie of aan zijn vertegenwoordiger;

  10. de kandidaten mogen de zitting slechts verlaten na het in de oproepingsbrief vermelde tijdstip.

    Vanaf dat ogenblik mag geen enkele kandidaat nog tot de examenzaal worden toegelaten;

  11. de kandidaten mogen de zaal slechts verlaten na overhandiging van hun examencahiers aan de hiertoe aangeduide surveillant.

    De oproepingsbrief of een ander passend document wordt dan afgestempeld;

  12. als de schriftelijke proef afgelopen is, worden de examencahiers van de kandidaten onder verzegelde omslag geplaatst door een surveillant of door de secretaris van de examencommissie en door deze laatste veilig weggeborgen.

    Art. 14. Voor de mondelinge proef worden de kandidaten gegroepeerd volgens de taal van het examen en worden zij opgeroepen in de volgorde bepaald door de voorzitter van de examencommissie.

    Onderafdeling 5. - Toekenning van de beoordelingscijfers.

    Art. 15. § 1. Voor elk onderwerp of elke groep van onderwerpen wordt het beoordelingscijfer uitgedrukt in een geheel getal van 0 tot 20.

    § 2. Wat de schriftelijke proef betreft, noteren de verbeteraars op de examencahiers, in de marge naast de antwoorden, het toegekende cijfer gevolgd door hun paraaf.

    § 3. Wat de mondelinge proef betreft, worden de examinatoren in het bezit gesteld van een lijst van de kandidaten.

    Naast de naam van elke kandidaat duiden zij het toegekende cijfer aan en ondertekenen zij de lijst.

    § 4. De cijfers worden meegedeeld aan de secretaris van de examencommissie; deze legt ze voor aan de voorzitter van de examencommissie met het oog op de deliberatie van deze commissie.

    § 5. Het proces-verbaal met de naam van de kandidaten en de behaalde cijfers wordt opgemaakt door de secretaris van de examencommissie en ondertekend door de voorzitter van de examencommissie.

    Onderafdeling 6. - Uitslag van de examens.

    Art. 16. De kandidaten worden door de secretaris van de examencommissie ingelicht over de cijfers die zij behaald hebben voor elk onderwerp of elke groep van onderwerpen waarover zij werden ondervraagd alsmede over het percentage van de voor het geheel van de onderwerpen behaalde cijfers.

    HOOFDSTUK II. - Financiële draagkracht.

    Art. 17. _ Het bewijs van hoofdelijke borgstelling zoals bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit, wordt opgemaakt in twee exemplaren, zijnde een origineel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT