Gemeenschappelijke bindende richtlijn van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken aangaande de nadere regels betreffende de koppeling van de gegevensbanken bedoeld in artikel 44/2 onderling of met andere gegevensbanken waartoe de politiediensten toegang hebben door of krachtens de wet of internationale verdragen die België binden, de 4 août 2021

Artikel M.

Aan de Dames en Heren Burgemeesters,

Aan de Commissaris-generaal van de federale politie.

Ter kennisgeving van:

de Dames en Heren Procureurs-generaal,

Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs,

De Heer Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

De Heer Federaal procureur en de Dames en Heren Magistraten van het federaal parket,

Dames en Heren Arrondissementscommissarissen,

De Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie,

De Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie,

Mevrouw en Heren Voorzitters van het Controleorgaan op de politionele informatie, het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten en de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie.

Mevrouw de Burgemeester,

Mijnheer de Burgemeester,

Mijnheer de Commissaris-generaal,

  1. WETTELIJK KADER

    Deze richtlijn geeft uitvoering aan artikel 44/4, § 4 van de Wet op het politieambt (hierna WPA).

    Ze heeft enerzijds tot doel de beginselen van onderlinge koppeling van de in artikel 44/2 WPA bedoelde gegevensbanken met elkaar of met andere gegevensbanken waartoe de politiediensten toegang hebben door of krachtens de wet of internatationale verdragen die België binden, in perspectief te plaatsen en toe te lichten evenals de toegangsregels van de leden van de politiediensten betreffende het bestaan van relevante informatie in deze onderling gekoppelde gegevensbanken of, in voorkomend geval, betreffende de gegevens zelf, alsmede tot de daaruit voortvloeiende verwerkingen.

    Het bevat ook de procedures voor het koppelen van gegevensbestanden.

    Deze modaliteiten en regels vormen instructies1 in de zin van artikel 23 van Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad ten aanzien van het personeel dat onder ons gezag staat, alsmede ten aanzien van de verwerkers en de personen die onder hun gezag staan.

    De koppeling is enerzijds een vorm van informatieverwerking in de zin van artikel 26. 2° van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens (hierna wet gegevensbescherming), die toelaat om gegevens te delen tussen personen die er in het kader van hun wettelijke opdrachten nood aan hebben.

    Anderzijds, maakt de koppeling het ook mogelijk een meerwaarde toe te voegen aan de oorspronkelijk verwerkte gegevens door ze te correleren en te verrijken.

    In dit verband verwijzen We ook naar het begrip informatiegestuurde politiezorg, dat een leidend beginsel is in alle politieprocessen: zonder basisgegevens die aanleiding geven tot verwerkte informatie, is de politie niet in staat haar basis- en gespecialiseerde politietaken adequaat uit te voeren.

    Als middel om de verwerkte gegevens te delen en te verspreiden onder de personen die er kennis van moeten nemen, bevestigen We dat het koppelen van gegevensbanken ook overeenstemt met de bepaling zoals voorzien in artikel 3 wet gegevensbescherming alsook de aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de omstandigheden die hebben geleid tot de terroristische aanslagen van 22 maart 2016 in de luchthaven Brussel-Nationaal en in het metrostation Maalbeek te Brussel, met inbegrip van de evolutie en de aanpak van de strijd tegen het radicalisme en de terroristische dreiging waarbij in het derde tussentijds verslag werd gewezen op de aanbeveling van de oprichting van de "kruispuntbank van de veiligheid" (zie derde tussentijds verslag over het onderdeel `veiligheidsarchitectuur', Hand. Kamer, 2015-16, nr. 1752/008). Zonder dat deze richtlijn werk maakt van een eigenlijke oprichting van een kruispuntbank, toch komen Wij alzo tegemoet aan de gedachte dat koppelen van gegevensbanken de regel is van het beheer van operationele politionele informatie.

    Op het gebied van het operationele informatiebeheer herinnerde de POC eveneens aan de noodzaak om zo dicht mogelijk bij het concept van real-time verwerking te komen2, hetgeen mogelijk is door de koppeling.

    Concreet wordt de koppeling tot stand gebracht door één of meerdere van de volgende acties:

    1. de mogelijkheid om via één zoekopdracht gegevens te raadplegen die oorspronkelijk in verschillende gegevensbanken worden verwerkt en die dus verspreid zijn.

      Bijvoorbeeld, een lid van de politie kan gebruikmakend van een technische `tool' (bijvoorbeeld een zoektool of zoekapplicatie en de opname van de gegevens in een index) die het mogelijk maakt een persoon of een voertuig in verschillende gegevensbanken op te zoeken, rechtstreeks te weten komen of deze entiteit gekend is in de Algemene Nationale Gegevensbank, gekend is in de gegevensbank van Interpol of in de N.SIS-gegevensbank (Schengen)3.

    2. de mogelijkheid om gegevens die oorspronkelijk in verschillende gegevensbanken zijn verwerkt, met elkaar te correleren, of om verbanden te leggen tussen deze gegevens, aan de hand van analysetools of analyse-applicaties of, in voorkomend geval, aan de hand van lijsten of uittreksels. Er dienen evenwel passende technische en organisatorische maatregelen4 genomen te worden rekening houdend met de aard, de reikwijdte, de context en de doeleinden van de verwerking, alsmede met de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen. Wanneer gewerkt wordt met lijsten of uittreksels dienen deze uiteraard gewist te worden wanneer de behoefte ophoudt te bestaan.

      Laat ons dit punt illustreren: elke speurder werkt in een afzonderlijk onderzoeksregister, hetgeen a priori geen kruiscontroles binnen de geïntegreerde politie mogelijk maakt. Het is natuurlijk juist nuttig om correlaties te kunnen leggen tussen verschillende informatie, om analysetools aan te reiken...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT