11 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit houdende het geldelijk statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie., de 11 janvier 2007

TITEL I. - De bezoldigingsregeling.

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. " het Instituut " : het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;

  2. " Raad " : de Raad bedoeld in afdeling 3 van hoofdstuk 3 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.

  3. " statutaire ambtenaar " : ieder persoon die, bij het Instituut, op proef of in vast verband, werd benoemd;

  4. " contractueel personeelslid " : ieder persoon die, bij het Instituut, bij arbeidsovereenkomst in dienst werd genomen;

  5. " administratief statuut " : het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;

  6. " diensten van de Staat " : elke niet over afzonderlijke rechtspersoonlijkheid beschikkende dienst die afhangt van de wetgevende macht, de uitvoerende macht of de rechterlijke macht van de federale overheid;

  7. " diensten van de Gemeenschappen of van de Gewesten " : elke niet over afzonderlijke rechtspersoonlijkheid beschikkende dienst die afhangt van de raden of van de regeringen van de Gemeenschappen of van de Gewesten;

  8. " diensten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie " : elke niet over afzonderlijke rechtspersoonlijkheid beschikkende dienst die afhangt van de Verenigde Vergadering of van het Verenigd College;

  9. " diensten van Afrika " : elke niet over afzonderlijke rechtspersoonlijkheid beschikkende dienst die afhing van het gouvernement van Belgisch-Congo of van het gouvernement van Ruanda-Urundi;

  10. " andere openbare diensten dan de diensten van de Staat, de diensten van de Gemeenschappen of de Gewesten, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de diensten van Afrika " :

    1. elke dienst met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid die afhangt van de federale Staat of van de regeringen van de Gemeenschappen of van de Gewesten;

    2. elke dienst met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid die afhangt van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

    3. elke dienst met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid die afhing van het gouvernement van Belgisch-Congo, of van het gouvernement van Ruanda-Urundi;

    4. elke dienst die afhangt van één van de Gemeenschapscommissies van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

    5. elke dienst die afhangt van een provincie, een gemeente, een vereniging van gemeenten, een agglomeratie of die afhing van een federatie van gemeenten, alsook elke dienst die afhangt van een aan een provincie of gemeente ondergeschikte instelling;

    6. elke andere instelling onder Belgisch recht, die voldoet aan collectieve noodwendigheden van lokaal of algemeen belang, en waarbij de openbare overheid bij de oprichting of de bijzondere leiding klaarblijkelijk een overwegend aandeel heeft, alsook elke andere instelling van koloniaal recht die beantwoordde aan dezelfde voorwaarden.

    Art. 2. Dit besluit is van toepassing op elke statutaire ambtenaar van het Instituut.

    Het is enkel van toepassing op de contractuele personeelsleden als dit uitdrukkelijk wordt vermeld.

    Art. 3. De wedden van de statutaire ambtenaren en contractuele personeelsleden worden vastgesteld in weddenschalen bestaande uit :

  11. een minimumwedde;

  12. zogenaamde " weddentrappen " die het resultaat zijn van de tussentijdse verhogingen;

  13. een maximumwedde.

    De wedden en tussentijdse verhogingen worden uitgedrukt in een aantal munteenheden, dat met hun jaarbedrag overeenstemt.

    De weddenschalen mogen zich niet over méér dan eenendertig jaar ontwikkelen.

    HOOFDSTUK II. - Organieke regeling.

    Afdeling I. - Vaststelling der weddenschalen.

    Art. 4. § 1. De weddenschalen worden vastgesteld :

  14. vanaf 1 juli 2004 in de tabel opgenomen in bijlage I bij dit besluit;

  15. vanaf 1 juli 2005 in de tabel opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

    § 2. Elke schaal behoort tot één van de vier niveaus aangeduid met de hoofdletters A, B, C en D.

    De titel van de weddenschalen verbonden aan het niveau A bestaat uit een hoofdletter, een cijfer en een kleine letter. De hoofdletter duidt het niveau aan; het cijfer de rang verbonden aan de graad en de kleine letter duidt de plaats aan van de schaal met betrekking tot de andere schalen die aan de graden van eenzelfde rang zijn verbonden.

    De titel van de weddenschalen verbonden aan de niveaus B, C en D bestaat uit een hoofdletter en een kleine letter. De hoofdletter duidt het niveau aan en de kleine letter de plaats van de schaal met betrekking tot de andere schalen die aan de graad zijn verbonden.

    Art. 5. § 1. Voor de statutaire ambtenaren in dienst op 31 december 1993 en voor alle vóór 1 januari 1994 gepresteerde diensten, wordt elke weddenschaal ingedeeld in één van de klassen genaamd " 18, 20, 23 of 24 jaar " volgens onderstaande criteria :

  16. de weddenschalen van niveau D behoren tot de klasse " 18 jaar ";

  17. de weddenschalen van niveau C behoren tot de klasse " 20 jaar ";

  18. de weddenschalen van niveau B behoren tot de klasse " 23 jaar " indien zij worden toegekend aan ambtenaren die in hun graad werden benoemd bij wege van werving;

  19. de weddenschalen van niveau A behoren tot de klasse " 24 jaar ".

    § 2. Voor de statutaire ambtenaren in dienst op 31 december 1993 en voor alle vóór 1 januari 1994 gepresteerde diensten, komen voor de toekenning van de tussentijdse verhogingen alleen in aanmerking de werkelijke diensten welke de statutaire ambtenaar, met ingang van zijn 18e, 20e, 23e of 24e jaar, naar gelang van de klasse van zijn weddenschaal, heeft verricht terwijl hij behoorde tot de in artikel 17 vermelde diensten.

    § 3. Voor het bepalen van de leeftijd van de statutaire ambtenaar met het oog op de vaststelling van zijn wedde, wordt de verjaardag, die niet op de eerste van een maand valt, steeds verschoven naar de eerste van de volgende maand.

    § 4. De minimumwedde van de schaal geldt voor de statutaire ambtenaar die 18 of 21 jaar oud is, naargelang hij onderscheidenlijk behoort tot de niveaus D en C of tot de niveaus B en A.

    Art. 6. De weddenschalen van de statutaire ambtenaren die vanaf 1 januari 1994 worden aangeworven, worden niet meer in een leeftijdsklasse ingedeeld.

    Afdeling II. - Verbinden van de weddenschalen aan de graden.

    Art. 7. De weddenschalen vastgesteld in de bijlagen I en II van dit besluit, worden aan iedere graad van de statutaire ambtenaren verbonden op de wijze bepaald in de tabel opgenomen in bijlage III bij dit besluit.

    Art. 8. § 1. Indien een graad meerdere schalen omvat, worden ze in de tabel in bijlage III van dit besluit van elkaar onderscheiden door de cijfers I, II, III, IV, geplaatst voor het nummer van de weddenschaal.

    § 2. Behoudens strijdige bepalingen wordt de wedde van een op proef benoemde statutaire ambtenaar vastgesteld in de schaal I.

    § 3. In schaal II wordt vastgesteld :

  20. de wedde van de statutaire ambtenaar die in vast verband is benoemd en die één jaar graadanciënniteit heeft. Die anciënniteit wordt eventueel verhoogd met de duur van de verlenging van de proefperiode zoals die voortvloeit uit het artikel 33, § 2, van het administratief statuut;

  21. de wedde van de statutaire ambtenaar benoemd bij wege van bevordering of van de op proef benoemde statutaire ambtenaar die al ten minste twaalf maanden deel uitmaakt van het personeel van het Instituut.

    § 4. De wedde van de statutaire ambtenaar die een anciënniteit van acht jaar in deze graad bij het Instituut telt, wordt vastgesteld in de schaal III.

    § 5. De wedde van de statutaire ambtenaar die een anciënniteit van twaalf jaar in deze graad bij het Instituut telt, wordt vastgesteld in de schaal IV.

    Art. 9. In afwijking van artikel 8, § 2, wordt de wedde van een op proef benoemde statutaire ambtenaar vastgesteld in schaal II verbonden aan zijn graad, indien hij het bezit van minstens één jaar nuttige ervaring kan aantonen en het bezit van nuttige vroegere ervaring van minstens één jaar uitdrukkelijk was vereist bij de selectieprocedure, in overeenstemming met artikel 7 van het administratief statuut.

    In dat geval gebeurt de overgang naar schaal III na 8 jaar graadanciënniteit bij het Instituut.

    Art. 10. § 1. Behoudens strijdige bepalingen wordt de wedde van een contractueel personeelslid met minder dan één jaar anciënniteit bij het Instituut, vastgesteld in de schaal I verbonden aan zijn graad.

    § 2. De wedde van een contractueel personeelslid met meer dan één jaar anciënniteit bij het Instituut, wordt vastgesteld in de schaal II verbonden aan zijn graad.

    § 3. In afwijking van § 1 wordt de wedde van een contractueel personeelslid vastgesteld in schaal II verbonden aan zijn graad, indien bij de selectieprocedure uitdrukkelijk het bezit van minstens één jaar nuttige ervaring was vereist en het personeelslid het bezit van de vereiste ervaring kan bewijzen met elk rechtsmiddel. Er kan maximum vijf jaar externe ervaring in aanmerking worden genomen.

    Art. 11. De wedde van de controleur (in uitdoving) met minder dan acht jaar graadanciënniteit, wordt vastgesteld in de weddenschaal Ce.

    De wedde van de controleur (in uitdoving) die ten minste acht jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal Cf.

    De wedde van de controleur (in uitdoving) die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal Cg.

    Art. 12. De wedde van de hoofdcontroleur met minder dan acht jaar graadanciënniteit, wordt vastgesteld in de weddenschaal Bb.

    De wedde van de hoofdcontroleur die ten minste acht jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal Bc.

    De wedde van de hoofdcontroleur die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal Bd.

    Art. 13. § 1. De wedde van de adviseur met minder dan één jaar anciënniteit in niveau A, wordt vastgesteld in de weddenschaal A2c.

    De wedde van de adviseur met ten minste één jaar anciënniteit in niveau A, wordt vastgesteld in de weddenschaal A2d.

    § 2. De wedde van de eerste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT