30 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit betreffende het geldelijk statuut en de vastlegging van het bedrag van de vergoeding van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas en tot opheffing van de ministriele besluiten van 26 januari 2007 en 16 december 1999
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 24, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten, artikel 2, derde lid;
Gelet op het ministerieel besluit van 16 december 1999 tot vaststelling van de basisprincipes betreffende de vergoeding van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 januari 2007 houdende de principes inzake de vergoeding van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas en tot bepaling van de vergoeding voorzien in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten;
Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, zoals bedoeld in artikel 19/1, § 1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, dat een effectbeoordeling niet vereist is;
Gelet op het overleg met de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, met toepassing van artikel 24, § 2, vijfde lid van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, van 1 augustus 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 september 2012;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de voorliggende bepalingen strekken ertoe om de in artikel 24, § 2, vijfde lid van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, (hierna : « elektriciteitswet »), besproken bezoldiging van de voorzitter en van de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (hierna : « commissie ») vast te leggen;
Overwegende dat artikel 24, § 2, zesde lid van de elektriciteitswet bepaalt dat « Uiterlijk zes maanden voor het einde van het mandaat van de voorzitter of de leden van het directiecomité, wordt de procedure voor de selectie van de volgende voorzitter en leden aangevat. » De mandaten van de huidige voorzitter en de huidige leden van het directiecomité ten einde lopen op 30 januari 2013;
Overwegende dat het koninklijk besluit van 13 juli 2012...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI