8 MEI 2008. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het bedrag, alsook van de termijn en de nadere voorschriften voor betaling van de administratieve geldboetes met toepassing van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, gewijzigd bij de ordonnantie van 20 juli 2006, inzonderheid op artikel 36;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 16 oktober 2007;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op het advies van de Raad van State (nr. 43.965/4), gegeven op 11 februari 2008 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Mobiliteit en Openbare Werken;

Na erover beraadslaagd te hebben,

Besluit :

Artikel 1. De afgevaardigd ambtenaar bedoeld in artikel 36 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur wordt door de Minister bevoegd voor de taxidiensten aangewezen onder de ambtenaren van het Bestuur Uitrusting en Vervoer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstelijk Gewest die bekleed zijn met een graad van niveau A.

Art. 2. § 1er. Bij niet-naleving van één van de hierna opgesomde administratieve verplichtingen kan de in artikel 1 bedoelde afgevaardigd ambtenaar naar een exploitant van een taxidienst of van een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur een waarschuwing sturen of hem een administratieve boete opleggen waarvan het bedrag is vastgesteld overeenkomstig § 2 :

  1. verplichting voor de exploitanten van een taxidienst om de Administratie op de hoogte te brengen in alle gevallen bedoeld in artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur;

  2. verplichting voor de exploitanten van een taxidienst om aan de klanten slechts een taxivoertuig ter beschikking te stellen dat voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 32, § 1, 1°, 2°, 5°, 6°, 7°, 11° en 14° van hetzelfde besluit;

  3. verplichting voor de exploitanten van een taxidienst om minstens de documenten aan boord te hebben bedoeld in artikel 34 van hetzelfde besluit;

  4. verbod voor de exploitanten van een taxidienst om op het voertuig andere nummers te vermelden dan deze van de nummerplaat en van de door de Administratie afgeleverde identificatieplaat overeenkomstig artikel 35 van hetzelfde besluit;

  5. verplichting voor de exploitanten van een taxidienst om het reglementaire verklikkerlicht te gebruiken overeenkomstig artikel 39, tweede, derde, vijfde en zesde lid van hetzelfde besluit;

  6. verplichting voor de exploitanten van een taxidienst om de Administratie op de hoogte te brengen bij onbeschikbaarheid van een voertuig overeenkomstig artikel 44, lid 3, van hetzelfde besluit;

  7. verplichting voor de exploitanten van een taxidienst om de Administratie in te lichten bij gebruik van een vervangvoertuig overeenkomstig artikel 45, eerste lid, 2e van hetzelfde besluit;

  8. verplichting voor de exploitanten van een taxidienst om het getuigschrift van goed zedelijk gedrag of een uittreksel uit het Strafregister voor te leggen binnen de termijn bedoeld in artikel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT