4 MAART 1999. - Decreet betreffende de sociale integratie van de gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces (1)

De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen op 12 februari 1999 en Wij, College, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet dient onder « gehandicapte » te worden verstaan : elkeen die voldoet aan de voorwaarden zoals vastgesteld in artikel 5 van dit besluit.

Onverminderd de samenwerkingsakkoorden met de andere bevoegde Gewesten of Gemeenschappen kan het College voor het recht op alle of een deel van de bepalingen van dit decreet voorwaarden opleggen betreffende het verblijf.

Art. 3. Ter bevordering van de sociale integratie van de gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces kunnen ze beroep doen op hulpverleners en adviseurs, dit geldt eveneens voor de centra, ondernemingen en diensten die hen opvangen.

De Franse Gemeenschapscommissie, hierna de Commissie genoemd, staat in voor de bevordering van de voorlichting van de gehandicapten en sensibiliseert de publieke opinie door elke nuttige informatie daartoe te verzamelen en te verspreiden.

Art. 4. Bij de toekenning van de krachtens dit decreet verleende financiële tegemoetkomingen wordt rekening gehouden met de andere tegemoetkomingen waarvan de gehandicapten, centra, ondernemingen en diensten die hen opvangen, zouden kunnen genieten krachtens andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die hetzelfde doel beogen.

Indien de cumulering van die tegemoetkomingen met de tegemoetkomingen die zijn toegekend krachtens dit decreet de werkelijk gedane uitgaven overstijgt, wordt het bedrag van de door de diensten van het College toegekende tegemoetkomingen met het verschuldigde bedrag verminderd.

Art. 5. De benaming « revalidatiecentrum », « dienst voor pedagogische begeleiding », « dienst voor begeleiding », « dienst voor dovenvertolking », « onderneming met aangepast werk », « dagcentrum » of « verblijfscentrum » wordt voorbehouden voor de centra, ondernemingen of diensten die overeenkomstig dit besluit zijn erkend.

De vermelding van de erkenning dient te zijn aangenkondigd op een plaats die van buitenaf zichtbaar is en dient te zijn aangeduid op alle documenten, affiches en publicaties van het centrum, de onderneming of dienst.

HOOFDSTUK II. - De gehandicapten

Afdeling 1. - De toelating van de gehandicapten

Art. 6. Om te kunnen genieten van de bepalingen van dit decreet dient de gehandicapte te voldoen aan de volgende voorwaarden :

  1. een handicap vertonen als gevolg van een verminderde fysieke capaciteit met minstens 30 % of een verminderde mentale capaciteit met minstens 20 %. Onder handicap dient te worden verstaan : het sociale nadeel dat het gevolg is van een deficiëntie of een onbekwaamheid die het gewone gedrag met betrekking tot de leeftijd, sekse, sociale en culturele factoren beperkt of in de weg staat.

    Indien een handicap duidelijk wordt vastgesteld zonder dat een van de voornoemde percentages is bereikt, kan de betrokkene evenwel genieten van de bepalingen van dit decreet, rekening houdend met de daadwerkelijke impact van de vastgestelde beperking.

    De handicap wordt in aanmerking genomen op basis van een evaluatie uitgevoerd door een pluridisciplinaire equipe, die is ingesteld krachtens artikel 10 van dit decreet.

    Er kan een tweede evaluatie plaatsvinden.

    Deze evaluatie kan steunen op gegevens van pluridisciplinaire onderzoeken die tevoren zijn ingezameld om te kunnen genieten van andere federale, gewestelijke of gemeenschapsbepalingen ten gunste van de gehandicapten;

  2. nog geen 65 jaar zijn op het tijdstip van de aanvraag om toelating;

  3. van Belgische nationaliteit zijn of het erkend statuut van staatloze of vluchteling hebben of werknemer zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap, of eraan gelijkgesteld zijn krachtens het internationale recht.

    Diegene die niet voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarden kan niettemin genieten van de prestaties waarin dit decreet voorziet inzoverre hij kan rechtvaardigen dat hij gedurende een periode van vijf jaar op wettige wijze en ononderbroken in België woonachtig is geweest voordat zijn aanvraag om toelating werd ingediend.

    De wettige en ononderbroken verblijfsperiode is niet vereist voor de echtgenoot of samenwonende partner of de ouder ten laste van een persoon die een vereiste verblijfsduur rechtvaardigt of die deze niet dient te rechtvaardigen.

    Art. 7. Het College kan de toepassing van dit decreet uitbreiden tot andere categorieën van gehandicapten door af te wijken van de voorwaarden vermeld onder lid b) en c) van artikel 6 van dit decreet.

    Art. 8. De aanvraag om toelating van de gehandicapte, die door hem, zijn wettelijke vertegenwoordiger of de jeugdrechter is ondertekend, dient te worden opgemaakt op een formulier conform het model zoals vastgesteld door de Diensten van het College.

    Deze aanvraag omvat een medisch formulier met een omschrijving van de deficiëntie en de gevolgen ervan in termen van onbekwaamheid en handicap. Dit formulier wordt aangevuld door een geneesheer die gekozen is door de aanvrager.

    Art. 9. De Diensten van het College sturen de aanvrager een ontvangstbewijs binnen de tien dagen die volgen op de indiening van de aanvraag. Tezelfdertijd vragen de Diensten van het College de gemeentebesturen om de inlichtingen die nodig zijn voor de behandeling van de aanvraag met het oog op de controle van de voorwaarden inzake leefdtijd, nationaliteit en verblijf in België.

    De Diensten van het College verzoeken de aanvrager om alle gegevens die nodig zijn voor de behandeling van de aanvraag.

    Art. 10. Om uitspraak te doen over de toelatingsaanvraag van de gehandicapte richt het College bij zijn Diensten een orgaan op dat is samengesteld uit drie ambtenaren van niveau 1 : één ambtenaar die gemachtigd is de titel van psycholoog te dragen, één ambtenaar met de titel van doctor in de geneeskunde, heelkunde en verloskunde en één ambtenaar die aangesteld is bij de Dienst om de toelatingsaanvragen van de gehandicapten te verwerken. Dit orgaan wordt de « pluridisciplinaire equipe » genoemd en beslist collegiaal.

    Het College kan zo nodig meerdere pluridisciplinaire equipes instellen.

    Art. 11. Wanneer de pluridisciplinaire equipe niet over alle gegevens beschikt om te kunnen beslissen, verzoekt ze de aanvrager om zich te laten onderzoeken door :

    - hetzij een geneesheer die erkend is als specialist en die door de aanvrager vrij gekozen is;

    - hetzij een erkende psycholoog die de aanvrager kiest uit een lijst die wordt bijgehouden door het Lid van het College belast met Bijstand aan Personen.

    Het College bepaalt de erkenningsvoorwaarden waaraan de psychologen dienen te voldoen.

    De Diensten van het College dienen de aanvrager ervan in kennis te stellen dat zijn aanvraag volledig is.

    Art. 12. Binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat vanaf het tijdstip dat ze beschikt over de nodige gegevens, doet de pluridisciplinaire equipe uitspraak over de toelating van de gehandicapte. Hij wordt in kennis gesteld van de beslissing bij een ter post aangetekende brief. Deze kennisgeving vermeldt de toelatingsdatum, die niet mag dateren van voor de datum van de ontvangst van de aanvraag.

    Art. 13. De uitgaven voor de uitvoering van de onderzoeken zoals voorzien in artikel 11 van dit decreet, worden terugbetaald binnen de perken en volgens de nadere regelen die door het College zijn vastgesteld. Van de gehandicapte mag geen tegemoetkoming in de kosten van deze onderzoeken worden gevraagd.

    Afdeling 2. - Het globaal proces inzake sociale integratie van de gehandicapten

    en hun inschakeling in het arbeidsproces

    Art. 14. Een gehandicapte die kan genieten van de bepalingen van dit decreet kan een aanvraag om bijstand, tegemoetkoming of advies indienen. Deze wordt ondertekend door de gehandicapte, diens wettelijke vertegenwoordiger of de jeugdrechter.

    De Diensten van het College vragen aan de aanvrager alle gegevens die nodig zijn voor de behandeling van diens aanvraag. Ze brengen de aanvrager tevens op de hoogte van de mogelijkheid om zich te laten bijstaan door mensen naar keuze.

    De pluridisciplinaire equipe zoals bedoeld in artikel 10 van dit decreet, is bevoegd om uitspraak te doen over deze aanvraag. Ze neemt haar beslissing collegiaal in overleg met de gehandicapte. Op diens verzoek kan hij of zijn wettelijke vertegenwoordiger de vergadering bijwonen tijdens welke het globaal proces wordt vastgesteld.

    De gehandicapte en de pluridisciplinaire equipe kunnen eender wie uitnodigen om deze vergadering bij te wonen.

    Art. 15. De beslissing van de pluridisciplinaire equipe bepaalt, vervolldigt of wijzigt het globaal proces inzake sociale integratie van de gehandicapte en zijn inschakeling in het arbeidsproces, hierna het proces genoemd.

    Dit proces bepaalt de bijstand en tegemoetkomingen die aan de gehandicapte worden verleend en omvat adviezen ter bevordering van diens integratie in de samenleving, rekening houdend met zijn aanvraag, capaciteiten en behoeften.

    Art. 16. Het proces kan betrekking hebben op :

    1. elke vorm van individuele bijstand zoals bedoeld in Onderafdeling één van Afdeling III van Hoofdstuk II;

    2. de beroepsopleiding;

    3. inschakeling in het arbeidsproces;

    4. begeleiding en vroegtijdige bijstand;

    5. dagopvang;

    6. verblijf.

      Art. 17. In het raam van haar beslissing kan de pluridisciplinaire equipe de gehandicapte verzoeken een onderzoek te ondergaan dat verricht wordt door een centrum voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT