Uittreksel uit arrest nr. 2/2010 van 20 januari 2010 Rolnummer 4616 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 157 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van pe

Uittreksel uit arrest nr. 2/2010 van 20 januari 2010

Rolnummer 4616

In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 157 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, zoals gewijzigd bij artikel 7 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (II), ingesteld door M.S. en J.R.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de rechters M. Melchior, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 23 januari 2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 26 januari 2009, hebben M.S. en J.R., die keuze van woonplaats doen te 2200 Herentals, Lierseweg 102-104, beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van artikel 157 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, zoals gewijzigd bij artikel 7 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (II) (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2008).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 7 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (II), dat luidt :

    In artikel 157 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis worden de woorden ', en uiterlijk op de eerste dag van de achttiende maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ' vervangen door de woorden ' en uiterlijk op de eerste dag van de vierenvijftigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad '

    .

    B.2.1. Aldus gewijzigd, bepaalt artikel 157 van de voormelde wet van 21 april 2007 :

    Met uitzondering van dit artikel, dat in werking treedt de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, treedt deze wet in werking op de dag die de Koning voor elk artikel van de wet bepaalt, en uiterlijk op de eerste dag van de vierenvijftigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad

    .

    B.2.2. De verzoekende partijen zijn personen die, na hun veroordeling tot vrijheidsberovende straffen, het voorwerp hebben uitgemaakt van een beslissing tot internering die werd genomen op grond van artikel 21 van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten. Hun belang bij de vernietiging van artikel 7 van de wet van 24 juli 2008 is dus enkel verantwoord doordat die bepaling tot gevolg heeft dat de inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 21 april 2007 die van toepassing zijn op de personen die tot een vrijheidsberovende straf zijn veroordeeld en die vervolgens het voorwerp uitmaken van een beslissing tot internering, namelijk de artikelen 82 tot 114 en 138 tot 144 van de genoemde wet, wordt verschoven van 1 januari 2009 naar 1 februari 2012.

    B.2.3. De artikelen 82 tot 114 en 138 tot 144 van de wet van 21 april 2007 voorzien in de mogelijkheid van internering van een persoon die in hechtenis wordt gehouden, op grond van een beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank (artikel 82) die is genomen na een debat op tegenspraak (artikel 86) en die bepaalt in welke door de federale overheid georganiseerde inrichting of afdeling tot bescherming van de maatschappij de internering ten uitvoer dient te worden gelegd (artikel 89). Zij bepalen onder meer de modaliteiten voor het beheer van de internering en voor de opheffing ervan (artikelen 90 tot 113). Na het verstrijken van de straf wordt de veroordeelde in vrijheid gesteld (artikel 112, § 3) of, indien de strafuitvoeringsrechtbank van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT