Gecoördineerde Dienstplichtwetten. , de 30 avril 1962

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.

Artikel 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

  1. lichting : de gezamenlijke dienstplichtigen die in aanmerking komen om deel te nemen aan de vorming van het jaarcontingent;

  2. klasse : de gezamenlijke, voor de dienst aangewezen dienstplichtigen van een zelfde lichting;

  3. leeftijdsklasse : de klasse genoemd naar het jaar waarin de dienstplichtige de leeftijd van 19 jaar bereikt;

  4. contingent : de gezamenlijke, tot dezelfde klasse behorende dienstplichtigen die voor het vervullen van de militaire dienst ter beschikking van de militaire overheid zijn gesteld;

  5. ingeschrevene : de dienstplichtige die op de militielijsten is geplaatst en niet is ingeschreven in het register van de wederspannelingen en dienstweigeraars;

  6. wederspanneling : de dienstplichtige die niet te rechter tijd op de militielijsten is ingeschreven en daarom in het register van de wederspannelingen en dienstweigeraars is opgenomen;

  7. dienstweigeraar : de dienstplichtige die in het register van de wederspannelingen en dienstweigeraars is opgenomen omdat hij zich niet tijdig heeft aangemeld, hetzij in het rekruterings- en selectiecentrum, hetzij voor de keuring in het buitenland, hetzij bij de herkeuringsraad wanneer hij daarnaar verwezen is, hetzij voor een door deze raad gelaste keuring of inobservatiestelling;

  8. uitstel : de overbrenging, op een van de bij de wet bepaalde morele gronden, van de dienstplichtige naar de volgende lichting;

  9. voorlopige afkeuring : de overbrenging, op een van de bij de wet bepaalde lichamelijke gronden, van de dienstplichtige naar de volgende lichting;

  10. vrijstelling : het vrijstellen van enige militaire verplichting in vredes- en oorlogstijd;

  11. vrijlating : het vrijlaten van de werkelijke dienst in vredestijd; zij wordt verleend op morele grond;

  12. ontheffing : het ontheffen van de werkelijke dienst in vredestijd; zij werd verleend aan de voor de dienst geschikt bevonden dienstplichtigen die tot een vroegere lichting dan die van 1987 behoren voor zover hun aantal het contingent overschreed;

  13. dienstneming : de handeling waarbij een Belgisch burger van het mannelijk of het vrouwelijk geslacht zich verbindt om als militair van de actieve kaders diensten bij het leger ter vervullen;

  14. wederdienstneming : de handeling waarbij een militair van de actieve kaders of een dienstplichtige die zijn werkelijke diensttermijn volbrengt of volbracht heeft, zich verbindt om een nieuwe diensttijd te vervullen.

    HOOFDSTUK Ibis. - Toepassingsgebied.

    Art. 1bis. Deze wet is van toepassing op de dienstplichtigen van de lichting 1993 en van de daaraan voorafgaande lichtingen.

    Worden bij de lichting 1993 ingedeeld :

  15. de dienstplichtigen van de lichting 1993 en van de voorafgaande lichtingen, die uitgesloten of weggezonden zijn uit het leger vóór het verstrijken van de termijn van de werkelijke dienst of van de dienstneming en die in het recht om in het leger te dienen zijn hersteld uiterlijk op 31 december van het jaar waarin zij 28 jaar oud zijn geworden;

  16. de dienstplichtigen van de lichting 1993 en van de voorafgaande lichtingen, wier vrijstelling ingetrokken is krachtens artikel 16, § 3 of van artikel 16bis, § 3, of die van de vrijstelling afstand gedaan hebben krachtens artikel 16, § 7, of artikel 16bis, § 4;

  17. de nog niet geschikt bevonden wederspannelingen;

  18. de dienstweigeraars die nog niet geschikt zijn bevonden noch zijn opgeroepen om aan de militaire overheid te worden overgegeven;

  19. de dienstplichtigen die nog hun militaire dienst moeten vervullen ten gevolge van de verbreking van hun vrijwillige dienstneming;

  20. de dienstplichtigen, geboren vóór 1 januari 1975, die zonder militiestand zijn gebleven;

  21. de dienstplichtigen die, nadat hun uitstel, vrijlating, vrijstelling of voorlopige afkeuring ingetrokken wordt, als wederspanneling beschouwd worden in toepassing van artikel 97.

    HOOFDSTUK II. - Militaire dienstplicht (...).

    Art. 2.

    § 1. Ieder belgisch burger is tot de militaire dienst gehouden.

    § 2. Behoudens de gevallen bedoeld bij deze wet en onverminderd de uitvoering van internationale verdragen, wordt geen vrijstelling verleend. De militaire dienst heeft voorrang op elke andere dienst.

    § 3. De werving van het leger geschiedt door jaarlijkse oproeping zomede door vrijwillige dienstneming en wederdienstneming.

    § 4. De dienstplichtigen maken deel uit van de werfreserve vanaf 1 januari van het jaar waarin zij 17 jaar oud worden, totdat zij in het leger worden opgenomen of hun militaire dienstplicht geëindigd is. Deze reserve kan slechts in geval van oorlog of wanneer het grondgebied bedreigd wordt tot de dienst opgeroepen worden.

    § 5. (opgeheven)

    Art. 2bis. Onverminderd artikel 2 van deze wet, kan ieder Belgisch burger van het mannelijke of het vrouwelijke geslacht, op zijn verzoek en onder de door de Koning bepaalde voorwaarden, gemachtigd worden de werkelijke diensttermijn te volbrengen die (artikel 10 van de wet van 22 december 1989 betreffende het statuut van de dienstplichtigen) aan dienstplichtigen oplegt.

    Het volbrengen van deze termijn ontheft, de belanghebbende van de eventuele verplichting een werkelijke diensttermijn te volbrengen op basis van hogervermeld artikel 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op de dienstplichtigen die vrijgesteld, uitgesteld of uitgesloten zijn van de dienst met toepassing van de artikelen 14 en 15.

    Art. 3. (§ 1. De duur van de (militaire verplichtingen) bedraagt acht jaar te rekenen van de 1e januari van het jaar waarnaar de klasse waartoe de dienstplichtige behoort, is genoemd.

    De Koning kan echter, met inachtneming van de indeling waarin voor het geval van mobilisatie is voorzien, die duur op periode van ten hogste vijftien jaar vaststellen voor categorieën van ienstplichtigen welke Hij bepaalt.)

    § 2. Wordt de dienstplichtige voor het verstrijken van die termijn gemobiliseerd, dan wordt de duur van zijn militaire dienstplicht tot het einde van de mobilisatie verlengd.

    § 3. De deserteur is door het verstrijken van de termijn niet van zijn militaire dienstplicht ontslagen; hij blijft als dienstplichtige of als vrijwilliger gehouden tot het vervullen of voltooien van de werkelijke diensttermijn welke hem was opgelegd.

    § 4. Behalve in het geval waarvan sprake onder § 2, mag de militaire dienstplicht niet langer duren dan tot en met 31 december van het jaar waarin de dienstplichtige 45 jaar oud wordt, zelfs wanneer hij als deserteur wordt beschouwd.

    § 5. (Indien er te veel dienstplichtigen met onbepaald verlof zijn, kan de Minister van Landsverdediging degenen die niet meer nodig zijn om te voldoen aan de kaderbehoeften, met definitief verlof plaatsen.)

    HOOFDSTUK III. - Inschrijving der dienstplichtigen.

    Art. 4. § 1. Vanaf het jaar waarin zij 16 jaar oud worden, worden de Belgen door het college van burgemeester en schepenen ingeschreven op de lijsten van de lichting genaamd naar het jaar waarin zij de leeftijd van 19 jaar bereiken.

    (§ 2. Wie Belg wordt tussen zijn 16e en 33e jaar wordt, zo hij niet meer in aanmerking komt voor de lichting waartoe hij door zijn leeftijd behoort, ingeschreven op de militielijsten van de lopende lichting of, indien hij niet meer aan de verrichtingen van deze lichting kan deelnemen, op de militielijsten van de volgende lichting.)

    § 3. Van de inschrijving wordt aan ieder betrokkene kennis gegeven.

    § 4. Wie geen kennisgeving van zijn inschrijving heeft ontvangen, is gehouden bezwaar in te dienen bij het college en zich, zo nodig, te doen inschrijven; de betrokkenen worden telken jare, bij wege van een bericht bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, aan die verplichting herinnerd.

    Het college doet, bij gemotiveerde beslissing, uitspraak over het bezwaar dat de belanghebbenden tegen de verzuimen en onrechtmatige inschrijving hebben gemaakt.

    § 5. De plaats van inschrijving van de dienstplichtige bepaalt zijn militiewoonplaats.

    § 6. De Koning bepaalt de regelen en termijnen, welke voor de toepassing van dit artikel dienen in acht genomen.

    Art. 5. De provinciegouverneur gelast de schrapping van wie ten onrechte op de door het college vastgestelde lijsten ingeschreven is en de inschrijving van wie overgeslagen en nog geen wederspanneling is.

    Art. 6.

    § 1. Is wederspanneling, de Belg die niet is ingeschreven op 31 december van het jaar waarin hij 18 jaar oud geworden is.

    § 2. Voor de dienstplichtige die de Belgische nationaliteit verkrijgt na de 30e september van het jaar waarin hij de leeftijd van 18 jaar bereikt, en voor de dienstplichtige wiens inschrijving krachtens internationale verdragen tot op een later tijdstip is opgeschorst, wordt de in § 1 bepaalde datum verschoven tot na het verstrijken van een termijn van drie maanden, ingaande met de dag waarop de betrokkene rechtens had moeten ingeschreven worden.

    Art. 7. § 1. De gouverneur brengt de niet-ingeschrevene op het register der wederspannelingen en dienstweigeraars en geeft hem kennis van deze maatregel.

    (§ 2. De wederspanneling, zijn vader, zijn moeder of zijn wettelijke vertegenwoordiger kan daartegen in beroep gaan bij de Minister van Binnenlandse Zaken.

    De Minister van Binnenlandse Zaken of de ambtenaar die hij machtigt, beoordeelt de aangevoerde gronden van verschoning.

    Wordt het beroep toegewezen, dan wordt de betrokkene uit het register der wederspannelingen en dienstweigeraars geschrapt en op de militielijsten van de lopende lichting ingeschreven. Indien hij reeds voor het rekruterings- en selectiecentrum is verschenen, wordt hij behandeld zoals de dienstplichtigen met wie hij verschenen is.)

    § 3. De wederspanneling wordt, op bevel van de gouverneur, naar het recruterings- en selectiecentrum verwezen. Desgevorderd is de gewapende macht gehouden hem voor te leiden. Hij wordt evenwel in het buitenland onder dezelfde voorwaarden als de ingeschrevenen gekeurd.

    Bij geschiktbevinding wordt hij opgeroepen met de dienstplichtigen waarmee hij verschenen is, doch hij kan slechts na drie jaar werkelijke dienst met onbepaald verlof...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT