Koninklijk besluit waarbij de Dienst voor Geboorte en Kinderen wordt gemachtigd toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken., de 7 septembre 2001

Artikel 1. De Dienst voor Geboorte en Kinderen wordt gemachtigd om toegang te hebben tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, teneinde de geboortes en de leden van de gezinnen met jonge kinderen te identificeren en de bescherming van de moeder en het kind te bevorderen en te ontwikkelen.

De Dienst is eveneens gemachtigd om mededeling te verkrijgen van diezelfde informatiegegevens wanneer zij noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van studies en onderzoeken die hij uitvoert in het kader van zijn opdrachten en teneinde te kunnen beschikken over nauwkeurige informatiegegevens die het mogelijk maken initiatieven uit te werken inzake de bescherming van de geboorte en de kinderen.

De toegang tot de informatiegegevens en hun mededeling, zoals respectievelijk bedoeld in het eerste en het tweede lid van dit artikel, is voorbehouden :

  1. aan de Administrateur-generaal van de Dienst voor Geboorte en Kinderen;

  2. aan de ambtenaren van de Dienst voor Geboorte en Kinderen die de onder 1° bedoelde persoon daartoe bij naam en schriftelijk aanwijst, binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden en in het kader van de uitoefening van de opdrachten die hen toevertrouwd zijn.

    Art. 2. De met toepassing van artikel 1, eerste en tweede lid, verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de doeleinden die daarin vermeld worden. Zij mogen niet meegedeeld worden aan derden.

    Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid :

  3. de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;

  4. de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun meegedeeld kunnen worden uit hoofde van hun aanstelling en in het kader van de betrekkingen die zij, voor de in artikel 1, eerste lid, vermelde doeleinden, onderhouden met de Dienst voor Geboorte en Kinderen.

    Art. 3. De met toepassing van artikel 1, tweede lid, verkregen informatiegegevens mogen bewaard worden, wat de identificatie van de personen betreft, zolang de betrokken persoon een band heeft met de Dienst voor Geboorte en Kinderen, en wat de identificatie van de gezinnen betreft, tot het moment dat het betrokken kind de leeftijd van twaalf jaar bereikt, aangezien de Dienst voor Geboorte en Kinderen vanaf die leeftijd niet meer bevoegd is.

    De personen waarop de informatiegegevens van het Rijksregister die meegedeeld werden ten behoeve van een onderzoeks- of studieactiviteit, betrekking hebben, zullen op de hoogte gebracht moeten worden van deze activiteit.

    Art. 4. Aan de in artikel 1, derde lid, bedoelde ambtenaren wordt machtiging verleend om het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen, te gebruiken, uitsluitend voor de uitoefening van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde opdracht.

    Art. 5. Voor interne beheersdoeleinden mag het identificatienummer van het Rijksregister uitsluitend gebruikt worden als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door de Dienst voor Geboorte en Kinderen worden bijgehouden, voor het vervullen van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde opdracht.

    Bij extern gebruik mag het identificatienummer enkel gebruikt worden in de betrekkingen die de Dienst voor het vervullen van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde opdracht, onderhoudt met :

  5. de houder van het identificatienummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger;

  6. de openbare overheden en instellingen die, overeenkomstig artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983, zelf de machtiging hebben verkregen om het identificatienummer te gebruiken en die optreden in het kader van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.

    Art. 6. De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, en artikel 4, eerste lid, aangewezen personen wordt jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.

    De personen die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister, er mededeling van te krijgen en het identificatienummer ervan te gebruiken, ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van deze gegevens na te leven.

    Deze personen verbinden zich er eveneens toe de resultaten van de wetenschappelijke onderzoeks- en studieactiviteit enkel mee te delen aan derden in de vorm van anonieme informatie die de identificatie van de personen waarop de studies en onderzoeken betrekking hebben, niet mogelijk maakt, zelfs niet op indirecte wijze.

    De toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen zal georganiseerd worden met behulp van computers die beveiligd zijn met een code die uitsluitend gekend is door de personen die uitdrukkelijk gemachtigd zijn er toegang toe te hebben.

    Art. 7. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

    Gegeven te Brussel, 7 september 2001.

    ALBERT

    Van Koningswege :

    De Minister van Binnenlandse Zaken,

    A. DUQUESNE

    De Minister van Justitie,

    M. VERWILGHEN.

    Aanhef

    ALBERT II, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995, en artikel 8, gewijzigd bij de wet van 15 januari 1990;

    Gelet op het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 30 maart 1983 houdende oprichting van de " Office de la Naissance et de l'Enfance ", inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het decreet van 8 februari 1999, en artikel 22;

    Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid de artikelen 4, 5, 7 en 9, toegepast moet worden;

    Gelet op het advies nr. 18/97 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 24 juli 1997;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 november 1997;

    Gelet op het advies van de Raad van State;

    Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    VERSLAG AAN DE KONING

    Sire,

    Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe de Dienst voor Geboorte en Kinderen, een instelling van openbaar nut die opgericht is door het decreet van de Franse Gemeenschapsraad van 30 maart 1983 en gerangschikt in artikel 1, B, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, de machtiging te geven toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken.

    De wettelijke grondslag van het ontworpen besluit bestaat dus uit de artikelen 5...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT