Besluit van de Waalse Regering betreffende het technisch reglement voor het beheer van de gasdistributienetten en de toegang daartoe (VERTALING)., de 18 novembre 2004

TITEL I. - Algemene bepalingen.

HOOFDSTUK I. - Algemeen.

Afdeling 1.1. - Wettelijk kader en definities.

Artikel 1. Het technisch reglement voor gasdistributie in het Waalse Gewest (afgekort : " T.R.GAS ") wordt opgemaakt overeenkomstig artikel 14 van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt en bevat de voorschriften en regels betreffende het beheer van het distributienet en de toegang daartoe.

Art. 2. De definities opgenomen in artikel 2 van voornoemd decreet alsook die bedoeld in artikel 1, 4° tot 8°, van het koninklijk besluit van 28 juni 1971 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gasdistributie door middel van leidingen, zijn toepasselijk op dit T.R.GAS; bovendien, voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :

  1. toegang :

    het recht om op één of meerdere toegangspunten gas te injecteren of af te nemen

  2. transmissieovereenkomst :

    akkoord voor gastransmissie op het transmissienet gesloten tussen een transmissienetgebruiker en een transmissiebedrijf

  3. volumeherleidingsapparaat :

    apparaat dat de volumen gemeten door de gasmeter in zijn werkingsomstandigheden herleidt tot overeenstemmende volumen in normale druk- en temperatuuromstandigheden

  4. KVBG :

    afkorting voor " Koninklijke Vereniging van Belgische Gasvaklieden "

  5. collectieve aansluiting :

    leiding die de distributieleiding verbindt met verschillende individuele aansluitingen

  6. individuele aansluiting :

    leiding die de distributieleiding of de collectieve aansluiting verbindt met het meetapparaat van een toegangspunt

  7. distributieleiding :

    elke leiding van het distributienet bestemd voor gastransmissie in dat net en waarmee de individuele en collectieve aansluitingen verbonden zijn

  8. aansluitingscapaciteit :

    de in het aansluitingscontract vermelde en in m3 uitgedrukt maximale capaciteit waarover de netgebruiker beschikt

  9. onderschreven capaciteit :

    voor telegemeten netgebruikers, het in het toegangscontract vermelde uurvermogen; voor niet-telegemeten netgebruikers, het uurvermogen dat voortvloeit uit het verbruiksprofiel en dat in het toegangscontract toegekend wordt

  10. meting :

    opneming d.m.v. een meetapparaat van de tijdens een welbepaalde duur geïnjecteerde of afgenomen gashoeveelheid

  11. toegangscontract :

    het contract gesloten overeenkomstig dit T.R.GAS tussen een leverancier en de netbeheerder en waarbij hun respectieve rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden alsook de voorwaarden voor de toegang tot het distributienet worden vastgesteld

  12. aansluitingscontract :

    het contract gesloten overeenkomstig dit T.R.GAS tussen de netgebruiker en de netbeheerder en waarbij de respectieve rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden alsook de belangrijke technische informaties betreffende een welbepaald aansluitingswerk worden vastgesteld

  13. decreet :

    het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt

  14. toegangsaanvraag :

    aanvraag om toegang tot een distributienet overeenkomstig dit T.R.GAS

  15. EAN-GLN :

    European Article Number/Global Location Number (uniek numeriek veld van 13 posities voor de eenduidige identificatie van een marktdeelnemer)

  16. EAN-GSRN :

    European Article Number/Global Service Related Number (uniek numeriek veld van 18 posities voor de eenduidige identificatie van een toegangspunt)

  17. meetappararaat :

    het geheel van de apparaten bestemd voor het meten en/of het tellen van een gashoeveelheid op een welbepaald toegangspunt; het bevat de meters en eventueel de meet- en volumeherleidingsapparaten

  18. FIGAS :

    afkorting voor het " Verbond der Gasnijverheid "

  19. netbeheerder :

    beheerder van het gasdistributienet zoals bepaald in artikel 2 van het decreet

  20. injectie :

    de gasvoorziening van een gasnet

  21. gehabiliteerd installateur :

    de installeur die gehabiliteerd is overeenkomstig het reglement opgemaakt door de Raad voor de Habilitatie, samengesteld uit vertegenwoordigers van Belgische beroepsorganisaties, namelijk de installateurs van aardgasinstallaties, de v.z.w. FIGAS en Ministers of Staatssecretarissen bevoegd voor energie en verbruikersbescherming

  22. installatie van de netbeheerder :

    de leidingen, toebehoren en apparaten voor de toepassingen van aardgas aangesloten stroomafwaarts van het afnemingspunt of stroomopwaarts van het injectiepunt van de netgebruiker

  23. installatie die functioneel deel uitmaakt van het distributienet :

    elke uitrusting die geen deel uitmaakt van het distributienet maar waarvan het gebruik een aanzienlijke invloed heeft op de functionaliteit van het distributienet of de installaties van één of meerdere andere netgebruiker(s)

  24. werkdag :

    elke weekdag, met uitzondering van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen

  25. gasdag :

    een periode van 24 uur die ingaat om 6 uur op de overeenstemmende kalenderdag en eindigt om 6 uur op de volgende kalenderdag

  26. erkende controle-instelling :

    controle-instelling erkend overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gastransmissie door middel van leidingen en erkend door de Raad voor de Habilitatie. Vanaf 15 oktober wordt de erkenning overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 maart 1966 vervangen door een BELTEST/BELAC-accreditatie, een accreditatiesysteem ingesteld bij het koninklijk besluit van 22 december 1992 voor de controle op binneninstallaties voor aardgas

  27. aansluitingswerk :

    geheel van de uitrustingen die de aansluiting en het meetapparaat vormen waarbij een netgebruiker en het distributienet met elkaar zijn verbonden

  28. toegangspunt :

    injectie- of afnamepunt

  29. meetpunt :

    de fysieke plaats van het punt waar het meetapparaat verbonden is met de gasleiding van het KVBG

  30. injectiepunt :

    de fysieke plaats van het punt waar het gas geïnjecteerd wordt in het distributienet bij de ingang van de gasmeter

  31. afnamepunt :

    de fysieke plaats van het punt waar het gas afgenomen wordt uit het distributienet bij de uitgang van de gasmeter

  32. aansluitingspunt :

    de fysieke plaats van het punt waar de individuele aansluiting verbonden is met de distributieleiding of de collectieve aansluiting

  33. afname :

    gas afnemen uit een gasnet

  34. jaarlijks verbruiksprofiel :

    reeks gegevens waarvan elk betrekking heeft op een elementaire periode en waarbij de desbetreffende afgenomen of geïnjecteerde gashoeveelheid wordt gemeten of geraamd

  35. aansluiting :

    de aanleg van een aansluitingswerk

  36. aanbevelingen van de KVBG :

    de voorschriften vastgesteld door de Koninklijke Vereniging van Belgische Gasvaklieden volgens de regels der kunst

  37. toegangsregister :

    door de netbeheerder opgemaakt en beheerd register van de toegangspunten tot het distributienet waarin ten minste de bij dit T.R.GAS vereiste kenmerken worden aangewezen per toegangspunt

  38. onderling verbonden net :

    geheel van met elkaar verbonden netten

  39. ontvangststation :

    station voor de injectie van aardgas in een distributienet vanuit een transmissienet

  40. erkend ontvangststation :

    een fictief ontvangststation dat de functie van verschillende fysieke ontvangstations hergroepeert

  41. UN/EDIFACT :

    afkorting voor " United Nations/Electronic Data Interchange For Administration, Commerce and Trading "

  42. productie-eenheid :

    fysieke eenheid voor gasproductie

  43. netgebruiker :

    de in artikel 2 van het decreet beschreven gebruiker van het distributienet

    Art. 3. Bij gebrek aan andersluidende bepaling lopen de in dit T.R.GAS vermelde termijnen van middernacht tot middernacht. Ze gaan in op de werkdag die volgt op de dag van de officiële notificatie of bij gebrek aan dergelijke notificatie, van de kennisneming van de gebeurtenis die daartoe aanleiding geeft.

    Afdeling 1.21. - Opdrachten en verplichtingen van de netbeheerder.

    Art. 4. § 1. In het gebied waarvoor hij aangewezen is, voert de netbeheerder de taken en verplichtingen uit die hem worden opgedragen krachtens het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten.

    Hij zorgt voor de distributie van gas, de controle en het behoud van zijn distributienet en zonodig herstelt de veiligheid, betrouwbaarheid en efficiëntie daarvan. Hij is de enige persoon die ertoe gemachtigd wordt om eventueel d.m.v. een onderaannemer en onder zijn volledige verantwoordelijkheid zijn distributienet en met name de daarin bevatte aansluitingswerken aan te leggen, uit te breiden, te wijzigen, te versterken, buiten dienst te stellen, te verwijderen, te verplaatsen, te herstellen, te onderhouden en te exploiteren.

    § 2. De netbeheerder bepaalt vooraf de gepaste middelen die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van zijn opdrachten en stelt alles in het werk om effectief daarover te beschikken.

    Die middelen worden voor het eerst bepaald bij het opmaken van de in de artikelen 16 en 71 van het decreet bedoelde aanpassings- en uitbreidingsplannen. Zonodig worden ze geactualiseerd bij de opeenvolgende herzieningen van dat plan.

    Bij de uitvoering van zijn opdrachten gebruikt de netbeheerder alle gepaste middelen die de netgebruikers kunnen verwachten en die, rekening houdend met de bijzondere situatie, redelijkerwijs kunnen verkregen worden.

    § 3. Bij niet-geplande onderbreking van het distributienet, moet de netbeheerder ter plaatse zijn met de gepaste middelen om de herstellingswerken te starten binnen twee uur volgend op de oproep van de netgebruiker of op de kennisneming van het probleem. Die werken worden zo spoedig mogelijk voortgezet totdat het gebrek verwijderd wordt.

    § 4. De netbeheerder organiseert een waakdienst 24 uur op 24 die ermee belast is dringende verzoeken te ontvangen en efficiënt te behandelen. In het bijzonder, zodra de netbeheerder verwittigd wordt van een ernstig risico, een gasgeur of een opgespoorde lekkage, moet hij zich zo spoedig mogelijk ter plaatse begeven teneinde alle maatregelen te treffen voor de instandhouding of het herstel van de veiligheid van personen en goederen. Daartoe werkt hij samen met de andere betrokken...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT