26 JULI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de Kabinetten van de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap

De Regering van de Franse Gemeenschap,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 68;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 juli 1999 betreffende de samenstelling en werking van de Kabinetten van de Ministers van de Franse Gemeenschapsregering evenals het personeel van de diensten van de Gemeenschapsregering dat wordt opgenomen in een ministerieel Kabinet van een Minister van de Franse Gemeenschapsregering, zoals gewijzigd bij de besluiten van 13 april 2000, 12 december 2000, 24 oktober 2002, 28 november 2002, 6 maart 2003 en 12 juni 2003;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 juli 2004 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 juli 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 26 juli 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, zoals later gewijzigd;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de continuïteit van de werking van de Ministeriële Kabinetten van de Regering van de Franse Gemeenschap zonder verwijl dient te worden verzekerd;

Op de voordracht van de Minister-Presidente,

Besluit :

Afdeling 1. - Bevoegdheden

Artikel 1. De bevoegdheden van de ministeriële Kabinetten worden vastgesteld als volgt : de uitstippeling van het beleid in de aangelegenheden waarvoor iedere Minister bevoegd is, de aangelegenheden die een invloed kunnen hebben op het algemeen beleid van de Regering of op de parlementaire werkzaamheden; de opzoekingen en studies die het persoonlijk werk van de Ministers vergemakkelijken; de voorlegging van de dossiers van de administratie, alsook het bestuderen van voorstellen uitgaande van dit bestuur; het secretariaat van de Ministers, de behandeling van hun persoonlijke briefwisseling; de verzoeken tot audiëntie; het persoverzicht.

Het ministerieel Kabinet pleegt minstens eenmaal per maand overleg met de verantwoordelijken van de administratie, van de paracommunautaire instellingen en andere openbare instellingen, over de voorbereiding en de uitvoering van het beleid.

Afdeling 2. - Samenstelling

Art. 2. § 1. Het Kabinet van een Minister kan tien leden van niveau 1 tellen, namelijk :

- een Kabinetsdirecteur;

- twee adjunct-Kabinetsdirecteurs;

- vier adviseurs;

- drie attachés.

Een Kabinetssecretaris kan onder deze worden aangesteld.

In afwijking van het eerste lid :

- kan het Kabinet van een vice-president een Kabinetsdirecteur, een adviseur en twee attachés bijtellen;

- kan het Kabinet van de Minister-Presidente een Kabinetsdirecteur, twee adjunct-Kabinetsdirecteurs, twee adviseurs en twee attachés bijtellen.

Binnen de perken van de toegestane begrotingskredieten, kan het aantal personeelsleden van niveau 1 worden verhoogd met hoogstens 10 % van het aantal uitvoerende personeelsleden bedoeld in § 3 mits evenredige compensatie van het aantal voormelde uitvoerende personeelsleden.

§ 2. De verdeling van de ambten vastgesteld in § 1 kan alleen met de toestemming van de Minister-Presidente worden gewijzigd, waarbij het maximumaantal leden niet mag worden overschreden.

§ 3. Het aantal uitvoerende personeelsleden wordt tot 40 voor één Minister beperkt, 54 voor een vice-president, 68 voor de Minister-Presidente, onder wie respectief 5, 7 en 8 chauffeurs kunnen worden aangesteld.

§ 4. Elke Minister kan een of meer personeelsleden van zijn Kabinet overhevelen naar het Kabinet van een andere Minister, met de daaraan verbonden begrotingsmiddelen. Een afschrift van het overhevelingsbesluit wordt meegedeeld aan de Minister-Presidente en aan de Vaste Bijstandscel voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de Kabinetten bedoeld in artikel 7 van dit besluit.

§ 5. Wanneer het onderhoud van alle lokalen van het Kabinet niet wordt toevertrouwd aan een privé-firma, kunnen, binnen de perken van de aan het Kabinet toegekende begrotingskredieten, personeelsleden belast met de schoonmaak worden aangeworven buiten de toegelaten personeelsformatie, in verhouding tot één personeelslid voor tien lokalen.

§ 6. Het aantal uitvoerende personeelsleden die een Kabinetstoelage die geldt als een wedde in een schaal van niveau 2+ genieten, wordt beperkt tot tien procent van het aantal uitvoerende personeelsleden.

§ 7. Een personeelslid kan worden gebruikt op de persoonlijke woonplaats van de Minister.

Art. 3. Een bijzonder secretaris en een buitengewoon rekenplichtige kunnen worden aangesteld onder de leden van niveau 1 of de uitvoerende personeelsleden van het Kabinet.

Art. 4. Binnen de perken van de begrotingskredieten van elk Kabinet mogen er buiten de toegelaten personeelsformatie jaarlijks maximaal twaalf personen/maand worden opgenomen, verdeeld over één of meer experts.

Dit aantal wordt gebracht op jaarlijks 18 personen/maand voor de vice-presidenten en op jaarlijks 24 personen/maand voor de Minister-Presidente.

Van die aantallen mag niet worden afgeweken, tenzij met de toestemming van de Minister-Presidente.

Art. 5. § 1. De personeelsleden van de Diensten van de Franse Gemeenschap, of van instellingen van openbaar nut, en, meer in het algemeen, van elke overheidsdienst, die in een Kabinet voltijds zullen werken, mogen niet in hun betrekking in functie blijven, en evenmin, zelfs deeltijds, er de bevoegdheden van blijven uitoefenen.

§ 2. Bij afwezigheid om medische redenen van meer dan dertig dagen van een personeelslid van het Kabinet, kan de Regering van de Franse Gemeenschap of de betrokken Minister voorzien in zijn vervanging voor de duur van zijn afwezigheid.

Art. 6. § 1. Er wordt een vaste cel, "Secretariaat van de Regering" genoemd, opgericht, die onafhankelijk van de ministeriële Kabinetten werkt en onder het gezag van de Regering staat. De Minister-Presidente zorgt voor het dagelijkse beheer ervan.

§ 2. Het secretariaat van de Regering is samengesteld uit 11 leden, onder wie :

- de secretaris van de Regering, bekleed met de rang van Kabinetsdirecteur, ingeval het ambt niet door één van de Kabinetsdirecteurs van de Minister-Presidente wordt uitgeoefend;

- 2 adviseurs;

- 8 uitvoerende personeelsleden, onder wie 3 een weddeschaal in niveau 2+ kunnen genieten.

De leden van het Secretariaat van de Regering worden door de Minister-Presidente aangesteld.

§ 3. De belangrijkste opdrachten van het Secretariaat van de Regering zijn de volgende :

- het secretariaat van de Regering;

- de voorbereiding van de vergaderingen van de Regering, inzonderheid de vaststelling van de agenda en de verspreiding van de documenten;

- de overzending van de definitieve kennisgevingen;

- de overzending van de beslissingen van de Regering aan :

- het Parlement van de Franse Gemeenschap;

- de Kabinetten van de Franse Gemeenschap en de administratie;

- de andere overheidsniveaus, met inbegrip van de federale Staat;

- de organisatie van het protocol en de openbare betrekkingen van de Regering;

- de verspreiding van de beslissingen van de Regering.

Art. 7. Er wordt een Vaste Bijstandscel voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de Kabinetten opgericht, die onder het gezag van de Regering van de Franse Gemeenschap staat. De Minister-Presidente zorgt er voor het dagelijkse beheer van. Die cel is samengesteld uit 9 leden die door de Regering worden aangewezen, namelijk :

- een adviseur, verantwoordelijk voor de dienst;

- een attaché;

- 7 uitvoerende personeelsleden, onder wie ten hoogste 2 een als wedde geldende toelage genieten die wordt vastgesteld in een schaal van niveau 2+.

Er wordt een buitengewone rekenplichtige aangesteld uit het personeel bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Binnen de perken van de begrotingskredieten van de Vaste Bijstandscel, kan de Regering, buiten de toegelaten personeelsformatie, hoogstens 6 mensen/maand jaarlijks aanstellen, verdeeld over één of meer experts.

De cel bedoeld...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT