14 MAART 2008. - Decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen.

HOOFDSTUK I. - Begrippenkader en toepassingsgebied

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder :

  1. Structuurdecreet : het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen;

  2. associatie : een vereniging zonder winstoogmerk, als vermeld in titel I, hoofdstuk VI, van het Structuurdecreet;

  3. beursstudent : een student die een studietoelage ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap;

  4. creditbewijs : document of andere vorm van registratie waarin vastgelegd wordt dat een student een examen heeft afgelegd, en dat hij de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven;

  5. economische unie : overeenkomst over de financiële ondersteuning van een instelling van hoger onderwijs door een andere instelling van hoger onderwijs;

  6. Erkenningscommissie : de commissie, vermeld in artikel 9 van het Structuurdecreet;

  7. Flexibiliseringsdecreet : het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen;

  8. examencommissie : een commissie, als vermeld in titel III, hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdeling 3, van het Flexibiliseringsdecreet;

  9. financieringsboni : het extra puntengewicht voor beursstudenten, studenten met een functiebeperking, werkstudenten en voor opleidingen die stopgezet of afgebouwd worden;

  10. financieringspunten : het financieringsvolume, uitgedrukt in een aantal punten en berekend op basis van het aantal opgenomen studiepunten, het aantal verworven studiepunten en het aantal diploma's, en rekening houdend met het puntengewicht en de financieringsboni;

  11. gedelibereerde studiepunten : studiepunten waarvoor een student op basis van examens geen creditbewijs verworven heeft, maar waarvoor een examencommissie beslist heeft dat de bijbehorende opleidingsonderdelen niet hervat hoeven te worden. De examencommissie heeft verklaard dat de student geslaagd is voor het geheel van de opleidingsonderdelen in kwestie die hij tijdens de periode in kwestie heeft gevolgd;

  12. generatiestudent : een student die zich, in een bepaald academiejaar, voor het eerst inschrijft met een diplomacontract voor een professioneel of academisch gerichte bachelor in het Vlaamse hoger onderwijs. Het statuut van generatiestudent geldt voor dat volledige academiejaar;

  13. gezondheidsindex : het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen;

  14. herstructurering : onder herstructurering wordt begrepen :

    1. een fusie van twee of meer hogeronderwijsinstellingen tot een nieuwe hogeronderwijsinstelling;

    2. een combinatie van fusie en splitsing van hogeronderwijsinstellingen waarbij nieuwe hogeronderwijsinstellingen ontstaan;

    3. een overname van een hogeronderwijsinstelling door een andere hogeronderwijsinstelling;

    4. een overdracht van een of meer studiegebieden van een hogeronderwijsinstelling naar een andere instelling, waarbij deze laatste instelling onderwijsbevoegdheid heeft voor de overgedragen studiegebieden;

  15. Hoger Onderwijsregister : het register, vermeld in artikel 64 van het Structuurdecreet;

  16. Hogescholendecreet : het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;

  17. leerkrediet : het totale pakket van studiepunten dat een student gedurende zijn studieloopbaan kan inzetten voor een inschrijving onder diplomacontract in een initiële bachelor- of masteropleiding of een opleidingsonderdeel onder creditcontract en dat naargelang het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft en welke hij verwerft, kan evolueren;

  18. opgenomen studiepunten : studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student zich heeft ingeschreven in een bepaald academiejaar;

  19. student met een functiebeperking : een student die bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap een recht heeft geopend op een tegemoetkoming;

  20. Universiteitendecreet : het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;

  21. verworven studiepunten : studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student een creditbewijs heeft ontvangen;

  22. werkstudent : een student die aan al de volgende voorwaarden beantwoordt :

    1. hij is in het bezit van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van tenminste 80 uren per maand, of hij is in het bezit van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgestelde traject naar werk;

    2. hij is nog niet in het bezit van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma;

    3. hij is ingeschreven in een studietraject met specifieke onderwijs- en leervormen en met specifieke modaliteiten van begeleiding en aanbod, dat als zodanig geregistreerd is in het Hoger Onderwijsregister. De afzonderlijke registratie in het Hoger Onderwijsregister impliceert niet dat het hier een nieuwe opleiding betreft, zoals bepaald in artikel 60septies van het Structuurdecreet.

    Art. 3. De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing op de hogescholen, vermeld in artikel 5 van het Structuurdecreet, met uitzondering van de Hogere Zeevaartschool, en op de universiteiten, vermeld in artikel 4 van hetzelfde decreet. De volgende bepalingen zijn van toepassing op de Hogere Zeevaartschool :

  23. artikel 38;

  24. artikel 39, § 1;

  25. hoofdstuk IV.

    Art. 4. De bepalingen van dit decreet worden vóór 1 januari 2014 onderworpen aan een evaluatie. Deze evaluatie omvat ten minste de volgende elementen :

  26. de impact (effecten) van de financieringsboni en het Aanmoedigingsfonds op :

    1. de instroom, doorstroom en uitstroom, meer in het bijzonder van de ondervertegenwoordigde groepen in de studentenpopulatie;

    2. het beleid van de instellingen ten opzichte van deze ondervertegenwoordigde groepen;

  27. de impact van het financieringsmechanisme op de verdeling van de werkingsuitkering over de hogescholen en universiteiten en op de interne allocatie van de middelen in de instellingen;

  28. de evolutie en de impact van de elementen die de onderzoekssokkel en het variabel onderzoeksdeel bepalen;

  29. de vergelijking tussen de puntengewichten in het financieringsmechanisme, in internationale modellen en in de interne allocatiemodellen van de instellingen;

  30. het rationalisatieproces en de resultaten en effecten hiervan.

    De Vlaamse Regering kan de wijze bepalen waarop deze evaluatie wordt uitgevoerd. Zij bezorgt de resultaten van deze evaluatie na beraadslaging aan het Vlaams Onderhandelingscomité voor het hoger onderwijs en aan het Vlaams Parlement.

    HOOFDSTUK II. - Werkingsuitkeringen

    Afdeling I. - Algemene bepalingen

    Art. 5. Binnen de perken en volgens de voorwaarden bepaald in dit decreet, draagt de Vlaamse Gemeenschap met jaarlijkse uitkeringen bij in de financiering van de werking van de hogescholen en van de universiteiten.

    Art. 6. § 1. Die werkingsuitkeringen dragen bij in de dekking van de gewone uitgaven voor onderwijs, onderzoek, maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening, de financiering van investeringen, de afbetaling van leningen en voor de administratie van de instelling, met inbegrip van de roerende uitrustingen.

    § 2. De hogescholen en de universiteiten kunnen de kosten die voortvloeien uit de samenwerkingsakkoorden, vermeld in de artikelen 94, 95 en 95bis, van het Structuurdecreet, of uit de deelneming aan de associaties, vermeld in titel I, hoofdstuk VI, van het Structuurdecreet, aanrekenen op de jaarlijkse werkingsuitkering.

    § 3. De uitgaven in verband met de sociale voorzieningen voor het personeel van de hogescholen en universiteiten, bezoldigd ten laste van de werkingsuitkering, kunnen aangerekend worden op de werkingsuitkering.

    § 4. Het universiteitsbestuur kan een bedrag uit het Bijzonder Onderzoeksfonds, dat krachtens artikel 168 van het Universiteitendecreet in elke universiteit werd ingesteld, bij het bedrag van de werkingsuitkering voegen voor de dekking van de gewone uitgaven, vermeld in § 1.

    De Vlaamse Regering kan een maximumpercentage vastleggen van de bijdrage van de Vlaamse Gemeenschap in het Bijzonder Onderzoeksfonds dat getransfereerd mag worden naar de werkingsuitkering.

    Afdeling II. - De financieringsvoorwaarden

    Art. 7. § 1. Om in aanmerking te komen voor de financiering van een hogeschool of universiteit moet een student voldoen aan de volgende criteria :

  31. inschrijving : studenten komen alleen in aanmerking als ze in het betreffende academiejaar met de instelling een diplomacontract of een creditcontract hebben gesloten en zijn ingeschreven voor :

    1. een of meer bachelor- of masteropleidingen, opgenomen in het Hoger Onderwijsregister;

    2. een of meer opleidingsonderdelen die behoren tot één of meer bachelor- of masteropleidingen;

    3. een schakelprogramma of een voorbereidingsprogramma voorafgaand aan een initiële masteropleiding;

  32. nationaliteit : studenten komen alleen in aanmerking als ze aan een van de volgende voorwaarden beantwoorden :

    1. ze zijn onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;

    2. ze zijn toegelaten of gemachtigd tot een verblijf van onbeperkte duur in België, zoals bepaald bij de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

    3. ze zijn slachtoffer van mensenhandel, geattesteerd door een door de federale overheid erkend centrum dat gespecialiseerd is in het onthaal van slachtoffers van mensenhandel;

    4. ze zijn student met een buitenlandse...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT