6 NOVEMBER 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot het financieel beheer van de gemeentebedrijven

Verslag aan de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering

Het boekhoudkundig beheer van de gemeenten onderging ingrijpende wijzigingen als gevolg van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 30 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit.

Het nieuw algemeen rekeningenstelsel voor de gemeenten noopte tot een herziening van de regels bij de gemeentelijke instellingen, die samen met de gemeente waarvan zij afhangen, een eenheid vormen op zowel juridisch als vermogensvlak.

Tot in 1995 stelden de gemeentebedrijven enkel een vermogensbalans op ten behoeve van hun ondernemingsboekhouding. Het is precies het ontbreken van dergelijk document op het niveau van de gemeentelijke comptabiliteit dat leidde tot een scheiding van beide boekhoudingen.

Daar het vermogen van gemeentebedrijven juridisch tot het gemeentelijk vermogen behoort, is het vereist dat de balansen van gemeentebedrijf en gemeente geconsolideerd kunnen worden om een precies beeld te geven van de boekhoudkundige situatie van het geheel.

De gemeentelijke rekeningen en die van het gemeentebedrijf dienen binnen redelijke termijnen vastgesteld te worden. De besluitvormingsorganen moeten immers in staat gesteld worden hun beleid af te stemmen op de boekhoudkundige resultaten. Het is in dat verband bijzonder ongezond dat bedrijfsrekeningen maanden tot zelfs jaren na het betrokken dienstjaar worden vastgesteld.

Elke poging tot consolidatie zou vergeefs zijn indien de boekhoudkundige voorschriften bij de gemeente enerzijds en het gemeentebedrijf anderzijds verschillen, vooral op het vlak van het afschrijving- en herwaarderingstempo.

De nieuwe gemeentelijke comptabiliteit bood tevens een geschikte gelegenheid om de regels inzake begrotingsboekhouding bij de diverse gemeentebedrijven te harmoniseren, daar deze thans aanzienlijke onderlinge verschillen vertonen.

De ervaring die de gemeenten hebben opgedaan met de toepassing van de nieuwe gemeentelijke boekhouding (NGC) maakte het ook mogelijk om de relatie tussen de begrotingsboekhouding en de algemene boekhouding te herzien, waarbij van het begrotingssysteem een toekomstgericht beheersinstrument gemaakt wordt en de algemene boekhouding tot zijn recht komt als een meetinstrument m.b.t. de evaluatie van het patrimonium en de realisatie van het beleid.

Ter zake kan opgemerkt worden dat in het rekeningenstelsel van de begroting elke economische code verbonden is met een eindige lijst van corresponderende algemene rekeningen (en niet langer aan één enkele rekening zoals in de NGC), wat de boekhouder in staat stelt om voor elk stuk de meest geschikte aanrekening in de algemene boekhouding te bepalen.

Daar de bestaansreden van de gemeentebedrijven erin bestaat dat zij zich kunnen aanpassen aan de vereisten van handels- of industriële diensten en derhalve gebruik kunnen maken van voorschriften om het dagelijks beheer vlotter te laten verlopen, was het nodig de soepelheid die het beheer van een gemeentebedrijf kenmerkt, te behouden.

Het is in die context dat de onderstaande regels de begrotings- en boekhoudkundige praktijken van gemeenten en gemeentebedrijven harmoniseren, met inachtneming van alle algemene bepalingen ter- zake die al vervat waren in het Regentsbesluit van 18 juni 1946.

Welke zijn de belangrijkste vernieuwingen van het huidig besluit?

  1. Begroting en begrotingsrekening :

    In tegenstelling tot de gemeentebegroting, die een voorafbeelding is van een geraamd thesaurieresultaat overeenstemmend met het verschil tussen de middelen die beschikbaar gesteld worden in de loop ven het dienstjaar en de vastgelegde uitgaven, voor zover alle aangekondigde middelen beschikbaar zijn en alle uitgavenkredieten vastgelegd zijn, geeft de begroting van een gemeentebedrijf een voorafbeelding van het bedrijfsresultaat van het betrokken dienstjaar (en niet de voorafbeelding van het thesaurieresultaat).

    De kredieten stemmen bijgevolg overeen met de verwachte vorderingen voor het dienstjaar en de kosten die tijdens het dienstjaar aangerekend zullen worden, ongeacht in welk dienstjaar de beslissing (en de vastlegging in de zin van de gemeentelijke comptabiliteit) met betrekking tot de uitgave plaatsvond. Het is evenwel verplicht een boordtabel op te stellen om een raming mogelijk te maken van het bedrag van de uitgeschreven bestelbonnen, wat mutatis mutandis overeenstemt met het begrip overgedragen vastleggingen. De algemene boekhouding omvat evenzo een wachtrekening « te ontvangen facturen »

    Het begrip vastlegging blijft behouden, in die zin dat elk gebruik van een uitgavenkrediet vooraf goedgekeurd moet worden door de overheid van het gemeentebedrijf. Deze formaliteit is bij een gemeentebedrijf evenwel van louter juridische aard en is boekhoudkundig van geen betekenis meer.

    In die omstandigheden worden de begroting en de begrotingsrekening beheersdocumenten bestemd om na te gaan in welke mate het effectief uitgevoerde programma afwijkt van het geplande programma. Ze maken op zichzelf dus geen boekhoudkundige documenten in enge zin meer uit. De boekhoudkundige situatie van een gemeentebedrijf komt voldoende gedetailleerd tot uiting in de algemene boekhouding.

    In de begroting als aangenomen door de gemeenteraad,

    - worden de krachtlijnen van het beleid voor het komende dienstjaar in cijfers bepaald,

    - wordt een uitvoeringsmandaat verleend aan het college van burgemeester en schepenen met het oog op de realisatie ervan,

    - worden de voorziene middelen vastgesteld en

    - worden de beperkingen inzake het gebruik van de middelen bepaald

    - dit alles om tot een voorzienbaar bedrijfsresultaat te komen.

  2. Voorstelling van de begroting - Wegvallen van de koptabel en begrotingsresultaat.

    Zoals in de gemeentelijke boekhouding verdwijnt de koptabel uit de begroting. Hetzelfde geldt voor de berekening van het resultaat van de vorige dienstjaren.

    Daar in de begrotingsrekening niet meer gewerkt wordt met het begrip vastlegging en dus evenmin met overgedragen vastleggingen, stemt het resultaat van het dienstjaar overeen met het bedrijfsresultaat van de balans per 31 december, afgezien van de niet-kasverrichtingen (afschrijvingen, herwaarderingen).

    De terugbetaling van de schuld, die enkel weerslag heeft op de balansrekeningen en niet op de kostenrekening en bijgevolg geen invloed heeft op de bedrijfsrekening, is in een afzonderlijk hoofdstuk opgenomen, in tegenstelling tot wat het geval is bij de gemeentelijke boekhouding.

  3. Organisatie en vorm van de begroting.

    De begroting van een gemeentebedrijf omvat twee afzonderlijke afdelingen :

    De eerste afdeling verenigt de artikelen die verbonden zijn aan de kosten- en batenrekeningen die weerspiegeld zijn in het bedrijfsresultaat van de algemene boekhouding afgezien van de afschrijvingen en herwaarderingen.

    De tweede afdeling omvat de uitgaven verbonden aan de balansrekening. Deze sectie bestaat uit een overzicht van de investeringsprojecten en een overzicht van de terugbetalingen van de schuld.

    De presentatie van de diverse begrotingsafdelingen wordt weergegeven in bijlage aan dit verslag.

  4. Onderscheid tussen de gewone en de buitengewone begroting.

    Voor de uitvoering van het huidig besluit, dient te worden verstaan onder :

    - « gewone begroting » de ontvangsten en uitgaven in verband met de normale activiteit van het gemeentebedrijf, inclusief de bewegingen in het roerend patrimonium, de buitengewone onderhoudswerken, de studiekosten alsook de terugbetaling van de schuld;

    - « buitengewone dienst » de ontvangsten en uitgaven in verband met de aankopen en verkopen, de bouwwerken en inrichtingswerken aan gebouwen.

    De principiële beslissingen aangaande de uitvoering van de gewone begroting ressorteren onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen. Voor de verrichtingen in het kader van de uitvoering van de buitengewone begroting is de gemeenteraad bevoegd.

  5. Slotopmerking.

    Het is nuttig te benadrukken dat de boeking van een vordering ten laste van de bedrijfsontvanger in geval van een kastekort, bedoeld in artikel 76, 3de lid, een administratieve procedure is en geen jurisdictionele procedure. In geen enkel geval stelt zij op een definitieve wijze de eindaansprakelijkheid van de bedrijfsontvanger vast.

    De rekeningen en de eindrekeningen van de gemeentebedrijven, zoals deze van de gemeenten, worden goedgekeurd en definitief vastgesteld door de regering (artikel 13, 7°, en artikel 15, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Dit is een administratieve procedure die kadert in het administratief toezicht op de gemeenten en de gemeentebedrijven.

    De definitieve vaststelling van de eindrekeningen verleent kwijting aan de ontvanger (artikel 138bis, § 4, NGW)

    Indien, bij de definitieve vaststelling, een tekort wordt vastgesteld zal het college van burgemeester en schepenen aan de ontvanger verzoeken om het tekort te vereffenen (artikel 138bis, § 2, NGW)

    Tegen dit verzoek om het tekort te vereffenen kan de ontvanger beroep instellen bij het Rechtscollege van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (artikelen 138bis, § 5, en 131, § 4, NGW).

    Het Rechtscollege doet dan uitspraak over de aansprakelijkheid van de ontvanger als administratief rechtscollege en bepaalt het bedrag van het tekort dat ten laste van de ontvanger wordt gelegd.

    Deze bepalingen zijn van toepassing op de bredrijfsontvanger.

    Het Arbitragehof heeft dit onderscheid tussen administratieve en jurisdictionele procedure bevestigd in haar arrest nr. 11/95 van 7 februari 1995.

    De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

    D. DUCARME

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    6 NOVEMBER 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot het financieel beheer van de gemeentebedrijven

    De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT