Koninklijk besluit tot vaststelling van de essentiële criteria van het financiële plan van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ' Starter ', tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen en van het koninklijk besluit van 22 juni 2009 houdende de nadere regels voor het inschrijven van niet-handelsondernemingen naar privaat recht in de Kruispuntbank van Ondernemingen, de 27 mai 2010

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen

Artikel 1. In artikel 9, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen wordt onderdeel 6°, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 juni 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 april 2006, opgeheven.

Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een boek Vbis ingevoegd dat de artikelen 219bis tot 219septies bevat, luidende :

" BOEK Vbis. - Essentiële criteria van het financiële plan bedoeld in artikel 215, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen.

Art. 219bis. Dit boek is van toepassing op het financieel plan dat door een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid starter dient opgemaakt te worden conform artikel 215, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen.

Art. 219ter. Het financieel plan dient minstens vier delen te bevatten :

  1. een beschrijving van de op te starten vennootschap,

  2. een geprojecteerde balans,

  3. een geprojecteerde resultatenrekening,

  4. een geprojecteerde vermogensstromentabel.

    Art. 219quater. De beschrijving van de op te starten vennootschap, ingesteld bij artikel 219ter, 1°, dient minstens volgende elementen te bevatten : de benaming van de vennootschap, de rechtsvorm van de vennootschap, de zetel van de vennootschap, de naam van de oprichters van de vennootschap, het geplaatste en het volstorte kapitaal en het doel van de vennootschap.

    Art. 219quinquies. De geprojecteerde balans, ingesteld bij artikel 219ter, 2°, dient minstens een openingsbalans te bevatten, een balans na twaalf maanden en een balans na vierentwintig maanden. De balans wordt opgesteld na toewijzing en volgens het schema opgenomen in artikel 88. Indien de vennootschap evenwel op basis van de schatting uitgevoerd conform artikel 15, § 2, van het Wetboek van Vennootschappen een kleine vennootschap zal zijn, kan het verkort schema voorgeschreven bij artikel 92 gehanteerd worden.

    Art. 219sexies. De geprojecteerde resultatenrekening, ingesteld bij artikel 219ter, 3°, dient een resultatenrekening te bevatten voor minstens de eerste twaalf en de tweede twaalf maanden. De resultatenrekening wordt opgesteld volgens het schema opgenomen in artikel 89.

    Art. 219septies. De geprojecteerde vermogensstromentabel, ingesteld bij artikel 219ter, 4°, dient als volgt opgebouwd te worden :

  5. De mutaties binnen de balansposten worden verwerkt minstens tussen de balans na twaalf maanden en de openingsbalans en anderzijds tussen de balans na vierentwintig en de balans na twaalf maanden. Een stijging van een passiefpost en een daling van een actiefpost wordt als een bron beschouwd. Een stijging van een actiefpost en een daling van een passiefpost wordt als een aanwending beschouwd. Deze bronnen en aanwendingen vormen de mutaties binnen de balans.

  6. Bij de opstelling dient het schema opgenomen in artikel 88 gebruikt te worden. Indien de vennootschap evenwel op basis van de schatting uitgevoerd conform artikel 15, § 2, van het Wetboek van Vennootschappen, een kleine vennootschap zal zijn, kan het verkort schema van artikel 92 gehanteerd worden. Evenwel dient het totaal van de mutaties van de rubriek " Geldbeleggingen ", evenwel beperkt tot de " Overige beleggingen ", en van de rubriek " Liquide middelen " als sluitpost voorgesteld te worden. Samen met de begintoestand van deze posten bij het begin van elk van de twee periodes moeten de beschikbare middelen op het einde van elke periode van twaalf maanden gevisualiseerd worden.

  7. De bronnen en aanwendingen voor beide jaren dienen minstens met volgende correcties verwerkt te worden :

    1. De mutaties binnen de activa dienen gecorrigeerd te worden voor de ten laste van de resultatenrekening van elk van beide periodes geboekte afschrijvingen en waardeverminderingen zoals gedefinieerd in artikel 45.

    2. De mutaties binnen de voorzieningen voor risico's en kosten geboekt in elke periode zoals bepaald in artikel 50 dienen geëlimineerd te worden.

    3. De geboekte herwaarderingsmeerwaarden, bedoeld in artikel 56, dienen voor elke periode geëlimineerd te worden zowel binnen het eigen vermogen als binnen de vaste activa.

  8. In afwijking van onderdeel 2° kan een vennootschap de voorstelling zo organiseren dat de vermogensstromentabel vertrekt van de cash flow van de vennootschap voor beide periodes als de winst of het verlies van het boekjaar verhoogd met de geëlimineerde niet-kaskosten bedoeld in onderdeel 3° en verminderd met de uit te keren winst. In dat geval dient, om dubbeltelling te vermijden, het eigen vermogen dienovereenkomstig uitgezuiverd te worden.

    HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 juni 2009 houdende de nadere regels voor het inschrijven van niet-handelsondernemingen naar privaat recht in de Kruispuntbank van Ondernemingen

    Art. 3. In artikel 6, § 1, lid 3, 4°, van het koninklijk besluit van 22 juni 2009 houdende de nadere regels voor het inschrijven van niet-handelsondernemingen naar privaat recht in de Kruispuntbank van Ondernemingen, worden de woorden " behalve in geval van een burgerlijke vennootschap met handelsvorm, " opgeheven.

    HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

    Art. 4. Op 1 juni 2010...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT