Decreet houdende wijziging van het decreet van 27 juni 2005 over de radio-omroep en de filmvoorstellingen (Tekst gepubliceerd bij ADDENDEUM, zie B.St. 16-02-2010, p.9460-9473), de 3 décembre 2009

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heet aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. In het opschrift van het decreet van 27 juni 2005 worden de woorden "de radio-omroep" vervangen door de woorden "de audiovisuele mediadiensten".

Art. 2. In artikel 1 van hetzelfde decreet worden de woorden "radio-omroep" en "radio-omroepuitzendingen" vervangen door de woorden "audiovisuele mediadiensten".

Art. 3. In artikel 2 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. een bepaling onder 2.1. wordt ingevoegd, luidende :

    "2.1 audiovisuele commerciële communicatie : commerciële televisie- of klankcommunicatie;".

  2. een bepaling onder 2.2 wordt ingevoegd, luidende :

    "2.2 commerciële klankcommunicatie : geluid dat dient om rechtstreeks of onrechtstreeks de goederen, de diensten of het imago van een natuurlijke of rechtspersoon die een economische activiteit verricht te promoten. Dergelijke geluiden vergezellen of maken deel uit van een programma, tegen betaling of een soortgelijke vergoeding of ten behoeve van zelfpromotie. Vormen van commerciële klankcommunicatie zijn onder meer radioreclame, sponsoring en productplaatsing;".

  3. een bepaling onder 2.3 wordt ingevoegd, luidende :

    "2.3 audiovisuele mediadienst : een dienst in de zin van artikel 49 en 50 van het EG-Verdrag die valt onder de redactionele verantwoordelijkheid van een aanbieder van audiovisuele mediadiensten, met als hoofddoel de levering aan het algemene publiek van programma's ter informatie, vermaak of educatie via elektronische communicatienetwerken. Bij deze audiovisuele mediadiensten gaat het ofwel om lineaire of niet-lineaire televisie- of klankdiensten en/of om de audiovisuele commerciële communicatie;".

  4. een bepaling onder 2.4. wordt ingevoegd, luidende :

    "2.4 klankdienst : een dienst in de zin van artikel 49 en 50 van het EG-Verdrag die valt onder de redactionele verantwoordelijkheid van een aanbieder van klankdiensten, met als hoofddoel de levering aan het algemene publiek van programma's ter informatie, vermaak of educatie via elektronische communicatienetwerken. Bij deze klankdiensten gaat het ofwel om lineaire of om niet-lineaire klankdiensten en/of om commerciële klankcommunicatie;".

  5. een bepaling onder 2.5 wordt ingevoegd, luidende :

    "2.5 aanbieder van audiovisuele mediadiensten : de natuurlijke of rechtspersoon die de redactionele verantwoordelijkheid draagt voor de keuze van de audiovisuele inhoud van de audiovisuele mediadienst en die bepaalt hoe deze wordt georganiseerd;".

  6. in de bepaling onder 8° worden de woorden "waaronder satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt, netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken" vervangen door de woorden "voor zover ze gebruikt worden voor de overdracht van signalen die audiovisuele mediadiensten dragen;".

  7. de bepaling onder 12° wordt vervangen als volgt :

    "12° Europese producties :

    1. producties die afkomstig zijn uit lidstaten van de Europese Unie;

    2. producties die afkomstig zijn uit derde Europese staten die partij zijn bij het Europese Verdrag inzake grensoverschrijdende televisie van de Raad van Europa, indien er in de betrokken landen geen discriminerende maatregelen tegen werken uit de lidstaten van de Europese Unie bestaan en

    3. coproducties die zijn vervaardigd in het kader van tussen de Gemeenschap en derde landen gesloten overeenkomsten en die voldoen aan de voorwaarden van de betrokken overeenkomsten, indien er in de betrokken landen geen discriminerende maatregelen tegen werken uit de lidstaten van de Europese Unie bestaan.

    Werken uit lidstaten van de Europese Unie of werken uit derde Europese staten die partij zijn bij het Europese Verdrag inzake grensoverschrijdende televisie van de Raad van Europa zijn werken die voornamelijk tot stand zijn gebracht met hulp van auteurs en medewerkers die in één of meer van deze staten woonachtig zijn en die aan één van de volgende drie voorwaarden voldoen :

    - de producties zijn tot stand gebracht door één of meer in één of mee van deze staten gevestigde producent(en) of

    - de vervaardiging geschiedt onder het toezicht en de feitelijke controle van één of meer in één of meer van deze staten gevestigde producent(en);

    - de bijdrage van de coproducenten uit deze staten in de totale kosten van de coproductie bedraagt meer dan de helft en de coproductie wordt niet door één of meer buiten deze staten gevestigde producent(en) gecontroleerd.

    Producties die geen Europese producties overeenkomstig littera a), b) en c) zijn, maar die vervaardigd worden in het kader van tussen de lidstaten en derde landen gesloten bilaterale coproductieovereenkomsten, worden als Europese producties beschouwd mits de coproducenten uit de Europese Unie een meerderheidsaandeel hebben in de totale productiekosten en de productie niet onder controle staat van één of meer buiten de lidstaten gevestigde producent(en);".

  8. de bepaling onder 13° wordt opgeheven.

  9. de bepaling onder 14° wordt opgeheven.

  10. de bepaling onder 15° wordt vervangen als volgt :

    "15° televisieomroeporganisatie : een aanbieder van mediadiensten die lineaire televisiediensten aanbiedt;".

  11. een bepaling onder 15.1 wordt ingevoegd, luidende :

    "15.1 televisiereclame : de door een publieke of particuliere onderneming of natuurlijke persoon, tegen betaling of soortgelijke vergoeding dan wel ten behoeve van zelfpromotie op televisie uitgezonden boodschap ù in welke vorm dan ook ù in verband met de uitoefening van een commerciële, industriële, ambachtelijke activiteit of van een beroep, ter bevordering van de levering tegen betaling van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen;".

  12. de bepaling onder 20° wordt opgeheven.

  13. de bepaling onder 21° wordt vervangen als volgt :

    "21° radio-omroeporganisatie : een aanbieder van mediadiensten die lineaire klankdiensten aanbiedt;".

  14. een bepaling onder 21.1 wordt ingevoegd, luidende :

    "21.1 radioreclame : de door een publieke of particuliere onderneming of natuurlijke persoon, tegen betaling of soortgelijke vergoeding dan wel ten behoeve van zelfpromotie op radio uitgezonden boodschap ù in welke vorm dan ook ù in verband met de uitoefening van een commerciële, industriële, ambachtelijke activiteit of van een beroep, ter bevordering van de levering tegen betaling van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen;".

  15. in de bepaling onder 24° wordt het woord "omroepdienst" vervangen door het woord "mediadienst".

  16. een bepaling onder 25.1 wordt ingevoegd, luidende :

    "25.1 lineaire audiovisuele mediadienst : een door een aanbieder van mediadiensten aangeboden audiovisuele mediadienst voor het gelijktijdig bekijken van programma's op basis van een programmaschema;";.

  17. de bepaling onder 26° wordt vervangen als volgt :

    "26° lokale radio : klankdienst die gericht is tot een geografisch beperkt publiek in een gemeente of gemeentedeel van het Duitse taalgebied en de verplichtingen opgenomen in artikel 30, § 1, 4°, vervult;".

  18. een bepaling onder 27.1 wordt ingevoegd, luidende :

    "27.1 lidstaat : een lidstaat van de Europese Unie;".

  19. een bepaling onder 27.2 wordt ingevoegd, luidende :

    "27.2 niet-lineaire audiovisuele mediadienst : een door een aanbieder van mediadiensten aangeboden audiovisuele mediadienst die de gebruiker de mogelijkheid biedt tot het bekijken van programma's op diens individueel verzoek en op het door hem gekozen moment op basis van een door de aanbieder van mediadiensten geselecteerde programmacatalogus;".

  20. een bepaling onder 31.1 wordt ingevoegd, luidende :

    "31.1 productplaatsing : elke vorm van audiovisuele commerciële communicatie die bestaat in het opnemen van of het verwijzen naar een product of dienst of een desbetreffend handelsmerk binnen het kader van een programma, tegen betaling of soortgelijke vergoeding;".

  21. een bepaling onder 33.1 wordt ingevoegd, luidende :

    "33.1 redactionele verantwoordelijkheid : het uitoefenen van effectieve controle over de keuze van programma's en de organisatie ervan in hetzij een chronologisch schema, in het geval van lineaire audiovisuele mediadiensten, hetzij een catalogus, in het geval van niet lineaire audiovisuele mediadiensten;".

  22. de bepaling onder 35° wordt vervangen als volgt :

    "35° regionale radio : klankdienst die zich tot een regionaal publiek in het Duitse taalgebied richt en de verplichtingen opgenomen in artikel 30, § 1, 4°, voor vier aan elkaar grenzende gemeenten ofwel in het kanton Eupen of in het kanton Sankt Vith vervult;".

  23. de bepaling onder 36° wordt opgeheven.

  24. in de bepaling onder 37° worden de woorden "in de audiovisuele communicatie" na het woord "sluikreclame" ingevoegd, de woorden "televisie- of geluidsprogramma's" vervangen door het woord "uitzendingen" en de woorden "televisie- of radio-omroeporganisatie" vervangen door de woorden "aanbieders van audiovisuele mediadiensten;".

  25. een bepaling onder 37.1 wordt ingevoegd, luidende :

    "37.1 schoolradio : schoolse radio-omroeporganisatie die bijdragen van één of meerdere scholen in een gemeente uitzendt;".

  26. een bepaling onder 37.2 wordt ingevoegd, luidende :

    "37.2 zendernet : klankdienst die zich tot het hele publiek in het Duitse taalgebied richt en de verplichtingen opgenomen in artikel 30, § 1, 4°, voor alle gemeenten van het Duitse taalgebied vervult;".

  27. een bepaling onder 37.3 wordt ingevoegd, luidende :

    "37.3 programma : een reeks bewegende beelden, al dan niet met geluid, die een afzonderlijk element van een door een aanbieder van mediadiensten opgestelde schema of catalogus vormt en waarvan de vorm en de inhoud vergelijkbaar zijn met die van radio- of televisie-uitzendingen. Voorbeelden van programma's zijn hoorspelen, concerten, bioscoopfilms, sportevenementen, komische series, documentaires, kinderprogramma's en originele televisiefilms;".

  28. de bepaling onder 38° wordt vervangen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT