4 SEPTEMBER 2002. - Wet tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de faillissementswet

van 8 augustus 1997

Art. 2. Artikel 3 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 wordt vervangen door de volgende bepalingen :

Indien het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar gelegen is in een andere lidstaat van de Europese Unie, kan hij, indien hij in België een vestiging heeft, failliet verklaard worden overeenkomstig de bepalingen van de verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures.

Wanneer in het buitenland, overeenkomstig artikel 3, § 1, van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures, ten aanzien van een schuldenaar een insolventieprocedure wordt geopend, worden de hoofdzaken van de beslissing tot opening van de insolventieprocedure en de identiteit van de aangewezen curator in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt indien de schuldenaar in België een vestiging heeft.

Art. 3. In artikel 6 van dezelfde wet worden de woorden « bedoeld in artikel 3, § 2 » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 3, eerste lid ».

Art. 4. In artikel 8 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in het vijfde lid wordt het woord « acht » vervangen door het woord « vijftien »;

  2. in het zevende lid wordt de eerste zin vervangen door de volgende zin : « De voorzitter kan te allen tijde, op verzoekschrift of, in geval van dringende noodzakelijkheid op zelfs mondeling verzoek van de voorlopige bewindvoerders, hun bevoegdheden wijzigen. »;

  3. in het negende lid vervallen de woorden « van de neerlegging ».

    Art. 5. In artikel 9, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « bedoeld in artikel 3, §§ 1 en 2 » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 3, eerste lid ».

    Art. 6. Artikel 10, eerste lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met een 3° en een 4° luidende :

    3° het personeelsregister, de gegevens met betrekking tot het sociaal secretariaat, de sociale kassen waarbij het bedrijf aangesloten is en de identiteit van de leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk, en van de leden van de vakbondsafvaardiging, indien de koopman personeel tewerkstelt of heeft tewerkgesteld gedurende de laatste achtien maanden.

    4° een lijst met naam en adres van de klanten en leveranciers.

    Art. 7. Artikel 13, tweede lid, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt : « Het exploot van betekening bevat eveneens de tekst van artikel 53. »

    Art. 8. In artikel 30 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  4. in het artikel worden :

    1. de woorden « Bij het aanvaarden van hun ambt leggen de aangestelde curators, ten overstaan van de rechter-commissaris, de eed af in de volgende bewoordingen : » vervangen door de woorden « De curators leggen bij de inschrijving op de lijst ten overstaan van de voorzitter van de rechtbank de eed af in de volgende bewoordingen : »;

    2. de woorden « mijn opdracht » vervangen door de woorden « mijn opdrachten »;

    3. de woorden « ma mission » vervangen door de woorden « mes missions »;

    4. de woorden « erteilten Auftrag » vervangen door de woorden « erteilten Afträge »;

  5. het artikel wordt aangevuld met de volgende leden :

    Zij bevestigen dat zij hun ambt aanvaarden door uiterlijk de eerste werkdag volgende op de aanstelling ter griffie het proces-verbaal van aanstelling te ondertekenen.

    De curator meldt elke vorm van tegenstrijdigheid van belangen of schijn van partijdigheid aan de voorzitter van de rechtbank.

    In ieder geval meldt de curator dat hij of één van zijn vennoten of rechtstreekse medewerkers, behalve in de hoedanigheid van curator, prestaties heeft verricht voor de gefailleerde of de bestuurders en zaakvoerders van de gefailleerde vennootschap, of voor een schuldeiser, tot achtien maanden vóór het vonnis van faillietverklaring.

    De verklaringen van de curator worden bij het faillissementsdossier gevoegd.

    De voorzitter oordeelt of de verklaring de uitvoering van zijn opdracht als curator verhindert.

    De rechtbank kan de curator vervangen volgens de procedure bepaald in artikel 31 of, in voorkomend geval, in artikel 32.

    .

    Art. 9. Artikel 31 van dezelfde wet wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :

    Indien de curator wordt vervangen op eigen verzoek wordt dit uitdrukkelijk vermeld in de voornoemde bekendmaking.

    Art. 10. In artikel 32 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  6. in het eerste lid worden de woorden « Wanneer een curator wegens tegenstrijdigheid van belangen niet langer kan optreden, vraagt hij » vervangen door de woorden « Onverminderd de meldingsplicht zoals bepaald in artikel 30 en voorzover de tegenstrijdigheid van belangen daardoor kan worden voorkomen, vraagt de curator »;

  7. tussen het eerste en het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende :

    De rechtbank kan ook ambtshalve een curator ad hoc aanstellen. De procedure bepaald in artikel 31, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

    Art. 11. In artikel 34 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  8. het eerste lid wordt vervangen als volgt :

    Elk jaar en voor de eerste keer twaalf maanden na de aanvaarding van hun ambt, overhandigen de curators aan de rechter-commissaris een omstanding verslag betreffende de toestand van het faillissement.

    ;

  9. het derde lid wordt vervangen als volgt :

    Een kopie van elk verslag wordt ter griffie neergelegd en bij het faillissementsdossier gevoegd.

    Art. 12. In artikel 38 van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt :

    Het vonnis van faillietverklaring en het latere vonnis dat de staking van betaling vaststelt, worden, door de griffier binnen vijf dagen na hun dagtekening bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en door de curators binnen dezelfde termijn in minstens twee dagbladen of periodieke uitgaven met regionale...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT