22 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het faience- en het porseleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk ressorteren (P.S.C. 113.01) (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, ß 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair SubcomitÈ voor het faience- en het porseleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoˆrdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, ß 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de opzeggingstermijnen te wijzigen om sociale redenen en in het belang van de werklieden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair SubcomitÈ voor het faience- en het porseleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk ressorteren en die een belangrijke anciÎnniteit tellen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair SubcomitÈ voor het faience- en het porseleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk ressorteren.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder werklieden, de mannelijke en de vrouwelijke werklieden.

Art. 3. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat de te respecteren opzeggingstermijn bij het beÎindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :

- vijfendertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren anciÎnniteit in de onderneming tellen;

- tweeÎnveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren anciÎnniteit in de onderneming tellen;

- vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren anciÎnniteit in de onderneming tellen;

- honderd en twaalf dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT