Koninklijk besluit houdende de bepaling van de bevoegdheid van het Bestuur van de medische expertise en tot wijziging van sommige bepalingen inzake arbeidsongevallen in de overheidssector, de 8 mai 2014

HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk

Artikel 1. Artikel 8 van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 7 juni 2007, van 26 november 2012 en van 1 december 2013, wordt vervangen als volgt :

"Art. 8. Het Bestuur van de medische expertise wordt aangeduid :

- om het causaliteitsverband na te gaan tussen het arbeidsongeval en de letsels;

- om het causaliteitsverband vast te stellen tussen het arbeidsongeval en de periodes van arbeidsongeschiktheid;

- om de consolidatiedatum, de percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid en de percentage van hulp van derden vast te stellen.".

Het vaststellen van het causaliteitsverband tussen de periodes van arbeidsongeschiktheid en het arbeidsongeval omvat de afwezigheidscontrole niet.

Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 8bis ingevoegd luidende :

"Art. 8bis. Indien in het kader van opdrachten die door artikel 8 van dit besluit worden toevertrouwd aan het Bestuur van de medische expertise het slachtoffer zich niet aanbiedt bij het Bestuur van de medische expertise zonder geldige reden in te roepen, na twee keer in gebreke te zijn gesteld per aangetekend schrijven, deelt de minister of zijn gemachtigde hem zijn beslissing tot genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid mee.".

Art. 3. Artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 juni 2007 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 december 2013, wordt vervangen als volgt :

"Art. 9. § 1. Indien de tijdelijke arbeidsongeschiktheid 30 kalenderdagen of langer duurt, wordt het slachtoffer ambtshalve opgeroepen bij het Bestuur van de medische expertise om het percentage van blijvende ongeschiktheid te bepalen en, in voorkomend geval het percentage van de hulp van derden.

§ 2. Indien de tijdelijke arbeidsongeschiktheid minder lang duurt dan 30 kalenderdagen en indien het slachtoffer een medisch attest van genezing zonder blijvende arbeidsongeschiktheid verstrekt, deelt de minister of zijn gemachtigde per aangetekend schrijven een beslissing tot genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid mee. Het medisch attest van genezing wordt opgemaakt volgens het model bepaald in bijlage bij dit besluit, door de geneesheer geraadpleegd door het slachtoffer.

Indien het slachtoffer het in het eerste lid bedoelde medisch attest van genezing niet verstrekt, omdat het op grond van een medisch verslag opgemaakt door de geneesheer die het heeft geraadpleegd meent te lijden aan een blijvende ongeschiktheid, wordt het opgeroepen bij het Bestuur van de medische expertise.

§ 3. Het Bestuur van de medische expertise deelt de minister of zijn gemachtigde zijn beslissing mee, die hetzij bestaat uit de toekenning van een percentage van blijvende ongeschiktheid, hetzij uit een genezing zonder blijvende arbeidsongeschiktheid.

Wanneer het ongeval een percentage van blijvende ongeschiktheid met zich meebrengt, gaat de minister of zijn gemachtigde na of de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen vervuld zijn; hij onderzoekt de bestanddelen van de geleden schade en stelt het slachtoffer of zijn rechthebbenden de betaling van een rente voor. In dat voorstel worden de bezoldiging waarop de rente wordt berekend, de aard van het letsel, de verminderde geschiktheid en de datum van de consolidatie vermeld.

Wanneer het ongeval geen percentage van blijvende ongeschiktheid met zich meebrengt, deelt de minister of zijn gemachtigde per aangetekend schrijven een beslissing tot genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid mee.

§ 4. Indien het slachtoffer of zijn rechthebbenden akkoord gaan, wordt het in § 3, tweede lid bedoelde voorstel opgenomen in een ministerieel besluit dat wordt meegedeeld aan het slachtoffer of aan zijn rechthebbenden.

Art. 4. In artikel 10 van hetzelfde besluit, wordt paragraaf 1...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT