25 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit houdende de oprichting van een dienst Bijzondere Evaluatie van de Internationale Samenwerking

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2003 houdende de oprichting van een dienst « Bijzondere Evaluatie van de Internationale Samenwerking »;

Gelet het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot aanwijzig van een Bijzonder Evaluator bij de dienst Bijzondere Evaluatie van de Internationale Samenwerking;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juli 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 7 oktober 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor begroting, gegeven op 7 oktober 2009;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 10/4, van het Sectorcomité VII, gesloten op 22 oktober 2009;

Gelet op advies 47.544/4 van de Raad van State, gegeven op 18 januari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Oprichting en taken

Artikel 1. Bij de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt een dienst Bijzondere Evaluatie van de Internationale Samenwerking opgericht, hierna afgekort als dienst Bijzondere Evaluatie. Deze dienst is administratief toegevoegd aan de Voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Art. 2. § 1. De dienst Bijzondere Evaluatie is bevoegd voor de evaluatie van alle activiteiten van de federale staat die door het Comité voor Ontwikkelingshulp van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling aanvaard worden als officiële ontwikkelingshulp.

Binnen dit bevoegdheidsdomein wordt de dienst Bijzondere Evaluatie belast met volgende taken :

  1. Het plannen, uitvoeren en opvolgen van evaluaties. Deze evaluaties kunnen betrekking hebben op elke vorm van hulp, door elk instrument, organisatie of kanaal dat wordt gefinancierd of medegefinancierd door de federale staat. Evaluatiecriteria zijn met name :

    a) de ontwikkelingsrelevantie, de doelmatigheid, de doeltreffendheid, de impact en de duurzaamheid van interventies;

    b) de afstemming op de prioriteiten en de procedures van de partnerlanden, de harmonisatie met andere donoren, het resultaatgericht beheer en de toeëigening door de partnerlanden van de resultaten van de hulp.

    Evaluaties kunnen sectoraal of thematisch zijn, afgestemd zijn op een bepaald land of op verschillende landen of regio's; ze kunnen plaatsvinden zowel tijdens de uitvoering als op het einde van een interventie of ex-post;

  2. Verantwoording afleggen tegenover het Parlement en de publieke opinie over het gevoerde beleid en de besteding van de middelen;

  3. Conclusies trekken uit evaluaties en aanbevelingen formuleren die optimaal bruikbaar zijn om het beleid betreffende ontwikkelingssamenwerking te verbeteren of bij te sturen;

  4. Deelnemen aan internationale gemeenschappelijke evaluaties en aan activiteiten ter ondersteuning van de evaluatiecapaciteit in partnerlanden.

    § 2. Onverminderd de bepalingen van dit besluit voert de dienst Bijzondere Evaluatie zijn opdrachten uit conform de principes en standaarden die goedgekeurd werden door de lidstaten van het Comité voor Ontwikkelingshulp van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en die als officieel document worden gepubliceerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

    Zij plant en voert de evaluaties uit in nauwe samenwerking met de betrokken partijen, met inbegrip van de partnerlanden.

    De dienst Bijzondere Evaluatie voert zijn opdrachten uit met toepassing van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.

    § 3. Met het oog op het uitvoeren van zijn opdrachten stelt de dienst Bijzondere Evaluatie jaarlijks voor 30 september, na overleg met de voor de ontwikkelingssamenwerking van de federale staat relevante overheidsdiensten, publiekrechtelijke of privaatrechtelijke maatschappijen, groeperingen, verenigingen of instellingen en niet-gouvernementele organisaties, een meerjarig strategisch plan, een jaarprogramma en een jaarbudget op van de prioriteiten en de activiteiten uit te voeren tijdens het volgende jaar.

    § 4. Naast de activiteiten opgenomen in het in artikel 2, § 3 vermelde jaarprogramma kan de dienst Bijzondere Evaluatie, op verzoek van de Ministerraad, van de Minister van Buitenlandse zaken, van het Regeringslid dat Ontwikkelingssamenwerking tot zijn bevoegdheid heeft of van de Voorzitter van het Directiecomité van de Federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking, gerichte evaluatieopdrachten uitvoeren of laten uitvoeren.

    HOOFDSTUK II. - Personeel

    Art. 3. § 1. De dienst Bijzondere Evaluatie wordt geleid door een Bijzonder Evaluator die, op voorstel van het Regeringslid tot wiens bevoegdheid Ontwikkelingssamenwerking behoort en de Minister van Buitenlandse Zaken, door Ons wordt aangewezen bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit voor een mandaat van zes jaar.

    De Bijzonder Evaluator kan enkel afgezet worden wegens ernstige tekortkomingen bij het uitvoeren van zijn taken of wanneer hij niet meer beantwoord aan de benoemingsvoorwaarden zoals gedefinieerd in § 2 en § 8 hieronder, middels een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit op voorstel van het Regeringslid tot wiens bevoegdheid Ontwikkelingssamenwerking behoort en van de Minister van Buitenlandse Zaken.

    § 2. Om in aanmerking te komen voor de functie van Bijzonder Evaluator, moet de kandidaat voldoen aan de volgende voorwaarden :

  5. Belg zijn;

  6. een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking;

  7. houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot een betrekking op niveau A binnen de rijksbesturen;

  8. beschikken over een theoretische kennis van evaluatiemethodologie, alsook over een beroepservaring van minstens tien jaar in de publieke sector en/of in sociaaleconomische programma's, waarvan minstens vijf jaar ervaring in beleidsvoorbereidend onderzoek en/of in evaluatie, en waarvan tenminste twee jaar ervaring in Ontwikkelingssamenwerking;

  9. de burgerlijke en politieke rechten genieten;

  10. aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;

    De vacature wordt bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad. Zij vermeldt de termijn binnen dewelke de kandidaturen moeten worden neergelegd.

    § 3. De selectieprocedure gebeurt overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten.

    De selectiecommissie bestaat uit de afgevaardigde bestuurder van SELOR of zijn afgevaardigde, de voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of zijn afgevaardigde, een expert van een internationale evaluatiedienst en een academicus met kennis van evaluatiemethoden inzake ontwikkelingssamenwerking.

    SELOR deelt de resultaten van de selectieprocedure mee aan de Minister van Buitenlandse Zaken en aan het Regeringslid tot wiens bevoegdheid Ontwikkelingssamenwerking behoort.

    Een aanvullend onderhoud wordt georganiseerd door de Ministers met de kandidaten uit groep A, met de bedoeling hen te vergelijken wat betreft hun specifieke competenties, hun relationele en managementvaardigheden zoals bepaald in de functiebeschrijving en het competentieprofiel dat overeenkomt met de functie van bijzonder evaluator. Een verslag van elk onderhoud wordt opgemaakt, en bij het aanstellingsdossier gevoegd. Bij uitputting van groep A wordt de procedure herhaald met de kandidaten van groep B.

    § 4. Onder voorbehoud van de bepalingen inzake sociale zekerheid die van toepassing zijn op de niet-vastbenoemde personeelsleden van de federale overheid, zijn de bepalingen tot regeling van het administratief statuut van het rijkspersoneel van toepassing op de Bijzonder Evaluator, met uitzondering echter van de bepalingen inzake werving, loopbaan en evaluatie.

    Indien de Bijzonder Evaluator een ambtenaar is van het federaal administratief openbaar ambt, wordt hij ambtshalve in verlof voor opdracht geplaatst. Het karakter van algemeen belang van deze opdracht wordt van rechtswege erkend.

    § 5. De wedde van de Bijzondere Evaluator wordt vastgelegd op basis van de weging conform het wegingssysteem en de wegingscriteria vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 11 juli 2001 houdende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde. De Minister van Buitenlandse Zaken en het Regeringslid tot wiens bevoegdheid Ontwikkelingssamenwerking behoort, leggen de weging vast, na...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT