27 MAART 2002. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, en houdende verschillende wijzigingsbepalingen (1)

De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. § 1. Artikel 1 van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, wordt aangevuld met de woorden « alsook op de psycho-medisch-sociale centra ».

§ 2. In artikel 2 van hetzelfde decreet, worden de woorden « instellingen (..) of vestigingen voor gewoon basis- en secundair onderwijs » vervangen door de woorden « vestigingen voor gewoon basisonderwijs en instellingen of vestigingen voor gewoon secundair onderwijs ».

§ 3. In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. In 1°, worden de woorden « van instellingen of vestigingen voor gewoon basis- en secundair onderwijs » vervangen door de woorden « vestigingen voor gewoon basisonderwijs en instellingen of vestigingen voor gewoon secundair onderwijs »;

  2. Punt 5° wordt vervangen door de volgende bepaling :

    5° school : pedagogisch geheel voor kleuter- en/of lager onderwijs, gelegen op één of meer vestigingsplaatsen, onder leiding van dezelfde directeur;

    ;

  3. Tussen 5° en 6° wordt een 5°bis ingevoegd, luidend als volgt :

    5°bis : instelling voor secundair onderwijs : pedagogisch geheel voor secundair onderwijs, gelegen op één of meer vestigingsplaatsen, onder leiding van eenzelfde instellingshoofd;

    ;

  4. punt 6° wordt vervangen door de volgende bepaling :

    6° vestiging :

    - voor het basisonderwijs : gebouw of geheel van gebouwen gelegen aan eenzelfde adres, waar kleuter- en/of lager onderwijs wordt verstrekt;

    - voor het secundair onderwijs : deel van een instelling voor secundair onderwijs dat door de Regering erkend wordt op aanvraag van de inrichtende macht en op de voordracht van de Algemene Overlegraad voor het secundair onderwijs;

    ;

  5. Tussen 6° en 7° wordt een 6 bis ingevoegd, luidend als volgt :

    6°bis : onderwijsploeg : het geheel van de personeelsleden die al of een deel van hun ambt(en) uitoefenen in eenzelfde instelling of eenzelfde vestiging, met uitsluiting van het administratief, vaklieden- en dienstpersoneel;

    ;

  6. In 9° worden de woorden « in artikel 1, 8° en » ingevoegd tussen de woorden « gedefinieerd » en « in artikel 13 »;

  7. het artikel wordt aangevuld als volgt :

    13° psycho-medisch-sociaal centrum : centrum dat instellingen voor basisonderwijs of gewoon of buitengewoon secundair onderwijs bedient, of centrum dat instellingen voor buitengewoon onderwijs bedient;

    14° statistische sector : de kleinste territoriale onderverdeling die door het Nationaal Instituut voor de Statistiek wordt bepaald;

    15° niet meer opgenomen instelling of niet meer opgenomen vestiging :

    - voor het basisonderwijs : vestiging die niet meer wordt opgenomen in de lijst van het basisonderwijs bedoeld in artikel 4, § 4;

    - voor het secundair onderwijs : instelling of vestiging die niet meer wordt opgenomen in de lijst van het secundair onderwijs bedoeld in artikel 4, § 4.

    Art. 2. De artikelen 4 tot 19 van hoofdstuk II van titel 1 van hetzelfde decreet worden vervangen door de volgende bepalingen :

    Artikel 4. § 1. Ten minste om de vier jaar, voor zover de Regering vaststelt dat nieuwe gegevens beschikbaar zijn, bepaalt een interuniversitaire studie het sociaal-economisch indexcijfer van elke statistische sector door middel van een berekeningsformule met inachtneming van de laatste beschikbare statistieken voor de volgende criteria :

    1° Gemiddeld inkomen per inwoner;

    2° Niveau van de diploma's;

    3° Werkloosheidscijfer, activiteitscijfer en cijfer van de personen die het gewaarborgd minimaal maandinkomen ontvangen;

    4° Beroepsactiviteiten;

    5° Comfort van de woningen.

    Ieder criterium wordt bepaald op grond van één of meer variabelen. De keuze van de variabelen wordt de Regering ter goedkeuring voorgelegd.

    Mits voorafgaande toestemming van die, kan de interuniversitaire studie andere criteria bijvoegen om een betere voorstelling te geven van de sociaal-economische typologie van de verschillende statistische sectoren of om één of meer criteria te vervangen waarvoor de statistische gegevens onbeschikbaar zijn.

    Het sociaal-economisch cijfer van elke statistische sector wordt uitgedrukt door middel van een indexcijfer dat uit verschillende elementen bestaat. De formule voor de berekening van dat indexcijfer, die eveneens de Regering ter goedkeuring wordt voorgelegd, doet het deel van de variabelen uitkomen dat elk in aanmerking komend criterium bepaalt.

    Alleen de statistische sectoren van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en van het Frans taalgebied worden in aanmerking genomen voor het bepalen van de formule. Het indexcijfer wordt echter berekend voor het geheel van de statistische sectoren van het Rijk, nadat de formule vastgesteld is.

    § 2. Om de drie jaar, op grond van de laatste beschikbare gegevens betreffende de inschrijving van de leerlingen en hun verblijfplaats, kent de Administratie aan iedere student het recentste sociaal-economisch indexcijfer van de statistische sector van zijn verblijfplaats toe en berekent, voor elke vestiging voor basisonderwijs en voor elke instelling of vestiging voor secundair onderwijs, het gemiddelde van de indexcijfers die aan de daar ingeschreven leerlingen toegekend zijn.

    Voor de leerlingen die als nieuwkomers worden beschouwd krachtens het decreet van 14 juni 2001 betreffende de integratie van nieuwkomers in het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt ingericht of gesubsidieerd, kent de Administratie, als sociaal-economisch indexcijfer, het rekenkundig gemiddelde toe van de indexcijfers van de 100 wijken die de laagste sociaal-economische indexcijfers van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en van het Frans taalgebied vertonen.

    Voor de leerlingen voor wie de gegevens niet beschikbaar zijn, kent de Administratie, als sociaal-economisch indexcijfer, in het basisonderwijs, het gemiddelde van de indexcijfers van de bezochte vestiging, en, in het secundair onderwijs, het gemiddelde van de indexcijfers van de bezochte instelling of vestiging, toe.

    Op grond van dat gemiddelde van de indexcijfers, bepaalt de Administratie, enerzijds, de rangschikking van de vestigingen van het basisonderwijs, en, anderzijds, de rangschikking van de instellingen of vestigingen van het secundair onderwijs. De instellingen of vestigingen worden gerangschikt in een volgorde die begint met de minst begunstigde instelling of vestiging en eindigt met de meest begunstigde.

    De Administratie maakt vervolgens een lijst van de vestigingen voor basisonderwijs en een lijst van de instellingen of vestigingen voor secundair onderwijs op die maatregelen voor positieve discriminatie kunnen genieten. Die lijsten worden opgemaakt op grond van de rangschikking die wordt bepaald overeenkomstig lid 4. Daar worden, in de volgorde van die rangschikking, al de minst begunstigde instellingen of vestigingen opgenomen waarvan de som van de aantallen van de daar ingeschreven leerlingen gelijk is aan 11,4 %, voor het basisonderwijs, en aan 11,7 %, voor het secundair onderwijs, van het totaal van de leerlingen die respectief in de vestigingen voor basisonderwijs of in de instellingen of vestigingen voor secundair onderwijs ingeschreven zijn.

    Onder de instellingen of vestigingen voor secundair onderwijs die maatregelen voor positieve discriminatie genieten, worden, in de volgorde van de in lid 4 bedoelde rangschikking, de instellingen of vestigingen onderscheiden waarvan de som van de aantallen van de daar ingeschreven leerlingen gelijk is aan een door de Algemene Overlegraad voor het Secundair Onderwijs te bepalen percentage van het totaal aantal leerlingen die in die instellingen of vestigingen ingeschreven zijn. De aldus onderscheiden instellingen of vestigingen kunnen als prioritair worden beschouwd.

    De lijsten van de instellingen of vestigingen, waaronder, voor het secundair onderwijs, de instellingen of vestigingen worden onderscheiden die als prioritair kunnen worden beschouwd, worden overgezonden aan de Regering uiterlijk op 31 mei 2002 voor de eerste driejaarlijkse cyclus bedoeld in lid 1 en uiterlijk op 15 mei voorafgaand aan het eerste schooljaar van de cyclus, voor de volgende driejaarlijkse cyclussen. Voor dezelfde datum wordt de lijst met betrekking tot het basisonderwijs overgezonden aan de Algemene Raad van het Basisonderwijs en wordt deze die betrekking heeft op het secundair onderwijs overgezonden aan de Algemene Overlegraad voor het Secundair Onderwijs.

    § 3. Op grond van sociale, economische, culturele of pedagogische criteria, die binnen of buiten de instellingen of vestigingen vastgesteld zijn, waarvoor een objectieve opgave van de gegevens voor elk van die beschikbaar is, kunnen de Algemene Raden, elk afzonderlijk, voorstellen instellingen of vestigingen toe te voegen aan de in § 2 bedoelde lijsten. De gecumuleerde som van het aantal van de daar ingeschreven leerlingen, opgeteld met de som van de ingeschreven leerlingen die, respectievelijk in de vestigingen voor basisonderwijs of in de instellingen of vestigingen voor secundair onderwijs, in aanmerking worden genomen in de percentages bedoeld in § 2, lid 5, kan echter niet hoger zijn dan 12,5 %, voor het basisonderwijs, en 13,5 %, voor het secundair onderwijs, van het totaal van de leerlingen die respectievelijk in de vestigingen voor basisonderwijs of in de instellingen of vestigingen voor secundair onderwijs ingeschreven zijn.

    Op grond van sociale, economische, culturele of pedagogische criteria, die binnen of buiten de instellingen of vestigingen vastgesteld zijn, waarvoor een objectieve opgave van de gegevens voor elk van die beschikbaar is, kan de Algemene Overlegraad voor het secundair onderwijs voorstellen instellingen of vestigingen die maatregelen voor positieve discriminatie kunnen genieten, toe te voegen aan de lijst van de in § 2, lid 6 bedoelde instellingen of vestigingen voor secundair onderwijs die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT