3 DECEMBER 2009. - Besluit van het Verenigd College tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen moeten voldoen alsmede tot nadere omschrijving van de groepering en de fusie en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen

Het Verenigd College,

Gelet op de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, artikel 11;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van 14 maart 1996 tot vaststelling van de normen waaraan de inrichtingen die bejaarden huisvesten moeten voldoen;

Gelet op de adviezen van de afdeling instellingen en diensten voor bejaarden van de Commissie voor Welzijnszorg van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gegeven op 13 en 25 februari 2009;

Gelet op het advies 46.473/VR/3 van de Raad van State, gegeven op 2 juni 2009, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen;

Na beraadslaging,

Besluit :

TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :

  1. « Ordonnantie » : de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen;

  2. « Ministers » : de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen;

  3. « Administratie » : de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel Hoofdstad;

  4. « Ambtenaren » : de ambtenaren, stagiairs en contractuele personeelsleden van de administratie die aangesteld zijn bij de inspectiedienst;

  5. « Nieuwe voorzieningen » : de voorzieningen die voor de eerste keer na de inwerkingtreding van dit besluit, worden uitgebaat;

  6. « Afgevaardigde van de Ministers » : de Leidend Ambtenaar van de administratie.

    Art. 2. Dit besluit stelt de normen vast waaraan een voorziening voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, met uitzondering van de centra voor dagverzorging, moet voldoen om te worden erkend door de Ministers, overeenkomstig artikel 11, § 1, tweede en derde lid, van de ordonnantie.

    TITEL II. - ALGEMENE NORMEN

    HOOFDSTUK I. - Normen die van toepassing zijn op alle voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, in de zin van artikel 2

    Afdeling 1. Vrijheden en rechten van de bejaarde personen

    Art. 3. De voorziening waarborgt aan de bejaarde persoon :

  7. een menswaardig leven, door onder meer af te zien van elke maatregel inzake immobilisatie, toezicht of afzondering, onverminderd de nadere regels bepaald door dit besluit;

  8. de grootste vrijheid tijdens de bewoning van de lokalen, voor zover zij de andere bejaarde personen en derden niet benadeelt;

  9. de volledige vrijheid van filosofische, politieke, godsdienstige, culturele overtuiging en van taal, door hem geen enkele verplichting van commerciële, culturele, politieke of godsdienstige aard of inzake taal op te leggen;

  10. als voorziening die, wegens haar organisatie, moet worden beschouwd niet uitsluitend te behoren tot de ene of de andere Gemeenschap en zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 5bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, ingevoegd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001, en van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966, de opvang en de behandeling van de bejaarde persoon, in het Nederlands of in het Frans, naargelang zijn taalkeuze;

    Hiertoe dienen alle documenten waartoe, luidens dit besluit, de bejaarde persoon toegang heeft, in het Nederlands of in het Frans, te worden opgesteld, naargelang zijn taalkeuze;

  11. de eerbied voor het seksuele en affectieve leven van de bejaarde persoon en zijn seksuele geaardheid;

  12. de vrije keuze van de arts.

    Art. 4. Onverminderd artikel 60, § 8, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, is het voor de voorziening verboden van de bejaarde persoon het beheer of de bewaring te eisen of te aanvaarden van het geld en de goederen die hij haar hetzij bij zijn opname, hetzij later, toevertrouwt; dit verbod geldt eveneens voor het personeel van de voorziening.

    Art. 5. De voorziening heeft de verplichting :

  13. aan elke bejaarde persoon of zijn vertegenwoordiger en aan zijn behandelende arts, de adressen mede te delen van de gezondheids-inspectie, van de administratie belast met de inspectie van de voorziening, alsmede het adres waar klachten kunnen worden ingediend, zowel binnen als buiten de voorziening;

  14. de volgende informatie permanent op de meest passende plaats aan te brengen volgens het publiek waarvoor zij bestemd is :

    1. de naam van de beheerder en indien het gaat over een rechtspersoon, zijn juridische vorm en de natuurlijke persoon die hem vertegenwoordigt;

    2. de personalia van de directeur en zijn gewone aanwezigheidsuren in de voorziening alsmede de naam van zijn vervanger in geval van afwezigheid of verhindering;

    3. elke inlichting betreffende de erkenning van de voorziening en, in voorkomend geval, elke inlichting betreffende een weigering of een intrekking van een erkenning alsmede een sluiting;

    4. de nadere regels voor de indiening en het onderzoek van de suggesties en opmerkingen van de bejaarde personen;

    5. de inlichtingen betreffende de bejaardenraad, hierna genoemd de « participatieraad ». Deze inlichtingen bevatten onder meer de lijst van de leden, het tijdschema van de vergaderingen, de agenda en de notulen van de laatste vergadering, die gedurende drie maanden zullen worden uitgehangen;

    6. de nadere regels betreffende het indienen van klachten binnen de voorziening alsmede bij de Ministers en de Administratie waarvan de respectievelijke adres en andere personalia vermeld worden;

    7. het adres en de telefoonnummers van de diensten van de Burgemeester van de gemeente waar de voorziening zich bevindt;

    8. het adres en het telefoonnummer van de diensten ter bestrijding van mishandeling van bejaarde personen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

    9. behalve voor de woningen voor bejaarden, de activiteiten en de animaties die door de voorziening of de beheerder worden georganiseerd of die waaraan de bewoners kunnen deelnemen.

    De directeur van de voorziening neemt alle nodige maatregelen opdat de aankondiging leesbaar en voor iedereen toegankelijk zou zijn;

  15. behalve voor de woningen voor bejaarden, de vertegenwoordiger van de bejaarde persoon te raadplegen of de wettelijke bepalingen bedoeld in Titel XI van Boek I van het Burgerlijk Wetboek na te leven, indien deze bejaarde persoon niet in staat is een schriftelijke overeenkomst te sluiten;

  16. de bejaarde persoon aan te bevelen om zich te laten verzekeren voor burgerrechtelijke aansprakelijkheid.

    Afdeling 2. - Huishoudelijk reglement

    Art. 6. § 1. Elke voorziening moet een huishoudelijk reglement opstellen dat in een voor de bejaarde personen toegankelijk lokaal op een zichtbare plaats dient te worden aangebracht.

    § 2. Behalve in geval van dringende opname in een rusthuis, een centrum voor kortverblijf, een centrum voor dagopvang of een centrum voor nachtopvang moet het huishoudelijk reglement vóór de opname aan de bejaarde persoon of, in voorkomend geval, aan zijn vertegenwoordiger worden overhandigd. Het document wordt voor ontvangst en akkoord ondertekend.

    Het ontvangstbewijs dat als kennisneming geldt van het huishoudelijk reglement en van elke wijziging ervan, wordt in voorkomend geval gevoegd bij het vertrouwelijk dossier van de bejaarde persoon.

    § 3. De bepalingen van dit reglement en elke latere wijziging ervan moeten aan de goedkeuring van de Ministers of hun afgevaardigde worden onderworpen. Deze laatste beschikken over negentig dagen, te rekenen vanaf de ontvangstdatum van de documenten, om het ontwerp van reglement of van wijziging eventueel te verwerpen, indien het niet ten minste de in artikel 7 bepaalde gegevens opneemt of indien het rechtens ontoelaatbare bepalingen opneemt. Bij ontstentenis van een antwoord binnen deze termijn, wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.

    Elke goedgekeurde wijziging in dit reglement wordt aan de bejaarde persoon of, in voorkomend geval, aan zijn vertegenwoordiger tegen ontvangstbewijs overhandigd. De wijzigingen hebben uitwerking ten vroegste dertig dagen na goedkeuring ervan door de Ministers of hun afgevaardigde.

    § 4. Elke met de hierboven vermelde voorschriften strijdige bepaling wordt geacht nietig te zijn.

    Art. 7. Het huishoudelijk reglement omschrijft de rechten en de plichten van de bejaarde persoon en van de beheerder. Het bevat onder meer volgende punten :

  17. het juridisch statuut en de aard van de voorziening;

  18. de nauwkeurige personalia van de beheerder en, in voorkomend geval, van de directeur;

  19. de bijzondere voorwaarden inzake opname of opvang, behalve voor de in artikel 2, 4°, b), ss, van de ordonnantie bedoelde voorzieningen;

  20. de voorwaarden inzake huisvesting of opvang, behalve voor de in artikel 2, 4°, b), ss, van de ordonnantie bedoelde voorzieningen;

  21. de datum van goedkeuring van dit reglement door de Ministers of hun afgevaardigde;

  22. de nadere regels voor de werking van de participatieraad;

  23. de nadere regels voor de indiening en behandeling van klachten binnen de voorziening;

  24. de plaats waar de naam van de persoon aan wie de suggesties en opmerkingen kunnen worden gemaakt, wordt aangebracht;

  25. het feit dat de voorziening een verzekering heeft aangegaan die de burgerrechtelijke beroepsaansprakelijkheid van de directeur en het personeel van de voorziening dekt.

    Afdeling 3. - Individuele fiche

    Art. 8. Bij de opname van een bejaarde persoon in een voorziening wordt een individuele fiche opgemaakt, met een recente foto; zij kan op elk ogenblik door de bejaarde persoon of, in voorkomend geval, door zijn vertegenwoordiger worden geraadpleegd.

    Deze fiche is vertrouwelijk en vermeldt :

  26. de volledige identiteit van de bejaarde persoon (naam, voornaam, geboorteplaats en -datum, burgerlijke staat, nationaliteit);

  27. de naam, het adres en het telefoonnummer van :

    1. de gekozen behandelende arts en zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT