Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus (VERTALING)., de 3 juin 2004

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. " arbeidsbemiddelingsbureau " : het bureau bedoeld in artikel 1 van het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus;

  2. " betaalde sportbeoefenaar " : elke persoon die zich verbindt tot voorbereiding op of deelname aan een sportcompetitie of -demonstratie onder het toezicht van een andere persoon, mits betaling van een bedrag dat hoger is dan dat vastgelegd krachtens de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, alsook elke persoon die de leiding heeft over sportvoorbereiding of -beoefening;

  3. " schouwspelartiest " : elke persoon die het beroep uitoefent van toneelspeler, zanger, danser, kleinkunstenaar en circusartiest, muzikant, dirigent, balletmeester en elke figurant die zich tegen betaling produceert tijdens voorstellingen, repetities, auditieve of visuele opnames;

  4. " vergoeding " : ereloon, commissie, bijdrage, toelatings- of inschrijvingsrecht;

  5. " bouwsector " : het geheel van de bedrijven die onder de paritaire commissie nr. 124 van de Bouw ressorteren;

  6. " decreet " : het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus;

  7. " Commissie " : de adviescommissie voor de erkenning in arbeidsbemiddelingszaken bedoeld in artikel 23 van het decreet;

  8. " bestuur " : de Afdeling Tewerkstelling en Beroepsopleiding van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;

    9 " Dienst " : de " Office wallon de la Formation professionnelle et de l'emploi " zoals ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999 betreffende de " Office wallon de la Formation professionnelle et de l'emploi ";

  9. " Instituut " : het " Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique ";

  10. " Minister " : de Minister van Tewerkstelling;

  11. " het platform " : overlegplatform zoals ingesteld bij artikel 22 van het decreet.

    HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure.

    Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag.

    Art. 2. § 1. Het arbeidsbemiddelingsbureau richt een erkenningsaanvraag aan het bestuur, hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij elektronisch, aan de hand van een formulier waarvan het model door het bestuur bepaald wordt.

    Het arbeidsbemiddelingsbureau vermeldt op het aanvraagformulier voor welke arbeidsbemiddelingsdienst(en) het erkend wenst te worden.

    § 2. Het arbeidsbemiddelingsbureau waarvan de activiteit zich beperkt tot de verspreiding van werkaanbiedingen en -vragen, ongeacht het communicatiekanaal, is vrijgesteld van de verplichting tot voorafgaande erkenning.

    Het arbeidsbemiddelingsbureau dat dat soort diensten verstrekt, meldt zijn bestaan bij het bestuur en maakt het in bijlage 1 opgenomen document bekend via de betrokken media of vermeldt de plaats waar het ter inzage ligt.

    Dat document wordt op gewoon verzoek gratis afgegeven door het arbeidsbemiddelingsbureau.

    § 3. De natuurlijke persoon die arbeidsbemiddelingsdiensten verstrekt voor een schouwspelartiest of een betaalde sportbeoefenaar en die met hem verbonden is door verwantschap of aanverwantschap in de eerste graad, wordt eveneens vrijgesteld van de verplichting tot voorafgaande erkenning.

    Art. 3. § 1. De door het arbeidsbemiddelingsbureau ingediende aanvraag om voorafgaande erkenning gaat vergezeld van o.a. de volgende stukken :

  12. als het arbeidsbemiddelingsbureau een rechtspersoon is, de gecoördineerde statuten van de vennootschap of van de vereniging zonder winstoogmerk of de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad of het ontwerp van akte als het arbeidsbemiddelingsbureau in oprichting is;

  13. als het arbeidsbemiddelingsbureau een rechtspersoon is, de naamlijst van de bestuurders, vennoten en meeraandeelhouders van de vennootschap, de lijst van de natuurlijke personen met verblijf- of woonplaats in België die de toestemming hebben om het arbeidsbemiddelingsbureau jegens derden te verbinden en om het te vertegenwoordigen bij gewestelijke overheden en voor Belgische rechtbanken, alsook, in voorkomend geval, het organigram van de sociale organen van het arbeidsbemiddelingsbureau;

  14. als het arbeidsbemiddelingsbureau een rechtspersoon is, een attest op erewoord getekend door drie van de personen die bevoegd zijn om het te verbinden, waaruit blijkt dat het voldoet aan de voorwaarden van artikel 5, 3° en 4°, van het decreet;

  15. als het arbeidsbemiddelingsbureau een rechtspersoon is, een afschrift van de laatste jaarrekeningen of van het financiële plan als het in oprichting is;

  16. als het arbeidsbemiddelingsbureau een handelsvennootschap is, het bewijs dat de vennootschap beschikt over een volgestort kapitaal overeenkomstig de juridische vorm ervan;

  17. een attest van de belastingontvanger waaruit blijkt dat het arbeidsbemiddelingsbureau bij de indiening van zijn aanvraag geen achterstallige belastingen verschuldigd is, ongeacht de aard ervan, of in aanmerking komt voor een behoorlijk nageleefd aanzuiveringsplan;

  18. een attest van het Rijksinstituut voor Sociale Zekerheid waaruit blijkt dat het arbeidsbemiddelingsbureau bij de indiening van zijn aanvraag geen achterstallige belastingen verschuldigd is aan die instelling of in aanmerking komt voor een behoorlijk nageleefd aanzuiveringsplan;

  19. in voorkomend geval het bewijs dat geen achterstallig bedrag verschuldigd is aan het Bestaanszekerheidsfonds;

  20. het model van overeenkomst voor elke verstrekking van een arbeidsbemiddelingsdienst, per categorie arbeidsbemiddelingsdiensten;

  21. een afschrift van het document waarin de rechten van de werknemer en de werkgever vermeld staan, met de verplichte gegevens bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit;

  22. de stukken waaruit blijkt dat voldaan werd aan de voorwaarden van professionele deskundigheid bedoeld in artikel 25;

  23. als het arbeidsbemiddelingsbureau de erkenning als uitzenddienst vereist, een afschrift van het arbeidsreglement;

  24. als het arbeidsbemiddelingsbureau de erkenning als uitzenddienst in de bouwsector vereist, het bewijs dat het opgericht is in de vorm van een handelsvennootschap waarvan het doel uitsluitend gericht is op het verstrekken van arbeidsbemiddelingsdiensten in bedrijven uit de bouwsector.

    § 2. In het kader van een aanvraag om hernieuwing van de erkenning worden de stukken bedoeld in § 1, 1°, 2°, 10° tot 13°, niet aan het bestuur overgemaakt, behalve op zijn uitdrukkelijk verzoek of in het geval van wijzigingen sinds de erkenning.

    Art. 4. In afwijking van artikel 3 gaat de aanvraag om erkenning of om hernieuwing van de erkenning die uitgaat van een arbeidsbemiddelingsbureau bedoeld in artikel 7, eerste lid, 1° of 2°, van het decreet, vergezeld van de stukken waaruit blijkt dat het arbeidsbemiddelingsbureau voldoet aan voorwaarden gelijkwaardig aan die bepaald bij het decreet of dit besluit.

    Art. 5. Als de aanvraag om erkenning of om hernieuwing van de erkenning uitgaat van een arbeidsbemiddelingsbureau bedoeld in artikel 7, eerste lid, 3°, van het decreet, gaat ze vergezeld van de stukken bedoeld in artikel 4 en van het bewijs dat het daadwerkelijk arbeidsbemiddelingsdiensten verstrekt in zijn land van herkomst.

    Art. 6. Het bestuur bericht ontvangst van de aanvraag binnen tien dagen na ontvangst ervan. Als het dossier onvolledig is, wijst het bestuur het arbeidsbemiddelingsbureau daarop in hetzelfde schrijven.

    Het arbeidsbemiddelingsbureau dient de ontbrekende stukken en gegevens in op dezelfde wijze als de aanvraag.

    Het arbeidsbemiddelingsbureau kan zijn aanvraag niet vergezeld laten gaan van sommige stukken bedoeld in artikel 3, § 1, op voorwaarde dat deze laatste in het bezit zijn van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest.

    Art. 7. § 1. De aanvraag wordt door het bestuur onderzocht.

    Het bestuur maakt het dossier over aan de Commissie binnen vijftien dagen na ontvangst van het volledige dossier.

    De Commissie kan verzoeken om alle bijkomende gegevens die ze nuttig acht voor haar analyse.

    De Commissie geeft binnen dertig dagen na de datum van verzending van het dossier door het bestuur advies over de aanvraag om voorafgaande erkenning of om hernieuwing van de erkenning. Die termijn kan met hoogstens dertig dagen verlengd worden, mits toestemming van de Minister of van de daartoe afgevaardigde ambtenaar.

    § 2. Het bestuur geeft het arbeidsbemiddelingsbureau bij ter post aangetekend schrijven en de Commissie bij gewoon schrijven kennis van het besluit van de Minister. Het besluit wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

    Het besluit van de Minister vermeldt voor welke arbeidsbemiddelingsdienst(en) en voor welke duur het arbeidsbemiddelingsbureau erkend wordt.

    Art. 8. § 1. In geval van samensmelting of opslorping geeft het arbeidsbemiddelingsbureau dat het erkende arbeidsbemiddelingsbureau overneemt het bestuur uiterlijk tien dagen na de samensmelting of opslorping bij aangetekend schrijven kennis van zijn aanvraag om overdracht van de toegekende erkenning.

    Het bestuur informeert de Commissie, die de Minister advies geeft over de noodzaak om een nieuwe aanvraag in te dienen volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 3.

    § 2. Het arbeidsbemiddelingsbureau geeft het bestuur bij aangetekend schrijven...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT