Wet op de erfregeling inzake landbouwbedrijven met het oog op het bevorderen van de continuïteit. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-09-1988 en tekstbijwerking tot 31-05-2001.), de 29 août 1988

Hoofdstuk 1. Het recht van overname.

Artikel 1. Onverminderd de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek die de rechten van de langstlevende echtgenoot vastleggen, heeft ieder van de erfgenamen in de rechte nederdalende lijn, wanneer een nalatenschap voor het geheel of voor een deel een landbouwbedrijf bevat, het recht van overname naar schatting van de roerende en onroerende goederen die behoren tot het landbouwbedrijf.

Voor de toepassing van deze wet moet onder "landbouwbedrijf" worden verstaan het geheel van de roerende en onroerende goederen bestemd voor iedere activiteit, grondgebonden of niet, die betrekking heeft op de akkerbouw, de veeteelt, de pluimveeteelt, de groenteteelt, de fruitteelt, de viskwekerij, de bijenkweek, de druiventeelt, de bloementeelt, de sierplantenteelt, de teelt van zaad- en pootgoed, de boomkwekerijen evenals de produktie van kerstbomen.

Art. 2. De wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarigen of van de onbekwaamverklaarden mogen het recht van overname alleen uitoefenen (met machtiging van de vrederechter van de plaats waar de voogdij is opengevallen).

Art. 3. Willen verscheidene belanghebbenden het recht van overname uitoefenen, dan wordt de voorkeur bij voorrang en in de volgorde gegeven aan:

  1. degene of degenen die door de de cujus bij testament zijn aangewezen en die op het ogenblik van het overlijden het hele bedrijf of een gedeelte ervan op regelmatige en voortdurende wijze exploiteren of die op het ogenblik van het overlijden op regelmatige en voortdurende wijze in het bedrijf meewerken;

  2. degene of degenen die op het ogenblik van het overlijden het hele bedrijf of een gedeelte ervan op regelmatige en voortdurende wijze exploiteren of die op het ogenblik van het overlijden op regelmatige en voortdurende wijze in het bedrijf meewerken;

  3. degene of degenen die op het ogenblik van het overlijden niet aan het bedrijf deelnemen zoals bepaald in lid a) maar die door de de cujus bij testament zijn aangewezen.

Eisen verscheidene erfgenamen van een zelfde bevoorrechte categorie a) of b) of c) de begunstiging van de wet op, dan kunnen zij de overname gezamenlijk verrichten.

Art. 4. Wanneer een belanghebbende of zijn schuldeiser dit vraagt, wordt er tot de schatting overgegaan door toedoen van de vrederechter, die daartoe een of meer schatters mag benoemen. Door de vrederechter wordt uitspraak gedaan op de minuut van het verzoekschrift; zijn bevelschrift is uitvoerbaar op de minuut. Bij gerechtsbrieven geeft...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT