2 APRIL 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de steun voor energiebesparingen en productie van energie met behulp van hernieuwbare energiebronnen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 8, eerste lid;

Gelet op de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun tot bevordering van de economische expansie, artikelen 40 à 45, 66, 71, 73 en 77;

Overwegende de EG-Verordening nr. 1998/2006 van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag betreffende de de-minimis-steun (PB L 379 van 28 december 2006, p. 5-10 en PB L 314/M van 1 december 2007, p. 654-659);

Overwegende de Aanbeveling 2003/361/EG van 6 mei 2003 van de Commissie betreffende de definitie van de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 juli 2008;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 juli 2008;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 8 oktober 2008;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 16 oktober 2008;

Gelet op het advies nr 45.743/1 van de Raad van State, gegeven op 13 januari 2009, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd is voor Economie;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1. Voor de toepassing van onderhavig besluit verstaat men onder :

  1. « organieke ordonnantie » : de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun tot bevordering van de economische expansie;

  2. « onderneming » : de onderneming zoals gedefinieerd in artikel 2, 2°, van de organieke ordonnantie en door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 juni 2008 betreffende de definities van de onderneming en van de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen;

  3. « NACE BEL-nomenclatuur » : de nomenclatuur van activiteiten opgesteld door het Nationaal Instituut voor de Statistiek in een geharmoniseerd Europees kader, opgelegd door de Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en van de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van de verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad, evenals van sommige verordeningen (EG) betreffende specifieke statistische gebieden;

  4. « Minister » : de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;

  5. « Bestuur » : het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  6. « Vestiging » : een in het Brussels Hoofdstedelijk gelegen vestiging die beschikt over menselijke middelen of over goederen die haar specifiek zijn toegewezen en die beantwoorden aan :

    1. hetzij de maatschappelijke zetel van de rechtspersoon of elke economische eenheid voor exploitatie of werking die geografisch verschillend is van de maatschappelijke zetel van de onderneming;

    2. hetzij, in geval van een fysiek persoon, de hoofdplaats van de uitoefening van haar economische activiteiten;

  7. « Referentiepercentage » : de in de Mededeling van de Europese Commissie betreffende de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C14 van 14 januari 2008, p. 6) bepaalde interestvoet;

  8. « starter » : elke, in de Kruispuntbank van ondernemingen sedert minder dan vier jaar ingeschreven onderneming;

    De in artikel 2 van de organieke ordonnantie vermelde definities zijn van toepassing op de bewoordingen van onderhavig besluit.

    HOOFDSTUK II. - Steun voor investeringen inzake energiebesparingen, productie van energie met behulp van hernieuwbare bronnen of rationele productie van energie, bestemd voor de ondernemingen met een industrieel karakter en voor sommige sectoren bepaald door de Regering

    Afdeling 1. - Algemeen beginsel

    Art. 2. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten kent de minister de ondernemingen met een industrieel karakter en aan sommige sectoren bedoeld in artikel 3, 1°, investeringssteun zoals bedoeld in artikel 42 van de organieke ordonnantie toe die hen toelaat om acties te financieren inzake energiebesparingen, de productie van energie met hernieuwbare energiebronnen of de rationele productie van energie.

    De prestatieniveaus die toelaten de te verwezenlijken doelstellingen te halen om de steun te kunnen genieten staan uiteengezet in bijlage 2.

    Afdeling 2. - Voorwaarden voor de toepassing van de steun

    Subafdeling 1. - Aanvaardbare begunstigden

    Art. 3. Om de steun te genieten, moet de onderneming voldoen aan de volgende voorwaarden :

  9. vermeld staan in een van de sectoren van economische activiteit in de NACE BEL-nomenclatuur Rev. 2, onder een van de onderstaande codes; mits een voorafgaande mededeling aan de Regering kan de Minister deze lijst aanpassen in functie van de politieke prioriteiten en de Europese reglementering;

    - de codes 10 (Voedingsmiddelen) tot 19 (Cokes en van geraffineerde aardolieproducten), met uitzondering van de code 19.10 (Cokesovenproducten);

    - de codes 20 (Chemische producten) tot 29 (Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers), met uitzondering van de code 20.60 (Vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels) en van code 24.10 (Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen);

    - de codes 30.20 (Vervaardiging van rollend materieel voor spoorwegen) tot 33 (Reparatie en installatie van machines en apparaten), met uitzondering van code 33.15 (Reparatie en onderhoud van schepen);

    - de code 35 (Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht), voor zover het gaat over micro-, kleine of middelgrote ondernemingen van deze sector en dat de investering of het investeringsprogramma betrekking heeft op het in artikel 4, 3° en 4° bedoeld gebied;

    - code 36 (Winning, behandeling en distributie van water);

    - code 37 (Afvalwaterafvoer);

    - code 38 (Inzameling, verwerking en verwijdering van afval, terugwinning);

    - code 39 (Sanering en ander afvalbeheer);

    - de code 45.20 (Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen);

    - de code 47 (Detailhandel) met uitzondering van apotheken (47.730);

    - de codes 55 (Verschaffen van accomodatie) en 56 (Eet- en drinkgelegenheden);

    - de code 96.012 (Activiteiten van wasserettes en wassalons ten behoeve van particulieren);

  10. geen onderneming zijn waarvan 25 % of meer van het maatschappelijk kapitaal of van de stemmen rechtstreeks of onrechtstreeks in handen zijn van een publiekrechtelijk rechtspersoon;

  11. geen onderneming in moeilijkheden zijn in de zin van de communautaire richtlijnen betreffende de staatssteun tot redding en tot herstructurering;

  12. niet in gebreke zijn wat betreft de teruggave van steun die onrechtmatig werd ontvangen krachtens artikel 67 van de ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun tot bevordering van de economische expansie.

    Subafdeling 2. - Aanvaardbare investeringen

    Art. 4. Is enkel aanvaardbaar, de materiële of immateriële investering of het materiële of immateriële investeringsprogramma op een van de gebieden die hieronder op gedetailleerde wijze wordt weergegeven :

  13. Omhulsel van gebouwen : thermische isolatie van gebouwen bestaande sedert meer dan 5 jaar, met het oog op een betere energieprestatie;

  14. Verlichting : vernieuwing van de verlichtingsinstallaties om energiebesparingen te realiseren;

  15. Hernieuwbare energieën : productie van energie met behulp van hernieuwbare niet-fossiele energiebronnnen (zoals met name wind-, zonne-, geothermische, hydro-elektrische energie, de biomassa, de gassen van afvalstorten en van zuiveringsstations van afvalwater, biogas, warmtepompen);

  16. Co- en trigeneratie van kwaliteit : gecombineerde productie van warmte, elektriciteit en, in voorkomend geval, koude die zorgt voor een energiebesparing in verhouding tot de afzonderlijke productie van dezelfde hoeveelheden warmte, elektriciteit en, in voorkomend geval, koude;

  17. Verwarmingsketel en brander : vervanging van een bestaande verwarmingsketel door een condensatieketel met label, van een bestaande brander door een brander met twee trappen of een modulerende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT