3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de wijziging en de coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2007 omtrent het sociaal sectoraal pensioenstelsel - Pensioen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de wijziging en de coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2007 omtrent de sociaal sectoraal pensioenstelsel - Pensioen.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

Mevr. M. DE CONINCK

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2011

Wijziging en de coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2007 omtrent de sociaal sectoraal pensioenstelsel - Pensioen (Overeenkomst geregistreerd op 3 maart 2011 onder het nummer 103312/CO/149.01)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

§ 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de arbeiders en arbeidsters.

HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2. Deze overeenkomst houdt de uitvoering in van artikel 7 van de collectieve overeenkomst van 4 juni 2007 betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 (geregistreerd op 25 juni 2007 onder nr. 83418/CO/149.01 - Belgisch Staatsblad van 20 juli 2007).

HOOFDSTUK III. - Doelstelling

Art. 3. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot uiteindelijke doelstelling de invoering te bewerkstelligen van een sociaal sectoraal pensioenstelsel, conform de toepasselijke wettelijke bepalingen ten voordele van de in artikel 1 bedoelde arbeiders ten bedrage van 1 pct. van hun bruto jaarwedden waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

Vanaf 1 januari 2006 wordt de bijdrage om de financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel te verzekeren bepaald op 1,30 pct. van hun bruto jaarwedden waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

Vanaf 1 juli 2006 wordt de bijdrage om de financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel te verzekeren bepaald op 1,36 pct. van hun bruto jaarwedden waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

Vanaf 1 januari 2008 wordt de bijdrage om de financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel te verzekeren bepaald op 1,46 pct. van hun brutojaarwedden waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

§ 2. Deze bijdrage zal worden aangewend ter financiering van enerzijds de pensioentoezegging en anderzijds de solidariteitstoezegging, zoals bepaald in artikel 9.

De invoering van de solidariteitstoezegging zal bij afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gebeuren die in het bijzonder zal omvatten de inhoud van de solidariteitstoezegging, de aanduiding van de rechtspersoon die met de uitvoering van de solidariteitstoezegging wordt gelast, het solidariteits-reglement, alsook de regels inzake de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging.

HOOFDSTUK IV. - Aansluitingsvoorwaarden

Art. 4. Alle arbeiders bedoeld in artikel 1 die op 1 januari 2002 of op elke latere datum met de werkgevers verbonden zijn of waren via een arbeidsovereenkomst, ongeacht de aard van deze overeenkomst, worden ambtshalve aangesloten bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

HOOFDSTUK V. - Aanduiding van de inrichter

Art. 5. Bij beslissing van het paritair subcomité van 23 april 2002 wordt het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector van de elektriciens", opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1968, algemeenverbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 maart 1969, als inrichter van het sociaal sectoraal pensioenstelsel aangeduid.

HOOFDSTUK VI. - Aanduiding van de pensioeninstelling

Art. 6. Als pensioeninstelling die het sectoraal pensioenstelsel zal uitvoeren, wordt AXA Belgium NV, met maatschappelijke zetel te 1170 Brussel, Vorstlaan 25 aangeduid.

De beheersregels van het sectoraal pensioenstelsel worden vastgelegd in een pensioenreglement dat als bijlage is opgenomen bij en integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK VII. - Toezichtscomité

Art. 7. Er wordt een toezichtscomité opgericht dat voor de helft is samengesteld uit leden die de arbeiders vertegenwoordigen aan wie de pensioentoezegging werd gedaan, en die door de inrichter worden aangeduid, en voor de andere helft uit vertegenwoordigers van de werkgevers, die eveneens door de inrichter worden aangeduid.

Dit toezichtscomité ziet toe op de uitvoering van de pensioentoezegging en wordt in het bezit gesteld van het "transparantieverslag" bedoeld in artikel 8 en de "verklaring inzakde beleggingsbeginselen" bedoeld in artikel 7, § 2 van het pensioenreglement nog vóór de mededeling ervan aan de inrichter.

HOOFDSTUK VIII. - Transparantieverslag

Art. 8. De pensioeninstelling stelt jaarlijks een "transparantieverslag" op, zijnde een verslag over het beheer van de pensioentoezegging dat volgende informatie bevat :

  1. de financieringswijze van de pensioentoezegging en de structurele wijzigingen hierin;

  2. de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten;

  3. het rendement van de beleggingen;

  4. de kostenstructuur;

  5. de winstdeling.

    Dit transparantieverslag wordt ter beschikking gesteld van de inrichter, die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de arbeiders bedoeld in artikel 1, alsook aan de gewezen arbeiders die nog steeds actuele of uitgestelde rechten genieten overeenkomstig het als bijlage opgenomen pensioenreglement.

    HOOFDSTUK IX. - Bijdrage

    Art. 9. § 1. De jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bedraagt 1 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht en dit met ingang van 1 januari 2002.

    Met ingang van 1 januari 2006 wordt de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,30 pct. van de bruto- jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

    Met ingang van 1 juli 2006 wordt de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,36 pct. van de brutojaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

    Met ingang van 1 januari 2008 wordt de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,46 pct. voor de bruto- jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

    § 2. Van deze jaarlijkse bijdrage wordt tot en met 31 december 2010 95 pct. aangewend voor de financiering van de pensioentoezegging, en 5 pct. voor de financiering van de solidariteitstoezegging.

    Vanaf 1 januari 2011 wordt 95,5 pct. van deze jaarlijkse bijdrage aangewend voor de financiering van de pensioentoezegging en 4,5 pct. voor de financiering van de solidariteitstoezegging.

    § 3. Elke werkgever die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst valt, is gehouden tot de betaling van deze bijdrage dewelke geïntegreerd is in de globale bijdrage die trimestrieel verschuldigd is aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid maakt de bijdrage voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel over aan de inrichter.

    Vervolgens maakt de inrichter het gedeelte van de bijdrage bestemd voor de financiering van de pensioentoezegging over aan de pensioeninstelling en het gedeelte van de bijdrage bestemd voor de financiering van de solidariteitstoezegging aan de rechtspersoon die met de uitvoering van de solidariteitstoezegging is gelast.

    § 4. De fiscale en parafiscale lasten op de bijdrage zijn niet in de bijdrage begrepen en zijn ten laste van de werkgever.

    HOOFDSTUK X. - Uitbetaling van de voordelen

    Art. 10. § 1. De voordelen voortvloeiende uit het sectoraal pensioenstelsel zijn betaalbaar ingeval van pensionering, vervroegde pensionering, brugpensionering vanaf de leeftijd van 60 jaar of overlijden van de arbeider vóór zijn pensionering, zoals voorzien in het als bijlage opgenomen pensioenreglement.

    § 2. De modaliteiten en procedure van uitbetaling van de voordelen van het sectoraal pensioenstelsel worden bepaald in het pensioenreglement opgenomen als bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

    HOOFDSTUK XI. - Uittreding

    Art. 11. De procedure van uittreding uit het sectoraal pensioenstelsel wordt geregeld overeenkomstig de bepalingen vermeld in het als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen pensioenreglement.

    HOOFDSTUK XII. - Gewaarborgd minimumrendement

    Art. 12. De aangeslotene, in zoverre deze voldoet aan de voorwaarden in artikel 4, heeft bij zijn uittreding, pensionering of opheffing van het sectoraal pensioenstelsel recht op de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24, § 2 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

    HOOFDSTUK XIII. - Duur van de overeenkomst

    Art. 13. Deze collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2011 wijzigt en coördineert de collectieve...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT