Wet op het tijdelijke der eerediensten. (NOTA 1 : gewijzigd voor het Brusselse Gewest bij ORD 2002-07-18/38; zie dit tekst, ED ; 17-08-2002) (NOTA 2 : opgeheven voor het Vlaamse Gewest voor de aangelegenheden die geregeld worden door BVR 2004-05-07/04; zie art. 275, 6°;, de 4 mars 1870

HOOFDSTUK I. - Van de begrootingen en de rekeningen der besturen van parochiale- en hulpkerken.

Afdeeling I. - Van de begrooting van het kerkbestuur.

Artikel 1. De begrooting van het kerkbestuur wordt, vóór den 15 augustus, in vierdubbel afschrift, overgemaakt aan den gemeenteraad, die er over zal beraadslagen vooraleer de begrooting der gemeente te stemmen.

Art. 2. De collegiën der burgemeesters en schepenen der gemeenten geplaatst onder de ambtsbevoegdheid van den arrondissementskommissaris maken aan dezen ambtenaar de begrootingen der kerkbesturen over, vergezeld van de bewijsstukken en van het advies des gemeenteraads, ten laatste, ten zelfden tijde als de gemeentebegrootingen.

De arrondissementkommissaris zendt het alles, met zijne aanmerkingen, indien daartoe aanleiding bestaat, aan den gouverneur over, vóór den 20 oktober.

Voor de andere gemeenten, maken de collegiën, vóór dit laatste tijdstip, de begrootingen en de bewijsstukken, met het advies des gemeenteraads, rechtstreeks aan den gouverneur over.

Art. 3. De gouverneur zendt de begrootingen der kerkbesturen, met al de stukken tot staving, aan het opperhoofd des bisdoms, vóór den 5 november.

De bisschop sluit definitievelijk de uitgaven betrekkelijk het vieren van den eeredienst, en keurt de begrooting goed, die bij aan den gouverneur terugzendt vóór den 25 november.

De begrooting wordt vervolgens onderworpen aan de goedkeuring der bestendige afvaardiging, die de artikelen der uitgaven rakende het vieren van den eeredienst niet mag wijzigen; de afvaardiging statueert voor den 15 december.

Drie der dubbels, vermeldende de beslissing der bestendige afvaardiging, worden onmiddellijk teruggezonden, het eene aan den bisschop en de twee andere aan de wederkeeriglijk belanghebbende gemeente- en kerkbesturen.

Het vierde dubbel wordt bewaard in de archieven der provincie.

Art. 4. In geval van reclamatie, 't zij van wege den bisschop of van den gouverneur, 't zij van wege de belanghebbende besturen, wordt er bij koninklijk besluit beslist.

Het verhaal moet gevormd worden binnen de dertig dagen van de dagteekening der terugzending der dubbels.

Niettegenstaande, wordt de begrooting als goedgekeurd beschouwd wat de niet betwiste artikelen betreft.

Afdeeling II. - Van de rekeningen.

Art. 5. De schatbewaarder is verplicht zijne jaarlijksche rekening aan den raad aan te bieden, in eene verplichtbare zitting, die zal gehouden worden op den eersten zondag van de maand maart.

Art. 6. De rekening van het kerkbestuur wordt vóór den 10 april, door den bestuurraad, in vierdubbel afschrift, met al de bewijsstukken, door den bestuurraad overgemaakt aan het gemeentebestuur, dat er in zijne naaste zitting over beraadslaagt.

Art. 7. De collegiën der burgemeesters en schepenen der gemeenten geplaatst onder het toezicht der arrondissementskommissarissen, zenden, vóór den 1 mei, aan dezen ambtenaar de rekeningen der kerkfabrieken met de stukken tot staving en het advies van den gemeenteraad.

De arrondissementskommissarissen zenden het alles over aan den gouverneur vóór den 15n mei, met hunne aanmerkingen indien daartoe aanleiding bestaat.

Voor de andere gemeenten, zenden de collegiën rechtstreeks aan den gouverneur, voor dit laatste tijdstip, de rekeningen en de bewijsstukken met het advies van den gemeenteraad over.

Art. 8. De gouverneur zendt onmiddellijk gezegde rekening, met al de stukken tot staving, aan het opperhoofd van het bisdom, dat definitievelijk de uitgaven sluit binnen de palen der begrooting gedaan voor het vieren van den eeredienst; bij keurt het overige van de rekening goed en zendt het alles terug naar den gouverneur vóór den 10 juni.

De rekening wordt vervolgens onderworpen aan de goedkeuring der bestendige afvaardiging, die eene beslissing neemt voor den 1 juli.

Drie der dubbels, vermeldende de beslissing der afvaardiging, worden onmiddellijk teruggezonden, het eene aan den bisschop en de twee andere aan de wederkeeriglijk belanghebbende besturen.

Het vierde dubbel wordt bewaard in de archieven der provincie.

Art. 9. In geval van reclamatie, 't zij van wege den bisschop of van den gouverneur, 't zij van wege de belanghebbende besturen of van den schatbewaarder, wordt er bij koninklijk gemotiveerd besluit gestatueerd.

Het verhaal moet gevormd worden binnen de dertig dagen der dagteekening van de terugzending der dubbels.

Art. 10. De schatbewaarder is verplicht, om als waarborg van zijn beheer te dienen, eenen borg te stellen waarvan het beloop en den aard geregeld zullen worden door den kerkbestuurraad op de grondslagen en volgens de wijze bepaald bij de artikelen 115 tot 120 der gemeentewet van 30 maart 1836.

De schatbewaarder wordt als openbare rekenplichtige beschouwd voor al de akten of feiten betrekking hebbende tot zijn financieel beheer.

Art. 11. Telken male dat er een nieuwe schatbewaarder is, wordt hem...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT