Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, de 23 décembre 2011

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2. Dit decreet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen.

Art. 3. In dit decreet wordt verstaan onder :

  1. afvalstof : elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Worden niet als afvalstoffen beschouwd :

    1. gasvormige effluenten die in de atmosfeer worden uitgestoten, en koolstofdioxide dat wordt afgevangen en getransporteerd met het oog op geologische opslag, en dat geologisch is opgeslagen overeenkomstig het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond;

    2. dierlijke mest als vermeld in het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;

    3. het al dan niet verontreinigde water dat wordt geloosd in een oppervlaktewater of in de openbare waterzuiveringsinfrastructuur; in deze context wordt de in-situbehandeling, met inbegrip van de ontwatering van het ter plaatse geproduceerde slib, die bedoeld is om dat water in overeenstemming te brengen met de milieuvoorwaarden die gelden voor de lozing, niet als een afvalstoffenverwerking aanzien;

    4. huishoudelijk en bedrijfsafvalwater dat overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 24 januari 1984 inzake het grondwaterbeheer en van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning indirect wordt geloosd in het grondwater;

    5. onuitgegraven bodem, met inbegrip van duurzaam met de bodem verbonden gebouwen;

    6. radioactieve afvalstoffen, voor zover ze niet als vrijgegeven afvalstoffen worden beschouwd als vermeld in het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en de Gewesten van 17 oktober 2002 met betrekking tot het beheer van vrijgegeven afvalstoffen;

  2. afvalstoffenhandelaar : iedere onderneming die als verantwoordelijke optreedt bij het aankopen en vervolgens verkopen van afval, met inbegrip van handelaars die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben;

  3. afvalstoffenmakelaar : iedere onderneming die ten behoeve van anderen de verwijdering of de nuttige toepassing van afvalstoffen organiseert, met inbegrip van makelaars die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben;

  4. afvalstoffenproducent : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens activiteiten afvalstoffen voortbrengen, zijnde de eerste afvalproducent, of eenieder die voorbehandelingen, vermengingen of andere bewerkingen verricht die leiden tot een wijziging in de aard of de samenstelling van die afvalstoffen;

  5. afvalstoffenverwerking : nuttige toepassing of verwijdering, met inbegrip van voorbereidende handelingen die aan nuttige toepassing of verwijdering voorafgaan;

  6. bedrijfsafvalstoffen : afvalstoffen die ontstaan ten gevolge van een industriële, ambachtelijke of wetenschappelijke activiteit, en de afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden bij een besluit van de Vlaamse Regering;

  7. beheren van afvalstoffen : het inzamelen, het tussentijds opslaan en overslaan, het vervoeren, het nuttig toepassen en het verwijderen van afvalstoffen, met inbegrip van het houden van toezicht op die handelingen en het uitvoeren van de nazorg voor de stortplaatsen na sluiting, en met inbegrip van activiteiten van afvalstoffenhandelaars of -makelaars;

  8. beste beschikbare technieken : beste beschikbare technieken als vermeld in artikel 1, 29°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning;

  9. bijzondere afvalstoffen : huishoudelijke, gevaarlijke, bedrijfsafvalstoffen of andere afvalstoffen die wegens hun aard, samenstelling, herkomst of verwerking een bijzondere regeling behoeven. De Vlaamse Regering kan bepalen welke afvalstoffen als bijzondere afvalstoffen worden beschouwd;

  10. de OVAM : de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, vermeld in artikel 10.3.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

  11. gemengd stedelijk afval : huishoudelijk afval, alsmede bedrijfs-, industrieel en institutioneel afval dat qua aard en samenstelling te vergelijken is met huishoudelijk afval, behoudens de in bijlage van beschikking 2000/532/EG onder 20 01 genoemde fracties die afzonderlijk aan de bron worden ingezameld, en de onder 20 02 van die bijlage genoemde andere afvalstoffen;

  12. gescheiden inzameling : de inzameling waarbij een afvalstroom gescheiden wordt naar soort en aard van het afval om een specifieke behandeling te vergemakkelijken;

  13. gevaarlijke afvalstoffen : afvalstoffen die een bijzonder gevaar voor de gezondheid van de mens of voor het milieu opleveren of kunnen opleveren of die in speciale inrichtingen verwerkt moeten worden. De Vlaamse Regering bepaalt welke afvalstoffen als gevaarlijke afvalstoffen worden beschouwd overeenkomstig de geldende Europese voorschriften;

  14. grondstofverklaring : een verklaring afgeleverd door de Vlaamse overheid waarin wordt gesteld dat een bepaald materiaal niet of niet meer als een afvalstof moet worden beschouwd, eventueel gekoppeld aan een aantal randvoorwaarden;

  15. hergebruik : elke handeling waarbij voorwerpen of componenten van voorwerpen die geen afvalstoffen zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor zij waren bedoeld;

  16. houder van afvalstoffen : de afvalstoffenproducent of de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de afvalstoffen in zijn bezit heeft;

  17. huishoudelijke afvalstoffen : afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden bij een besluit van de Vlaamse Regering;

  18. inzameling : het verzamelen van afvalstoffen, inclusief de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie;

  19. levenscyclusdenken : een benadering waarbij wordt gekeken naar de effecten die optreden tijdens de hele levenscyclus van een materiaal;

  20. lokale besturen : provincies, provinciebedrijven, gemeenten, gemeentebedrijven en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden;

  21. materiaal : elke stof die wordt of is ontgonnen, gewonnen, geteeld, verwerkt, geproduceerd, verdeeld, in gebruik genomen, afgedankt of opnieuw verwerkt, of elk voorwerp dat wordt geproduceerd, verdeeld, in gebruik genomen, afgedankt of opnieuw gebruikt, inclusief de daaruit ontstane afvalstoffen;

  22. materiaalkringloop : het geheel van opeenvolgende handelingen in een levenscyclus of stofstroom, gaande van de ontginning of winning en teelt, over de verwerking, de productie, de distributie, de opslag of overslag, het transport, het gebruik en hergebruik, de afdanking, de verwijdering en het eventueel opnieuw inzetten waarbij een of meer materialen, bedoeld of onbedoeld, worden doorgegeven van de ene fase in de levenscyclus naar een andere;

  23. nuttige toepassing : elke handeling met als voornaamste resultaat dat afvalstoffen een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere economie andere materialen te vervangen die anders voor een specifieke functie zouden zijn gebruikt, of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt, alsook de handelingen die als dusdanig worden bepaald door de Vlaamse Regering;

  24. preventie : maatregelen die worden genomen voordat een stof of voorwerp afvalstof is geworden, ter vermindering van :

    1. de hoeveelheid afvalstoffen, inclusief via het hergebruik van voorwerpen of de verlenging van de levensduur van voorwerpen;

    2. de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het milieu en de menselijke gezondheid;

    3. het gehalte aan schadelijke stoffen in stoffen en voorwerpen;

  25. recyclage : elke nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel. Dat omvat het opnieuw bewerken van organisch afval, maar het omvat niet energieterugwinning, noch het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal;

  26. verwijdering : iedere handeling die geen nuttige toepassing is, zelfs indien de handeling er in tweede instantie toe leidt dat stoffen of energie worden teruggewonnen, alsook de handelingen die als dusdanig worden bepaald door de Vlaamse Regering;

  27. voorbereiding voor hergebruik : elke nuttige toepassing die bestaat uit het controleren, schoonmaken of repareren, waarbij voorwerpen of componenten van voorwerpen die afvalstoffen zijn geworden, worden klaargemaakt zodat ze kunnen worden hergebruikt zonder dat verdere voorbehandeling nodig is.

    Art. 4. § 1. Dit decreet draagt bij aan het bereiken van de doelstellingen met betrekking tot duurzame ontwikkeling, als vermeld in artikel 7bis van de gecoördineerde Grondwet.

    § 2. De doelstelling van dit decreet is het vaststellen van maatregelen voor het tot stand brengen van materiaalkringlopen waarbij :

  28. de gezondheid van de mens en het milieu gevrijwaard worden tegen de schadelijke invloed van de productie en het beheer van afvalstoffen;

  29. de uitputting van hernieuwbare en niet-hernieuwbare hulpbronnen, de verspilling van materialen en energie in het algemeen en de schadelijke gevolgen voor mens en milieu, verbonden aan materiaalgebruik en -verbruik, worden tegengegaan.

    § 3. In het bijzonder worden in dit decreet maatregelen vastgesteld :

  30. waarbij steeds wordt gestreefd naar het beste resultaat voor milieu en gezondheid, rekening houdend met de effecten die optreden tijdens de volledige levenscyclus, en waarbij als prioriteitsvolgorde de volgende hiërarchie wordt gehanteerd :

    1. de preventie van afvalstoffen en een efficiënter en minder milieubelastend gebruik en verbruik van materialen via aangepaste productie- en consumptiepatronen;

    2. de voorbereiding van afvalstoffen voor hergebruik;

    3. de recyclage van afvalstoffen en de inzet van materialen in gesloten materiaalkringlopen;

    4. ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT