Decreet houdende verschillende dringende maatregelen inzake niet verplicht onderwijs (VERTALING). (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 19-04-2004 en tekstbijwerking tot 05-08-2005), de 3 mars 2004

TITEL I. - Universitair onderwijs.

HOOFDSTUK I. - Wijziging van het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden.

Artikel 1. Artikel 11 van het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden.

wordt gewijzigd als volgt :

  1. in § 1 wordt het volgende lid toegevoegd :

    " Die bepalingen zijn ook van toepassing op de studenten die houder zijn van de overeenstemmende bekwaamheidsbewijzen, uitgereikt door een universitaire instelling van de Vlaamse Gemeenschap, krachtens een beslissing van het bestuur van de universiteit en, in voorkomend geval, onder de door deze te bepalen aanvullende voorwaarden. ";

  2. in § 3 wordt het volgende lid toegevoegd :

    " Die bepaling is ook van toepassing op de studenten die houder zijn van de overeenstemmende bekwaamheidsbewijzen, uitgereikt door een instelling voor hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap of van de Duitstalige Gemeenschap. ";

  3. in § 4 wordt het volgende lid toegevoegd :

    " Het bestuur van de universiteit bepaalt de aanvullende voorwaarden waaronder die studenten toegang hebben tot de studies van de tweede cyclus. ";

  4. in § 6, worden de woorden " met toepassing van de §§ 1 tot 3 en 5 " vervangen door " met toepassing van de vorige paragrafen ". "

    Art. 2. Artikel 12 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met het volgende lid :

    " Die bepalingen zijn eveneens van toepassing op studenten die houder zijn van de overeenstemmende bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door een universitaire instelling van de Franse Gemeenschap, krachtens een beslissing van het bestuur van de universiteit en, in voorkomend geval, onder de aanvullende voorwaarden die het vaststelt. ";

    Art. 3. Artikel 13 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt :

  5. in het eerste lid, worden de woorden " die de cyclus basisstudies bekrachtigt waarop aanvullende studies betrekking hebben " vervangen door de woorden " die dezelfde cyclus basisstudie bekrachtigt ";

  6. na het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt :

    " Die bepalingen zijn eveneens van toepassing op de studenten die houder zijn van de overeenstemmende bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door een instelling voor hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap of van de Duitstalige Gemeenschap, krachtens een beslissing van het bestuur van de universiteit en onder de aanvullende voorwaarden die het vaststelt. "

    Art. 4. Artikel 14 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt :

  7. § 4 wordt aangevuld met het volgende lid :

    " Die bepaling is eveneens van toepassing op de studenten die houder zijn van de overeenstemmende bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door een universitaire instelling van de Vlaamse Gemeenschap of door een instelling voor hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap of van de Duitstalige Gemeenschap. ";

  8. de volgende paragraaf wordt toegevoegd :

    " § 6. In afwijking van de bepalingen van dat artikel, kan het bestuur van de universiteit, met het oog op de toegang tot gespecialiseerde studies, met uitzondering van de studies notariaat of magistratuur, tot grondige studies alsook tot studies en werkzaamheden in verband met de voorbereiding van een doctoraatsverhandeling die het vaststelt, beroepservaringen of persoonlijke verworvenheden bekrachtigen van studenten die niet de academische graad van de tweede cyclus bezitten maar die, op het einde van een evaluatieprocedure georganiseerd door het bestuur van de universiteit, het bewijs leveren van vaardigheden en kennis die voldoende zijn om die studie met succes te kunnen volgen. Het bestuur van de universiteit bepaalt de aanvullende voorwaarden waaronder die studenten tot die studies toegang hebben.

    Wanneer die aanvullende toegangsvoorwaarden betrekking hebben op een jaar voorafgaande vorming, wordt dat vormingsjaar beschouwd als het laatste jaar van een tweede cyclus.

    De bepaling van de studies waarop de uitzondering bedoeld in vorig lid van toepassing is, moet vooraf door de minister bevoegd voor het hoger onderwijs worden goedgekeurd, op collegiaal advies van de rectoren en na raadpleging van de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap. "

    Art. 5. In lid 5 van artikel 16 van hetzelfde decreet, worden de woorden " vanaf het academiejaar 1997-1998 kan niemand ingeschreven worden voor de studies " vervangen door de woorden " kan niemand voor deliberatie in aanmerking worden genomen door de examencommissie van een studiejaar ".

    In datzelfde lid, 2e zin, onderafdeling a), worden de woorden " vóór 1 april " ingevoegd tussen de woorden " daartoe georganiseerd " en de woorden " door één of meer universitaire instellingen "; het woord " georganiseerd " dat volgt, wordt geschrapt.

    In diezelfde zin, wordt onderafdeling b) aangevuld met de woorden " en § 3; ".

    HOOFDSTUK II. - Wijziging van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen.

    Art. 6. Artikel 48quater, § 2, van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen wordt gewijzigd als volgt :

  9. 3° van het tweede lid wordt opgeheven;

  10. in het derde lid, worden de woorden ", 1° en 2°, " geschrapt.

    HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat.

    Art. 7. Artikel 18 van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat wordt gewijzigd als volgt :

  11. in § 1, eerste lid, wordt een 8° toegevoegd, luidend als volgt :" 8° Hij bepaalt ook de organisatie van het academiejaar, dat dertig weken cursussen, werkzaamheden en oefeningen omvat, alsook de dagen schorsing van die werkzaamheden. ";

  12. in § 2, eerste lid, worden de woorden " De beslissingen bedoeld in § 1, 7° " vervangen door de woorden " de beslissingen bedoeld in § 1, 7° en 8° ".

    HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1967 houdende het algemeen reglement voor de rijksuniversiteiten en de rijksuniversitaire centra.

    Art. 8. De artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 23 oktober 1967 houdende het algemeen reglement voor de rijksuniversiteiten en de rijksuniversitaire centra worden opgeheven.

    TITEL II. - Hoger onderwijs buiten de universiteit en hogescholen.

    HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs.

    Art. 9. In artikel 17, § 1, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, worden de woorden " voor de praktijkmeester en de eerstaanwezend praktijkmeester in het hoger onderwijs georganiseerd in de hogescholen " ingevoegd na de woorden " hetzij in het toegepast onderwijs, ".

    HOOFDSTUK II. - Wijziging van het besluit van de Executieve van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel, van het maatschappelijk personeel der inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en hoger onderwijs buiten de universiteit van de Franse Gemeenschap en de ambten der personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen.

    Art. 10. In artikel 6, F, a), van het besluit van de Executieve van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel, van het maatschappelijk personeel der inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en hoger onderwijs buiten de universiteit van de Franse Gemeenschap en de ambten van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, gedurende de periode van 1 september 1966 tot 31 augustus 1996, wordt een punt 1bis ingevoegd na punt 1, luidend als volgt :

    " 1bis. praktijkdocent; ".

    HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs.

    Art. 11. Artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, wordt, gedurende de periode van 1 september 1993 tot 31 januari 1999, gewijzigd als volgt :

  13. in § 2 worden de woorden " in bepaalde leervakken die de Koning bepaalt na advies van de bevoegde Hoge Raad " geschrapt;

  14. in § 4, worden de woorden " op advies van de Vaste Raad voor het Hoger Onderwijs " vervangen door de woorden " op advies van de door de Regering opgerichte Commissie ";

  15. er wordt een § 4bis ingevoegd, luidend als volgt :

    " § 4bis. Niemand kan tot technisch assistent worden benoemd als hij niet de erkenning van zijn beroepsbekendheid in verband met het(de) leervak(ken) heeft gekregen. Die bekendheid wordt door de minister van Nationale Opvoeding erkend op de voordracht van de Vaste Hoge Raad. Niemand kan het voormelde ambt tijdelijk uitoefenen, als hij niet houder is van een diploma van het hoger onderwijs van de eerste graad in verband met het(de) leervak(ken). "

    HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen.

    Art. 12. Artikel 22, § 1, 1°, van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen wordt vervangen door de volgende bepaling : " 1° een getuigschrift van hoger secundair onderwijs uitgereikt vanaf het schooljaar 1993-1994 door een inrichting voor secundair onderwijs met volledig leerplan of voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap en gehomologeerd door de gepaste Commissie, of één zelfde getuigschrift uitgereikt vanaf...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT