15 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 40, zesde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 27 september 2001 en op 17 januari 2002;

Overwegende dat het advies van de adviesraad van burgemeesters niet binnen de gestelde termijn werd verstrekt en er om geen verlenging werd gevraagd; dat er derhalve aan voorbij wordt gegaan;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de noodzaak om na de vernietiging van het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone de rechtszekerheid zo snel mogelijk te herstellen, gezien de verdeelsleutel tussen de gemeenten van de meergemeentenzone, bij gemis aan onderlinge overeenstemming, dient te worden bepaald om de begrotingen van de gemeenten en de politiezones correct te kunnen vaststellen;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder « KUL-norm » verstaan : het cijfer dat naast de naam van de gemeente is vermeld in bijlage II bij dit besluit, en dat bekomen is als resultaat van de herverdeling over de gemeenten van het totale lokale operationele politie-effectief, volgens de berekeningswijze beschreven in bijlage I bij dit besluit.

Art. 2. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4, wordt het percentage van het aandeel van elke gemeente in de globale gemeentelijke dotatie bepaald in onderling akkoord tussen de verscheidene gemeenteraden.

Art. 3. Indien de gemeenteraden van de meergemeentenzone niet tot een akkoord komen, wordt, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4, het percentage met de volgende factoren bepaald:

  1. de KUL-norm;

  2. het gemiddeld belastbaar inkomen per inwoner van de gemeente, van 1999;

  3. het gemiddeld kadastraal inkomen in de schoot van de gemeente, van 1999.

Deze factoren worden gepondereerd als volgt: 6, 2, 2.

Het in het eerste lid bedoelde percentage wordt overeenkomstig bijlage II bij dit besluit bepaald voor de jaren 2002 tot en met 2005.

Art. 4. Met uitzondering van de kredieten voor burgerpersoneel dat niet ingedeeld is bij de politiezone, wordt de toelage die een gemeente in 2001 heeft ontvangen krachtens het gedeelte politie van een veiligheidscontract afgetrokken van de dotatie van die gemeente aan de politiezone, behoudens andersluidende eenstemmige beslissing van de gemeenteraden van de politiezone.

De aftrek waarvan sprake is in het eerste lid komt overeenkomstig de artikelen 2 of 3 ten laste van de andere gemeenten van de zone.

Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 24 november 2001.

Art. 6...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT