3 FEBRUARI 2003. - Wet houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de personeelsleden van het onderwijs

Art. 2. Artikel 15 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, vervangen door de wet van 20 juli 1991, wordt vervangen door de volgende bepaling :

Art. 15. In afwijking van artikel 8, § 1, wordt naar rata van 1/55 van de referentiewedde aangerekend, elk jaar dienst verricht aan :

1° de voorbereidende divisie van de Koninklijke Militaire School;

2° De School voor rijkswachtofficieren in de hoedanigheid van taalleraar.

Art. 3. In dezelfde wet wordt een artikel 16bis ingevoegd, luidende :

« Art. 16bis. In afwijking van artikel 8, § 1, wordt elk jaar dienst verricht als lid van het wetenschappelijk personeel van de Universiteit van Luik, van de Universiteit van Bergen, van de Faculteit der Landbouwkundige Wetenschappen te Gembloers en van de « Fondation universitaire luxembourgeoise » aangerekend naar rata van 1/55 van de referentiewedde. »

Art. 4. In artikel 1 van de wet van 16 juni 1970 betreffende de bonificaties wegens diploma's inzake pensioenen van de leden van het onderwijs, aangevuld bij de wet van 20 juli 1977, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de woorden « De bepalingen van deze wet zijn van toepassing op : » worden vervangen door de woorden « Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 3 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, zijn de bepalingen van deze wet van toepassing op de rustpensioenen die uitsluitend naar rata van de tantièmes 1/48, 1/50, 1/55 of 1/60 worden berekend en die worden verleend aan : »;

  2. het eerste lid wordt aangevuld als volgt :

    5° de taalleraars aan de School voor rijkswachtofficieren;

    6° de personen die recht hebben op een pensioen ten laste van de Openbare Schatkist overeenkomstig de bepalingen van de wet van 4 augustus 1986 tot regeling van de oppensioenstelling van de leden van het onderwijzend personeel van het universitair onderwijs en tot wijziging van andere bepalingen van de onderwijswetgeving;

    7° de leden van het wetenschappelijk personeel van de universitaire instellingen.

    ;

  3. er wordt een tweede lid ingevoegd, luidende :

    De tantièmes die voordeliger zijn dan die bepaald in het eerste lid kunnen vervangen worden door het tantième 1/55 om het in deze wet bepaalde bonificatievoordeel te verkrijgen.

    Art. 5. Artikel 4, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 15 mei 1984, 18 juli 1990 en 21 mei 1991, wordt aangevuld met het volgende lid :

    Deze paragraaf is niet van toepassing op de diploma's van het dagonderwijs met volledig leerplan.

    Art. 6. Artikel 1 van de wet van 21 juni 1985 betreffende het onderwijs wordt aangevuld met het volgende lid :

    Voor de vereffening van het rustpensioen wordt elk jaar dienst verricht als lid van het wetenschappelijk personeel aangerekend naar rata van 1/55 van de referentiewedde.

    Art. 7. Artikel 6bis van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 21 mei 1991, wordt vervangen door de volgende bepaling :

    « Art. 6bis. De last van het rust- of overlevingspensioen verbonden aan de diensten die vóór 1 januari 1986 werden gepresteerd als lid van het wetenschappelijk personeel van de « Faculté polytechnique de Mons » en die aanleiding hebben gegeven tot de aansluiting van betrokkene bij de Provinciale Pensioenkas van de Provincie Henegouwen, wordt door die kas gedragen overeenkomstig de bepalingen van artikel 13 van de wet van 14 april 1965 tot vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden pensioenregelingen van de openbare sector. Deze bepaling is van toepassing zelfs indien voormelde diensten in tijdelijk verband verricht werden vóór de vaste benoeming. »

    Art. 8. Het opschrift van Hoofdstuk II van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

    HOOFDSTUK II. - Pensioenregeling, administratief statuut en bezoldigingsregeling van de leden van het wetenschappelijk, administratief en technisch personeel van de Universiteit Antwerpen, van de Universitaire Instelling Antwerpen en van het Universitair Centrum Limburg

    Art. 9. In artikel 10 van dezelfde wet worden de woorden « leden van het wetenschappelijk, administratief en technisch personeel van de Universitaire Instelling Antwerpen en van het Universitair Centrum Limburg » vervangen door de woorden « leden van het wetenschappelijk, administratief en technisch personeel van de Universiteit Antwerpen, van de Universitaire Instelling Antwerpen en van het Universitair Centrum Limburg ». »

    Art. 10. Artikel 11, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid :

    Voor de vereffening van het rustpensioen wordt elk jaar dienst verricht als lid van het wetenschappelijk personeel aangerekend naar rata van 1/55 van de referentiewedde.

    Art. 11. § 1. Een hoofdstuk IIbis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :

    HOOFDSTUK IIbis. - Pensioenregeling van de leden van het wetenschappelijk personeel en de leden van het administratief en technisch personeel van de Universiteit Gent en van het Universitair Centrum Antwerpen

    Art. 15bis. De leden van het wetenschappelijk personeel en de leden van het administratief en technisch personeel van de Universiteit Gent en van het Universitair Centrum Antwerpen die bekleed zijn met een vaste of een door of krachtens een wet of een decreet daarmee gelijkgestelde benoeming en die bezoldigd worden ten laste van de door de Staat of de Vlaamse Gemeenschap toegekende werkingstoelagen, genieten de regeling inzake rustpensioenen die van toepassing is op de ambtenaren van het Algemeen Rijksbestuur.

    De krachtens dit hoofdstuk verleende rustpensioenen zijn ten laste van de Openbare Schatkist.

    § 2. Artikel 15bis van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid :

    Voor de vereffening van het rustpensioen wordt elk jaar dienst verricht als lid van het wetenschappelijk personeel aangerekend naar rata van 1/55 van de referentiewedde.

    Art. 12. Een hoofdstuk IIter, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :

    HOOFDSTUK IIter. - Diensten verricht als lid van het assisterend academisch personeel van een universiteit in de Vlaamse Gemeenschap

    Art. 15ter. Voor de vereffening van het rustpensioen ten laste van de Openbare Schatkist wordt elk jaar dienst verricht als lid van het assisterend academisch personeel van een universiteit bedoeld in artikel 3 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, aangerekend naar rata van 1/55 van de referentiewedde.

    Art. 13. In artikel 1 van de wet van 4 augustus 1986 tot regeling van de oppensioenstelling van de leden van het onderwijzend personeel van het universitair onderwijs en tot wijziging van andere bepalingen van de onderwijswetgeving, gewijzigd bij de wet van 16 maart 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  4. in de bepaling onder 1° worden tussen de woorden « Staat » en « bedoelde » de woorden « en in het bijzonder decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 26 juni 1991 betreffende de Universiteit Gent en het Universitair Centrum Antwerpen » ingevoegd;

  5. in de bepaling onder 3° wordt vervangen door de volgende bepaling :

    3° de leden van het burgerlijk onderwijzend personeel van de Krijgsschool, het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie en de faculteiten van de Koninklijke Militaire School;

    ;

  6. in de bepaling onder 4° wordt aangevuld als volgt : « - de Universiteit Antwerpen »;

  7. het artikel wordt aangevuld met het volgende lid :

    Wat de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap betreft, worden de leden van het zelfstandig academisch personeel bedoeld in het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap als leden van het onderwijzend personeel beschouwd.

    Art. 14. Artikel 5, § 3, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :

    § 3. Het rustpensioen wordt vereffend naar rata van :

    1° 1/30 van de referentiewedde voor elk jaar dienst verricht in de hoedanigheid van hoogleraar, gewoon hoogleraar, buitengewoon hoogleraar of geassocieerd hoogleraar;

    2° 1/55 voor elk jaar dienst verricht als lid van het onderwijzend personeel van het universitair onderwijs in een andere hoedanigheid dan die bepaald in 1°;

    3° het tantième vastgesteld door de van kracht zijnde wetten wat de andere aanneembare diensten betreft.

    In afwijking van het eerste lid, 2° :

    1) worden de diensten gepresteerd in de hoedanigheid van docent, geassocieerd docent, hoofddocent of van titularis van een gelijkwaardige graad in een vrije universiteit door de leden van het Nederlandstalig universitair onderwijs in aanmerking genomen naar rata van het tantième 1/30, indien zij vóór 1 oktober 1991 diensten hebben gepresteerd in de hoedanigheid van docent, geassocieerd docent of van titularis van een gelijkwaardige graad in een vrije universiteit;

    2) worden de diensten gepresteerd in de hoedanigheid van hoofddocent door de leden van het Nederlandstalig universitair onderwijs in aanmerking genomen naar rata van het tantième 1/30, indien zij in die hoedanigheid diensten hebben gepresteerd vóór 1 januari 2003;

    3) worden de diensten gepresteerd in de hoedanigheid van docent, geassocieerd docent of van titularis van een gelijkwaardige graad in een vrije universiteit door de leden van het Franstalig universitair onderwijs in aanmerking genomen naar rata van het tantième 1/30, indien zij in die hoedanigheid diensten hebben gepresteerd vóór 1 januari 2003;

    4) worden de diensten gepresteerd in de hoedanigheid van docent door de leden van het onderwijzend personeel van de Krijgsschool, het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie of de faculteiten van de Koninklijke Militaire...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT