6 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 december 2002;

Gelet op de wet van 22 maart 1999 houdende diverse maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op de artikelen 25, 26 en 36;

Gelet op de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, inzonderheid op artikel 2, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid artikel 20, vervangen door het koninklijk besluit van 11 april 2005 en artikel 28ter, § 1, derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 februari 1985 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 maart 1993, 19 november 1998 en 12 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 augustus 1973, 13 september 1979, 26 januari 1984, 13 juli 1987, 25 november 1993, 14 september 1994, 17 maart 1995, 31 maart 1995, 10 april 1995, 6 februari 1997, 15 september 1997, 19 november 1998, 26 april 1999, 13 mei 1999, 18 oktober 2001, 5 september 2002, 14 oktober 2002, 4 augustus 2004 en 10 augustus 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 april 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest, inzonderheid op artikel 14, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2003;

Overwegende dat de passende maatregelen moeten worden genomen die de aanwerving van personen met een handicap in de federale overheidsdiensten moeten concretiseren; dat het hiertoe noodzakelijk is het begrip persoon met een handicap' te definiëren en de modaliteiten te verduidelijken die hun selectie moeten regelen;

Overwegende dat de federale administratie sedert enkele jaren een moderniseringsproces doormaakt om haar performanter te maken en dat zij zich, net zoals iedere andere organisatie, in een context bevindt waarin de technologieën en de functies steeds sneller veranderen;

Overwegende dat het dus belangrijk is aan de federale administratie de nodige middelen te geven om een antwoord te geven op de uitdagingen die zij moet aangaan;

Overwegende dat het dus opportuun is de kennis in aanmerking te nemen die werd opgedaan door sommige personeelsleden van de federale administratie in haar midden en te vermijden dat deze kennis voor haar een onproductieve investering wordt;

Overwegende bijgevolg dat er een meerwaarde moet bewaard worden, te weten de investering gerealiseerd inzake opleiding en dit om alzo de deskundigheid te bewaren die verworven is door sommige personeelsleden binnen de organisatie van het federaal bestuur;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 juli 2005;

Gelet op het protocol nr. 532 van 13 juli 2005 van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT