8 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot vaststelling van een federale bijdrage bestemd voor de financiering van bepaalde openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de aardgasmarkt en van het koninklijk besluit van 23 oktober 2002 betreffende de openbare dienstverplichtingen in de aardgasmarkt

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 15/11, § 1, zesde lid, ingevoegd bij de programmawet (I) van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot vaststelling van een federale bijdrage bestemd voor de financiering van bepaalde openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de gasmarkt en van het koninklijk besluit van 23 oktober 2002 betreffende de openbare dienstverplichtingen in de aardgasmarkt;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 2002 betreffende de openbare dienstverplichtingen in de aardgasmarkt;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 januari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 februari 2003;

Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en Gas, gegeven op 27 maart 2003;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat sinds de inwerkingtreding, met ingang van 10 januari 2003, van het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de aardgasmarkt, er gelijktijdig twee toeslagen worden geïnd op de tarieven voor het vervoer van gas : de federale bijdrage ingesteld door voormeld koninklijk besluit van 24 maart 2003 en de toeslag geïnd krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 23 oktober 2002 betreffende de openbare dienstverplichtingen in de aardgasmarkt; dat deze laatste toeslag overeenstemt met het deel van de federale bijdrage bestemd voor de gedeeltelijke financiering van de sociale maatregelen voorzien door de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering; dat de Raad van State in zijn advies nr 34.969/1 deze toestand als verwarringstichtend heeft bestempeld; dat het de bedoeling van de wetgever was, door het uitvaardigen van artikel 434 van de programmawet (I) van 24 december 2002, alle toeslagen samen te smelten tot één enkele federale bijdrage waarvan de opbrengst...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT