8 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt en van het koninklijk besluit van 11 oktober 2002 met betrekking tot de openbare dienstverplichtingen in de elektriciteitsmarkt

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op de artikelen 12, § 5, en 21, gewijzigd door de programmawet (I) van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 oktober 2002 met betrekking tot de openbare dienstverplichtingen in de elektriciteitsmarkt;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 januari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 februari 2003;

Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en Gas, gegeven op 27 maart 2003;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat sinds de inwerkingtreding, met ingang van 10 januari 2003, van het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt, er gelijktijdig twee toeslagen worden geïnd op de tarieven voor het vervoer van elektriciteit : de federale bijdrage ingesteld door voormeld koninklijk besluit van 24 maart 2003 en de toeslag geïnd krachtens artikel 7 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2002 met betrekking tot de openbare dienstverplichtingen in de elektriciteitsmarkt; dat deze laatste toeslag overeenstemt met het deel van de federale bijdrage bestemd voor de gedeeltelijke financiering van de sociale maatregelen voorzien door de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering; dat de Raad van State in zijn advies nr 34.970/1 deze toestand als verwarringstichtend heeft bestempeld; dat het de bedoeling van de wetgever was, door het uitvaardigen van artikel 432 van de programmawet (I) van 24 december 2002, alle toeslagen samen te smelten tot één enkele federale bijdrage waarvan de opbrengst over verschillende fondsen zou worden verdeeld; dat deze doelstelling niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT