26 MAART 1999. - Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques tot uitvoering van hoofdstuk II, afdeling VIII van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikelen 50 tot 54;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 februari 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 maart 1999;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de aankondiging van de maatregel van de dienstencheques ingevolge de parlementaire besprekingen voor gevolg heeft dat de activiteiten in de betrokken sector verminderen gegeven het feit dat de klanten wachten om te kunnen genieten van deze nieuwe maatregel vooraleer binnenhuis schilder- of behangwerken te laten uitvoeren ; dat deze situatie dreigt ernstig schadelijk te worden voor de continuïteit van de betrokken ondernemingen ; dat de Regering dientengevolge beslist heeft dat de maatregel van de dienstencheques zo vlug mogelijk in werking moet treden meer bepaald op 1 april 1999 en dat de gebruikers, de bedrijven en de betrokken administraties zonder verwijl van de uitvoeringsmodaliteiten dienen op de hoogte gebracht;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de wet : van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actie plan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, hoofdstuk II, afdeling VIII betreffende de dienstencheques;

  2. de RVA : Rijksdienst voor arbeidsvoorziening bedoeld in artikel 7 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;

  3. het PWA : het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap bedoeld in artikel 8 van de voormelde besluitwet van 28 december 1944;

  4. de uitgever: de door de RVA aangewezen uitgever van de dienstencheques;

  5. de gebruiker : de natuurlijke persoon die wenst te genieten van de financiële tegemoetkoming;

  6. de onderneming: de geregistreerde onderneming bedoeld bij artikel 50, 2° van de wet; aan de voorwaarde geregistreerd te zijn moet voldaan worden, zowel op het tijdstip van de inschrijving van de onderneming overeenkomstig artikel 3 als op het tijdstip van het sluiten van het ondernemingscontract;

  7. de tegemoetkoming : de financiële tegemoetkoming bedoeld in artikel 51 van de wet;

  8. de werken : de werken bedoeld in artikel 51 van de wet, zijnde de binnenhuiswerken van schilderen en behangen, uitgevoerd in de hoofdverblijfplaats van de gebruiker, met uitsluiting van de plaatsen voor professioneel gebruik.

    HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen en inschrijving

    Art. 2. De gezamenlijke maximale tegemoetkoming bedraagt in hoofde van de bewoners van een hoofdverblijfplaats 40 000 frank per kalenderjaar.

    Deze tegemoetkoming wordt onder toezicht van de RVA toegekend onder de vorm van een dienstencheque die door de gebruiker wordt aangeschaft bij de uitgever. De tegemoetkoming die wordt uitbetaald op grond van een dienstencheque heeft betrekking op het kalenderjaar waarin de uitgever de betaling van de gebruiker voor de betreffende dienstencheque ontvangt.

    De tegemoetkoming wordt slechts verleend indien de werken niet in onderaanneming worden verricht.

    Art. 3. De onderneming die de werken wil uitvoeren en voor de betaling gebruik wil maken van de regeling der dienstencheques, moet zich laten inschrijven bij de uitgever door het betalen van een inschrijvingsrecht van 1 000 frank, BTW niet inbegrepen. De uitgever maakt voor de voormelde betaling een factuur over aan de onderneming, vermeldend het inschrijvingsnummer. De inschrijving geldt voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT