Koninklijk besluit met betrekking tot de leden van de diensten voor beleidsondersteuning bij de federale politie., de 2 mars 2007

Artikel 1. De medewerker van de dienst voor beleidsondersteuning van de commisseraal of van een directeur-generaal wordt gekozen omwille van zijn expertise, in principe voor de duur van het mandaat van diegene die hem koos.

De medewerker die vóór zijn aanwijzing geen personeelslid is, wordt contractueel aangeworven bij de federale politie. Een eventuele latere statutarisering binnen de politiediensten is onderworpen aan het slagen in de wettelijke en reglementaire voorgeschreven proeven in het raam van de aanwerving.

Art. 2. Het personeelslid van de federale politie wordt aangewezen overeenkomstig de herplaatsingsregels en mits zijn voorafgaand akkoord.

Het personeelslid van de lokale politie wordt aangewezen op grond van een onderling akkoord tussen hem zelf, de burgemeester of het politiecollege en, naar gelang van het geval, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal.

De persoon die vóór zijn aanwijzing geen personeelslid is, wordt aangewezen op grond van een onderling akkoord tussen haar zelf en, naar gelang van het geval, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal.

Art. 3. De commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal alsmede het statutair personeelslid kunnen de aanwijzing voor de dienst voor beleidsondersteuning beëindigen mits een opzegtermijn van één maand, behoudens een conventioneel bepaalde kortere opzegtermijn.

Art. 4. Voor de duur van zijn aanwijzing geniet de medewerker van de dienst voor beleidsondersteuning een jaartoelage van 3.402,84 EUR of, zo hij niet tot het kader van officieren of van niveau A behoort, van 2.381,98 EUR. Deze toelage wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald. De maandtoelage is gelijk aan 1/12de van het jaarbedrag. Het mobiliteitsstelsel van toepassing op de wedden van het personeel van de ministeries is van toepassing op die toelage. Zij wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.

De bepalingen van artikel XI.II.17, § 3, RPPol zijn mutatis mutandis van toepassing op deze toelage.

Art. 5. Voor de duur van zijn aanwijzing valt het personeelslid van de lokale politie onder de toepassing van de bepalingen van Titel I, Hoofdstukken V en VI van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van de personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen.

Art. 6...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT