Deontologische code van de erkende bemiddelaars van 16 december 2020 Toepassingsveld Artikel 1. Deze deontologische code is van toepassing op eenieder die de titel van erkend bemiddelaar draagt in

Deontologische code van de erkende bemiddelaars van 16 december 2020

Toepassingsveld

Artikel 1. Deze deontologische code is van toepassing op eenieder die de titel van erkend bemiddelaar draagt in de zin van artikel 1726 van het Gerechtelijk Wetboek.

Art. 2. De bepalingen van deze code hebben tot doel het publiek te beschermen en de kwaliteit van de diensten, gepresteerd door de houders van de titel van erkend bemiddelaar te waarborgen.

In het kader van zijn professionele activiteit, mag de erkend bemiddelaar geen daden stellen die de waardigheid en de integriteit van het beroep in het gedrang kunnen brengen. De code strekt er niet toe handelingen te bestraffen die geen verband houden met de professionele activiteit van de bemiddelaar of die zonder gevolgen zijn ten aanzien van die activiteit.

Er kan van de bepalingen van deze code niet afgeweken worden.

Definities

Art. 3. Voor de toepassing van deze code wordt verstaan onder:

* Bemiddeling : de bemiddeling in de zin van artikel 1723/1 van het Gerechtelijk Wetboek;

* Bemiddelaar : de erkend bemiddelaar zoals bedoeld in artikel 1726, § 1/1, van het Gerechtelijk Wetboek;

* Instelling : een instelling die opleidingen in bemiddeling verschaft in de zin van artikel 1727, § 2, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek;

* Commissie: de commissie voor de tuchtregeling en klachtenbehandeling of haar college;

* Adviseur : persoon die tijdens een bemiddeling een van de partijen bijstaat.

Voorafgaand aan de bemiddeling

EERSTE CONTACTEN

Art. 4. § 1. Bij het eerste contact zal de bemiddelaar de relevantie van het aanvatten van de bemiddeling beoordelen, terwijl hij slechts de informatie verzamelt die noodzakelijk is om zich een algemeen beeld te kunnen vormen van de aard van het geschil.

De bemiddelaar zal erop toezien om geen opmerkingen te maken die kunnen worden geïnterpreteerd als een advies aan de partij die contact met hem opneemt.

§ 2. Bemiddelaars die ook een ander, al dan niet gereglementeerd beroep uitoefenen, dienen er in het bijzonder op toe te zien dat er geen sprake is van rolvermenging.

§ 3. Indien het eerste contact, slechts met één van de partijen heeft plaatsgevonden, vergewist de bemiddelaar zich er na afloop van dat de andere partij(en) instem(men) met de bemiddeling en de keuze van de bemiddelaar. Dit akkoord dient aan alle betrokken partijen schriftelijk te worden bevestigd.

Art. 5. De bemiddelaar zorgt ervoor dat de partijen geïnformeerd worden over de mogelijkheid om zich tijdens de bemiddelingssessies door een adviseur te laten bijstaan.

De bemiddelaar mag een partij niet verbieden zich te laten bijstaan door een adviseur.

Evenwel, is de bemiddelaar niet verplicht te werken met adviseurs indien hij dit niet opportuun acht. In dat geval, informeert hij de partijen over het feit dat hij liever niet met adviseurs werkt en suggereert hij hen zich te wenden tot een andere erkende bemiddelaar. Desgevallend, laat hij hen weten waar ze de lijst van erkende bemiddelaars kunnen vinden op de website van de Federale bemiddelingscommissie. Op gezamenlijk verzoek van de partijen, mag hij hen ook een erkende bemiddelaar aanraden.

SPECIFIEKE VAARDIGHEDEN EN ORGANISATIE VAN DE BEMIDDELING

Art. 6. De bemiddelaar zal op grond van zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT