10 MEI 2006. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de deontologische code van de politiediensten

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Met de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, werd resoluut gekozen voor een nieuwe aanpak van de politie. Er werden vooreerst veel inspanningen geleverd om de continuïteit van de dienstverlening aan de burger te garanderen. Een eerste grote concrete stap in de integratie van de politiediensten was de start van de federale politie op 1 januari 2001. Met de oprichting van de lokale politie op 1 januari 2002 was de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, een feit.

Hervormingen in grote organisaties hebben steevast een effect op zowel de structuur, de te volgen procedures maar ook op de cultuur van de instelling en de mentaliteit van de leden ervan.

Met het opstellen van de deontologische code bevinden we ons duidelijk op het vlak van de cultuur. Deze bestaat uit verschillende componenten zoals onder meer de waarden, normen, doelstellingen, verwachtingen, gedragingen en symbolen. Om de cultuur van de politiediensten dynamisch en in de gewenste zin te laten evolueren, werden er al in verschillende domeinen initiatieven genomen.

Voorbeelden hiervan zijn : de integriteitscampagne als één van de prioritaire doelstellingen van het eerste nationaal veiligheidsplan, de realisatie van een nieuw tuchtstatuut voor de leden van de politiediensten, de aanpassing van de criteria en de nadere regels van de rekrutering en de selectie, de herziening van de opleiding in al haar facetten (basisopleiding, voortgezette opleiding, functionele opleiding en promotieopleiding), de creatie van de visuele identiteit als een zichtbare uiting van de veranderende cultuur, alsmede de groeiende aandacht voor diversiteit en gelijkheid van kansen.

Het uitwerken van de deontologische code is een nieuwe bijdrage om de interne cultuurdynamiek voort te zetten.

In dit opzicht is de eerste vraag die rijst : "Waarom een deontologische code voor de politiediensten ?"

Wat de inhoud betreft, vergen de verschillende zowel internationale als nationale teksten, waaronder het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (1950) of de Belgische Gecoördineerde Grondwet (1994), een concretisering van de principes en normen die het optreden van de politie in een democratische Staat schragen.

Deze code past dus zonder enig voorbehoud in het raam van de aanbevelingen en internationale instrumenten inzake de Rechten van de Mens.

De recente Europese Code inzake politie-ethiek (Aanbeveling Rec (2001)10 van het comité van de Ministers van de Raad van Europa van 19 september 2001) versterkt verder deze noodzaak op het vlak van de Belgische politie. Deze tekst, van 66 artikelen, zet de krijtlijnen uit in het domein van de politiewerking voor de verschillende lidstaten van de Raad van Europa. Het is een leidraad om een eigen code op te stellen aangepast aan de context van elk land.

Wat de nationale regelgeving betreft, vinden we de formele verplichting om een deontologische code op te stellen, terug in artikel 50 van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten.

Daarnaast geven de wet op het politieambt en de wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, alsook andere reglementaire bepalingen die voorzien in een duidelijker kader voor de uitvoering van de politieopdrachten, reeds antwoorden op bepaalde deontologische vragen.

De bij dit besluit vastgestelde deontologische code ligt in het verlengde van voormelde internationale en nationale bronnen. Concreet is deze code de normatieve uitvoering van artikel 50 van voormelde wet van 26 april 2002, met een reglementaire draagwijdte die hij vermag te hebben : dit is nu, na het advies van de Raad van State nr. 39.515/2 van 21 december 2005 en na het arrest van het Arbitragehof nr. 2/2004 van 14 januari 2004, voor iedereen wel duidelijk. In die zin werd dan ook gevolg gegeven aan het advies van de Raad van State m.b.t. de juiste "aard" van het ontwerpbesluit.

Men moet er zich langs de andere kant wel voor hoeden om het door de wetgever beoogde doel niet te missen. Artikel 51, in fine, van voormelde wet van 26 april 2002 dat stelt dat elk personeelslid van de politiediensten onderworpen is aan de deontologische code en er individueel één exemplaar van ontvangt, beoogt meer dan alleen die materiële maatregel van afgifte. De bedoeling van de wetgever is om alle personeelsleden een begrijpelijke en overzichtelijke code ter hand te stellen : één geheel van deontologische bepalingen dus. Immers, in het bos van fragmentaire teksten van verschillend normatief niveau zou niemand zich nog terugvinden. Vandaar dat hogere rechtsnormen in de code geïntegreerd blijven. Gelet op het advies van de Raad van State werd er evenwel over gewaakt dat die, waar mogelijk, exact worden overgenomen met bijkomend een verwijzingstechniek die de lees- en begrijpbaarheid van de code niet schaadt.

Het voordeel van deze aanpak is dat de personeelsleden, in de belangrijke en "delicate" materie die de deontologie toch uitmaakt, één referentietekst hebben die voor hen toegankelijk en begrijpbaar is. Op die wijze geeft de overheid duidelijk aan wat van de personeelsleden wordt verwacht, welke hun rechten en plichten zijn en wat zij al dan niet vermogen te doen : een maatregel van behoorlijk bestuur gegrond op voormeld artikel 51.

Die aanpak verschaft bovendien niet alleen transparantie t.o.v. de personeelsleden van de politiediensten, maar ook ten overstaan van derden. In de voor hen even toegankelijke en begrijpelijke tekst van de code, zullen zij kunnen terugvinden welke de deontologische bakens van de politiewerking zijn en zullen zij kunnen afwegen of tegenover hen al dan niet correct werd opgetreden. Dit past volledig in actuele concepten zoals de openheid naar de bevolking toe en de nagestreefde accountibility. Het zal bijdragen tot ofwel de accuraatheid van eventuele klachten van burgers of overheden, dan wel tot het vermijden van zinloze klachten.

Bij de redactie van de code werd trouwens uitgegaan van zowel kwalitatieve analyses van de klachten als van de aanbevelingen uitgaande van de controle- en inspectieorganen van de politiediensten en van de bevoegde tucht- en voogdijoverheden, onder meer op het vlak van de transparantie van de administratie en de zin voor dienstverlening.

Zo opgevat en uitgebouwd is de deontologische code ook bij uitstek een hefboom om de integratie tussen de verschillende politieculturen te bewerkstelligen en het eenheidsstatuut van de personeelsleden adequaat toe te passen.

Voor wie is de deontologische code bestemd ?

De deontologische code is van toepassing op alle personeelsleden van de geïntegreerde politie, ongeacht of zij deel uitmaken van het operationeel of van het administratief en logistiek kader, of zij statutaire personeelsleden zijn of bij een arbeidsovereenkomst in dienst zijn genomen.

De code is eveneens van toepassing op die personeelsleden die reeds een eigen deontologische code hanteren gegeven hun bijzondere beroepskwalificaties.

De code is, zoals reeds hoger vermeld, ook van belang voor de externe partners van de politie. Zo kunnen de burgers, de politieke verantwoordelijken, de gerechtelijke en bestuurlijke overheden evenals de andere partners in het veiligheidsbeleid op een duidelijke wijze kennis nemen van wat zij kunnen of moeten verwachten van een politiedienst.

Daarnaast hebben ook de controle- en inspectiediensten, de tuchtoverheden en de vakverenigingen er alle belang bij te beschikken over een document waarin het voor de leden van de politie na te leven referentiekader wordt uiteengezet.

Welke zijn de kenmerken van de deontologische code ?

Er is noch geopteerd voor een charter dat enkel de voornaamste principes in zeer algemene bewoordingen zou weergeven, noch voor een document waarin elke gedraging, procedure of regel tot in het kleinste detail zou beschreven zijn. De code situeert zich op een intermediair niveau, tussen beide opties en binnen de grenzen van artikel 50 van voormelde wet van 26 april 2002.

De code bepaalt op een vrij concrete en evenwichtige wijze de plichten en de rechten van diegenen op wie hij van toepassing is.

Om de verantwoordelijkheden en de voorbeeldfunctie van de leidinggevenden te benadrukken, werd aan de rol van deze laatsten veel aandacht besteed.

Daarnaast werden niet enkel de individuele maar ook de collectieve belangen beklemtoond.

Omdat meer dan 20 % van de tuchtvervolgingen van de leden van de politiediensten haar oorsprong vindt in gedrag buiten de uitoefening van hun ambt, worden ook een aantal handelingen belicht die betrekking hebben op het privé-leven.

Vermits het statuut op een aantal punten voor de leden van het operationeel kader verschilt van dat voor het administratief en logistiek kader, werden de rechten en de plichten van beide kaders, daar waar nodig, duidelijk onderscheiden.

Ook de specificiteiten die gepaard gaan met het ambt van agent van politie werden in aanmerking genomen.

De code is geen statisch gegeven, maar heeft een evolutief karakter. Bepaalde inzichten met betrekking tot bijzondere vraagstukken betreffende het functioneren van een politiedienst kunnen in de loop der tijd wijzigen of onder invloed van bijzondere gebeurtenissen moeten worden bijgestuurd. Zonodig zullen in de toekomst aanpassingen worden voorgesteld.

De code geeft aan elk personeelslid en in het bijzonder aan de chefs de mogelijkheid én de morele verantwoordelijkheid om feiten of gedragingen te beoordelen, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden en de context waarin ze plaatsvinden.

Zoals reeds hoger toegelicht, genoten de leesbaarheid en de verstaanbaarheid van de teksten een primordiale aandacht. Hiervoor werd de code niet alleen voorgelegd aan een groot aantal sleutelfiguren zowel in als buiten de politiediensten, maar werd hij ook onderworpen aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT