17 AUGUSTUS 2007. - Omzendbrief nr. 573 met betrekking tot het deontologisch kader voor de ambtenaren van het federaal administratief openbaar ambt

Aan de ambtenaren van de diensten behorende tot het federaal administratief openbaar ambt zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Mevrouw de Minister,

Mijnheer de Minister,

Mevrouw de Staatssecretaris,

Mijnheer de Staatssecretaris,

Wij verzoeken u om de inhoud van deze omzendbrief mee te delen aan de diensten, besturen en instellingen van het federaal administratief openbaar ambt waarover u het gezag, het toezicht of de voogdij uitoefent en tevens alle nodige initiatieven te willen nemen in samenspraak met het Bureau voor Ambtelijke Ethiek en Deontologie bij de FOD Budget en Beheerscontrole om de bepalingen van het bijgevoegd deontologisch kader daadwerkelijk toe te passen binnen deze diensten, besturen en instellingen. Deze omzendbrief is de toepassing van artikel 14ter van het koninklijk besluit van 14 juni 2007 houdende wijziging van verscheidene reglementaire bepalingen (Belgisch Staatsblad van 22 juni 2007, tweede editie).

Het deontologisch kader past in het federale preventieve integriteitsbeleid en -beheer. De primaire doelstelling ervan is het vertrouwen van de burger in de goede werking van het federaal administratief openbaar ambt te bewaren en te verbeteren door het ethisch en deontologisch gedrag van alle ambtenaren te stimuleren. Waarden en normen spelen een centrale rol in dit integriteitsbeleid en -beheer. Voor alle ambtenaren van de federale overheid betekent dit bijvoorbeeld dat zij voorrang dienen te geven aan het algemeen belang boven het persoonlijk belang en dat zij de waarden en normen van de federale overheidsorganisatie op zichtbare wijze eerbiedigen.

Het preventief integriteitsbeleid en integriteitsbeheer van het federaal administratief openbaar ambt behoren tot de bevoegdheden van de Minister van Begroting (K.B. van 15 mei 2001, artikel 2, § 1, 3°). Het Bureau voor Ambtelijke Ethiek en Deontologie werd op 1 juli 2006 opgericht binnen de federale overheidsdienst Budget en Beheerscontrole voor de uitvoering van deze bevoegdheden. De Minister van Ambtenarenzaken is ter zake medebevoegd vanuit zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot het statuut van de ambtenaren.

De Ministerraad stemde op 30 juni 2006 in met de beleidsnota federaal preventief integriteitsbeleid en integriteitsbeheer. Net als de bepalingen in het deontologisch kader, kadert deze nota in internationale verplichtingen en aanbevelingen, zoals :

  1. de OESO-aanbeveling van 23 april 1998 over ethisch gedrag in de publieke sector;

  2. de OESO-aanbeveling van 11 juni 2003 inzake het beheer van belangenconflicten in de publieke sector;

  3. de 20 leidende principes voor de strijd tegen corruptie van de Raad van Europa (resolutie (97) 24 van 6 november 1997);

  4. de aanbevelingen van 2 december 2004 uit de tweede evaluatiecyclus van de Group of Countries Against Corruption (GRECO) binnen de Raad van Europa;

  5. de wet houdende instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen Corruptie, in het bijzonder hoofdstuk II : preventieve maatregelen, artikels 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 13.

    Het deontologisch kader werd, na gunstig advies door de Adviesgroep Ambtelijke Ethiek en Deontologie, door de Minister van Begroting aan de Ministerraad ter goedkeuring voorgelegd op 8 maart 2007. Het kader werd overlegd met de vakorganisaties.

    Het deontologisch kader bundelt en licht de gemeenschappelijke waarden en de gedragsregels toe die gelden voor de ambtenaren van het federaal administratief openbaar ambt, gelet op de wet- en regelgeving die ter zake gelden. Het deontologisch kader zelf is niet normerend : de erin opgenomen bepalingen vinden hun rechtsgrond in de achterliggende wet- en regelgeving. Een niet-exhaustieve lijst van deze wetten en regelgeving is bijgevoegd aan het deontologisch kader.

    Het deontologisch kader streeft ernaar de ambtenaren bewust te maken van de waarden respect, onpartijdigheid, beroepsernst en loyaliteit en deze waarden structureel in te bedden in het dagelijks beheer van de diensten, instellingen en besturen van het federaal administratief openbaar ambt. Het kader is tegelijkertijd een maatregel van goed bestuur door de ambtenaren een begrijpelijke, toegankelijke, transparante en overzichtelijke referentietekst ter beschikking te stellen.

    Het federaal preventief integriteitsbeleid is gebaseerd op bewustwording en naleving. Het deontologisch kader is dus een integriteitsinstrument dat onder andere via opleiding en communicatie de ambtenaren dient aan te zetten tot het kennis nemen en bewust worden van de reële implicaties van de bepalingen van het deontologisch kader. Naast deze bewustwordingsfunctie heeft het kader ook een functie als nalevingsinstrument, namelijk een referentiekader voor de toetsing van het concrete gedrag van de ambtenaar aan het in het deontologisch kader gewenste gedrag. Het is geenszins de bedoeling zich te beperken tot een nalevingsstrategie waarbij de ambtenaren zich enkel zouden conformeren aan de deontologische bepalingen zonder dat hun ethische aspiratie wordt aangesproken.

    Om te vermijden dat het deontologisch kader een vrijblijvend instrument blijft, dient te worden gewezen op de belangrijke voorbeeldfunctie van de hiërarchische lijn inzake bewustwording en naleving van dit kader. Deze hiërarchische lijn in het bijzonder dient de ambtelijke waarden gestalte te geven door zijn ethisch leiderschap. Dit neemt niet weg dat ook de andere ambtenaren deze voorbeeldrol dienen op te nemen.

    DEONTOLOGISCH KADER VOOR DE AMBTENAREN VAN HET FEDERAAL ADMINISTRATIEF OPENBAAR AMBT

  6. Dit deontologisch kader bundelt en licht de gemeenschappelijke waarden en de gedragsregels toe die gelden voor de ambtenaren van het federaal administratief openbaar ambt, zoals omschreven in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, gelet op de wetten en reglementering die ter zake van toepassing zijn. Een niet-exhaustieve lijst van deze wetten en reglementering is toegevoegd in bijlage.

  7. Het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT